Namen

N
NAMEN

en............
1 / 30
volgende
Slide 1: Tekstslide

In deze les zitten 30 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

N
NAMEN

en............

Slide 1 - Tekstslide

Voorbeeld van een tekst uit de krant
Op zondag 14 mei wordt de laatste competitiewedstijd uit de eredivisie gespeeld. Dan wordt PSV of Ajax kampioen van Nederland.

Hoeveel namen zie je in deze tekst?
Vul die in op de volgende slide

Slide 2 - Tekstslide

Vul hieronder het aantal namen in van het stukje tekst.

Slide 3 - Open vraag

Je zag maar liefst zes namen:

twee namen van organisaties (voetbalclubs)
de naam van een voetbalcompetitie
de naam van een maand
de naam van een dag
de naam van een land

Slide 4 - Tekstslide

Wanneer schrijf je een hoofdletter bij namen?
Lees eerst de tekst hieronder.




Op de volgende slides komen vragen hierover, geef aan of het wel of niet met een hoofdletter moet worden geschreven

Slide 5 - Tekstslide

Namen van personen
A
hoofletter
B
kleine letter

Slide 6 - Quizvraag

Namen van landen
A
hoofletter
B
kleine letter

Slide 7 - Quizvraag

Namen van bedrijven
A
hoofletter
B
kleine letter

Slide 8 - Quizvraag

Namen van opleidingen
A
hoofletter
B
kleine letter

Slide 9 - Quizvraag

Namen van feestdagen
A
hoofletter
B
kleine letter

Slide 10 - Quizvraag

Namen van feestdagen met een woord er achter
A
hoofletter
B
kleine letter

Slide 11 - Quizvraag

Namen van een zee of gebergte
A
hoofletter
B
kleine letter

Slide 12 - Quizvraag

Namen van een sportclub
A
hoofletter
B
kleine letter

Slide 13 - Quizvraag

Namen van een maand
A
hoofletter
B
kleine letter

Slide 14 - Quizvraag

Namen van een automerk
A
hoofletter
B
kleine letter

Slide 15 - Quizvraag

Namen van een volk
A
hoofletter
B
kleine letter

Slide 16 - Quizvraag

Soms hebben namen een betekenis, soms uit het verleden, bijvoorbeeld bij de maanden van het jaar. Die hebben de Romeinen bedacht. Soms is het een afkorting en soms heeft de naam te maken met een land of plaats.
Lees het onderstaande lijstje maar eens door:

Slide 17 - Tekstslide

Waar komt de naam "PSV" vandaan?

Slide 18 - Open vraag

Waar komt de naam "zaterdag" vandaan?

Slide 19 - Open vraag

Waar komt de naam "BMW" vandaan?

Slide 20 - Open vraag

Waar komt de naam "VMBO" vandaan?

Slide 21 - Open vraag

Waar komt de naam "Ajax" vandaan?

Slide 22 - Open vraag

Waar komt de naam "Nederland" vandaan?

Slide 23 - Open vraag

In het stukje hieronder staan 14 namen. Dat zie je niet direct omdat ze met een kleine letter zijn geschreven. Schrijf de namen goed in je schrift, maak een foto en stuur die naar Lessonup op de volgende slide.

Slide 24 - Tekstslide


Slide 25 - Open vraag

Antwoorden:

Slide 26 - Tekstslide

Op de volgende slide kun je opzoeken wat de betekenis van je eigen naam is.
Vul je naam boven in en kijk wat de betekenis is.

Slide 27 - Tekstslide

Slide 28 - Link

Wat betekent jouw naam? Schrijf je naam op en de betekenis daar achter.

Slide 29 - Open vraag

Schrijf twee dingen op die je hebt geleerd deze les.

Slide 30 - Open vraag