Lees eerst onderstaande vragen. Luister daarna naar het fragment
en kruis aan welke vragen Peter stelt.
A [0,5p] O Hoe is je hond?
B [0,5p] O Waar is de telefoon gevonden?
C [0,5p] O Wat vind je van het zwembad?
D [0,5p] O Wie zijn er op de verjaardag?