In deze les zitten 31 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 40 min
Onderdelen in deze les
N
NAMEN
en............
Slide 1 - Tekstslide
Voorbeeld van een tekst uit de krant
Op zondag 14 mei wordt de laatste competitiewedstijd uit de eredivisie gespeeld. Dan wordt PSV of Ajax kampioen van Nederland.
Hoeveel namen zie je in deze tekst? Vul die in op de volgende slide
Slide 2 - Tekstslide
Vul hieronder het aantal namen in van het stukje tekst.
Slide 3 - Open vraag
Je zag maar liefst zes namen:
twee namen van organisaties (voetbalclubs)
de naam van een voetbalcompetitie
de naam van een maand
de naam van een dag
de naam van een land
Slide 4 - Tekstslide
Wanneer schrijf je een hoofdletter bij namen? Lees eerst de tekst hieronder.
Op de volgende slides komen vragen hierover, geef aan of het wel of niet met een hoofdletter moet worden geschreven
Slide 5 - Tekstslide
Namen van personen
A
hoofdletter
B
kleine letter
Slide 6 - Quizvraag
Namen van landen
A
hoofdletter
B
kleine letter
Slide 7 - Quizvraag
Namen van bedrijven
A
hoofdletter
B
kleine letter
Slide 8 - Quizvraag
Namen van opleidingen
A
hoofdletter
B
kleine letter
Slide 9 - Quizvraag
Namen van feestdagen
A
hoofdletter
B
kleine letter
Slide 10 - Quizvraag
Namen van feestdagen met een woord er achter
A
hoofdletter
B
kleine letter
Slide 11 - Quizvraag
Namen van een zee of gebergte
A
hoofdletter
B
kleine letter
Slide 12 - Quizvraag
Namen van een sportclub
A
hoofdletter
B
kleine letter
Slide 13 - Quizvraag
Namen van een maand
A
hoofdletter
B
kleine letter
Slide 14 - Quizvraag
Namen van een automerk
A
hoofdletter
B
kleine letter
Slide 15 - Quizvraag
Namen van een volk
A
hoofdletter
B
kleine letter
Slide 16 - Quizvraag
Soms hebben namen een betekenis, soms uit het verleden, bijvoorbeeld bij de maanden van het jaar. Die hebben de Romeinen bedacht. Soms is het een afkorting en soms heeft de naam te maken met een land of plaats. Lees het onderstaande lijstje maar eens door:
Slide 17 - Tekstslide
Waar komt de naam "PSV" vandaan?
Slide 18 - Open vraag
Waar komt de naam "zaterdag" vandaan?
Slide 19 - Open vraag
Waar komt de naam "BMW" vandaan?
Slide 20 - Open vraag
Waar komt de naam "VMBO" vandaan?
Slide 21 - Open vraag
Waar komt de naam "Ajax" vandaan?
Slide 22 - Open vraag
Waar komt de naam "Nederland" vandaan?
Slide 23 - Open vraag
In het stukje hieronder staan 14 namen. Dat zie je niet direct omdat ze met een kleine letter zijn geschreven. Schrijf de namen goed in je schrift, maak een foto en stuur die naar Lessonup op de volgende slide.
Slide 24 - Tekstslide
Slide 25 - Open vraag
Antwoorden:
Slide 26 - Tekstslide
Op de volgende slide kun je opzoeken wat de betekenis van je eigen naam is. Vul je naam boven in en kijk wat de betekenis is.
Slide 27 - Tekstslide
https:
Slide 28 - Link
Wat betekent jouw naam? Schrijf je naam op en de betekenis daar achter.
Slide 29 - Open vraag
Schrijf twee dingen op die je hebt geleerd deze les.