Blok 4: De EMU en de "Zuidelijke landen/Italië" (Munt) (H9)


Europese integratie



Roberto Alvarez, 2019
1 / 49
volgende
Slide 1: Tekstslide
economieHBOStudiejaar 1

In deze les zitten 49 slides, met tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 120 min

Onderdelen in deze les


Europese integratie



Roberto Alvarez, 2019

Slide 1 - Tekstslide

Agenda
  • Aangeven hoe je naar Brussel gaat
  • Blok 4: De EMU (Munt) (H9)
  • Actualiteitsthema "Zuidelijke landen/Italië" 

Slide 2 - Tekstslide

Leerdoelen
Blok 4 (H9)

Slide 3 - Tekstslide

Excursie: Parlementarium 
Hoe ga je naar Brussel?
AUTO

Doel: 
meer beeld en geluid over de EU, en het Europees Parlement in het bijzonder. Ervaren gewone wetgevingsprocedure in rollenspel.

Slide 4 - Tekstslide

EMU(H9)
Waar staat deze afkorting voor?

En deze:
ding flof bips
Sms ff bondige clips
+ LL

Slide 5 - Tekstslide

EMU(H9)
Waar staat deze afkorting voor?

En deze:
ding flof bips (12 landen in 2002)
Sms ff bondige clips
+ LL (19 landen nu)

Slide 6 - Tekstslide

EMU: geschiedenis in een overzicht

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Venn diagram: verwerking van vorige afbeelding

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

EMU: geschiedenis; de eerste stappen 
  • Al sinds 70-er jaren discussie over verdere integratie in monetaire unie. 
  • Eerst “Slang”(= kleine koersschommelingen) en EMS (Europees stabiliteits mechanisme)
  • In stroomversnelling door val muur (1989), → Duitse eenwording

Eenwording
angst voor een te sterk Duitsland, groot Duitsland in toom houden via verdere integratie

Slide 12 - Tekstslide

Voordelen van en gezamenlijke munt?
  1. Geen valutarisico’s (door koersschommelingen) meer
  2. Minder transactiekosten
  3. Makkelijker prijzen vergelijken
  4. Sterke munt, aantrekkelijk voor beleggers

→ Bevordert de internationale handel

Slide 13 - Tekstslide

Oprichting van de EMU in drie fasen
  • Fase 1: Vrijmaking Europese kapitaalmarkt (vanaf “92 Verdrag van Maastricht)    


  • Fase 2: Overgangsfase, convergentiecriteria opgesteld, oprichting voorloper van ECB (“94-”99)


  • Fase 3:
      ▪ 1-1- 1999 11 lidstaten de euro als gemeenschappelijke munt                                                                               in het girale bankverkeer
      ▪ 2002 invoering euromunten en biljetten

fase 1
EU-burgers kunnen: 
  1. In elke lidstaat een bank- en spaarrekening openen
  2. Een hypotheek afsluiten
  3. Aandelen en obligaties vrij verhandelen
fase 2
  • Europees Monetair Instituut (EMI) opgericht
  • De voorloper van de Europese Centrale Bank (ECB).
  • EMI: belangrijke rol in het stimuleren van samenwerking tussen de nat. banken van de lidstaten.
fase 3
Het VK en Denemarken besloten voorlopig niet aan de invoering van de euro mee te doen → heet officieel een "opt-out"-clausule, een speciale uitzonderingsmaatregel. Zweden heeft dat ook gedaan.

Slide 14 - Tekstslide

Oprichting van de EMU in drie fasen (vervolg)
Daarna:
  • 2002: Griekenland bij de EMU

  • Op 1 januari 2007 voerde Slovenië als eerste van de nieuwe toetreders de euro in. Sindsdien zijn ook Cyprus(2008), Malta (2008), Slowakije (2009), Estland (2011), Letland (2014) en Litouwen (2015) toegetreden tot de groep van eurolanden

Slide 15 - Tekstslide

Rond oprichting van de EMU: 
Steeds twee kwesties
  • Kroningstheorie (economisten): monetaire eenwording kan niet zonder verdere economische integratie (eerst ec integratie dan monetaire) → +/- gelijke prestaties ec groei, werkgelegenheid en inflatie → monetair als bekroning ec integratie (Du+ NL)

  • Locomotieftheorie (monetaristen): Snel onderlingen koersen vastleggen: door monetaire eenwording zal economische eenwording volgen → monetaire eenwording trekt ec integratie vooruit (Fr + Be + EC) (toegepast)

Slide 16 - Tekstslide

Convergentiecriteria (= criteria van Maastricht) 
(criteria voor toegang fase 3)
  • Begrotingstekort niet hoger dan 3% van het BNP
  • Overheidsschuld lager dan 60% van het BNP
  • een inflatie niet hoger dan 1,5% boven de gemiddelde inflatie van de drie lidstaten met de laagste inflatie;
  • een gemiddelde nominale langetermijnrente die niet meer dan 2% hoger ligt dan die van de drie lidstaten met de laagste inflatie;
  • een wisselkoers die gedurende 2 jaar vóór toetreding tot de euro zonder grote spanningen binnen de normale fluctuatiemarges van het wisselkoers­mechanisme van het Europees Monetair Stelsel (EMS) is gebleven. 

gouden regel

Slide 17 - Tekstslide

  • Het begrotingstekort mag niet boven de 3% van het BBP komen

  • De staatsschuld mag niet meer dan 60% van het BBP bedragen

Geschiedenis:
Landen wijken al snel af. Stabiliteits- en groeipact wordt niet nageleefd. Landen hebben verschillende beleidsuitgangspunten. Frankrijk en andere zuidelijke landen meer de solidariteit, Duitsland, NL de soliditeit. Maar NL kwam zelf ook in de problemen.

Slide 18 - Tekstslide

  1. Voorkomen inflatie
  2. Voorkomen te hoge rentestand
  3. Voorkomen dat landen failliet (dreigen te) gaan

Het groei- en stabiliteitspact had ervoor moeten zorgen dat de economische ontwikkeling van de EMU-landen niet teveel uit elkaar zou gaan lopen. Want juist dit uit elkaar lopen (divergeren) maakte het in het verleden noodzakelijk om de munt van de zwakkere landen te devalueren, om grote problemen zoals massale werkloosheid te voorkomen. Zonder devaluatiemogelijkheid ontbreekt het enige redmiddel in zo’n situatie. Het vormen van een muntunie vereist dus dat de landen een gelijke economische structurele ontwikkeling kennen.

Slide 19 - Tekstslide

113 miljard aan begrotingsboetes voor schending Stabiliteitspact nooit geïnd (NRC 28-5-2016)
Toegestaan?!
Vaak toegestaan vanwege crisis, 
maar ook vanwege vermijden conflicten
Begrotingstekort bestrijden
  1. kan leiden tot inflatie.
  2. kan vertrouwen in de euro ondermijnen als er te grote schulden ontstaan. 

Slide 20 - Tekstslide

Overheidstekort & schulden

Slide 21 - Tekstslide

Nederland : herstellende economie
2019: verwacht begrotingsoverschot van 1,2% van het bbp 
2020: verwacht begrotingsoverschot van 0,8% van het bbp

2019: verwacht overheidsschuld van 49,1% van het bbp
2020: verwacht overheidsschuld van 47,1% van het bbp

Ad.1
In deze raming kon niet meer de aankoop van een aandelenbelang in Air France – KLM worden verwerkt. Deze aankoop heeft een
opwaarts effect op de bruto overheidsschuld van 0,1% bbp, maar geen direct effect op het EMU-saldo
Visualisatie

Slide 22 - Tekstslide

EMU-saldo (NL)

Slide 23 - Tekstslide

Wat is EMU: uitgediept
  1. De Euro
  2. Gezamenlijk monetair beleid
  3. Macro-economische coördinatie
  4. De Europese Centrale Bank

Slide 24 - Tekstslide

1. De euro
Voor de EMU: koppeling van de munten in de Slang en het EMS

EMS
Het Europees Monetair Stelsel (EMS) werd in 1979 op Frans-Duits initiatief opgericht. De deelnemers spraken af om hun valuta binnen vaste bandbreedten ten opzichte van een spilkoers te laten fluctueren: 2,25 procent voor de meeste, sterke munten en 6 procent voor een paar zwakkere munten. Door steuninterventies (aankoop en verkoop van valuta) en het rente-instrument konden de Europese centrale banken de valuta op de gewenste koers houden.

Wat kan de centrale bank doen als de koers van de Deense kroon te laag wordt?
  1. Deense kronen opkopen
  2. Rente verhogen 

Slide 25 - Tekstslide

1. De euro (vervolg)
Waarom een enkele munt en niet munten met vaste wisselkoers?

  1. Lagere transactiekosten
  2. Psychologisch, politiek effect
  3. Prijzen makkelijk vergelijken

Slide 26 - Tekstslide

2. Gezamenlijk monetair beleid 
ECB bepaalt: 
  1. De rente 
  2. Geldhoeveelheid 
 
Doelstelling: 
  • Inflatiebeheersing (2%) 

Inflatiebeheersing
Teveel inflatie is niet goed (conc. positie) maar te weinig ook niet (geen invest.) Nu te lage inflatie (risico op deflatie). Vandaar lage rente en pompen van geld in economie door opkopen staatleningen t.w.v. €2.600 miljard euro (2015-2019) . Hoop op meer kredietverlening, economie gaat beter.

Slide 27 - Tekstslide

2. Gezamenlijk monetair beleid 
2015-2019
opkopen staatleningen 
t.w.v. €2.600 miljard euro

Slide 28 - Tekstslide

2. Gezamenlijk monetair beleid (vervolg)
Actuele situatie: 
  • 2015-2019: Opkoopprogramma gestopt. 
  • Wel nog opkopen met binnenkomende rente en aflossing.
  • Zeer lage rente ECB (rente waartegen banken bij de ECB kunnen lenen) 

Kritiek:  
 lage rente slecht voor pensioenfondsen (NL) 
 Helpt het voldoende? 
Risico's (luchtbel-economie, hypotheek met lage rente)

Refirente

Slide 29 - Tekstslide

3. Macro-economische coördinatie
Coördinatie van overheidsbudgetten: Stabiliteits en groeipact (Verdrag van Maastricht), zie slide 19

Slide 30 - Tekstslide

4. De Europese Centrale Bank (ECB)

Slide 31 - Tekstslide

Slide 32 - Video

  • ECB + nationale centrale banken(NCB's) van alle EU-lidstaten de ESCB (Europees Stelsel van Centrale Banken)

  • ESCB verantwoordelijk voor monetaire beleid 

  • ECB + nationale centrale banken(NCB's) van alle EU-lidstaten met de euro = Eurosysteem

  • ECB sinds 2014 toezichthouder van de nationale banken 

  • ECB politiek onafhankelijk (van bijvoorbeeld regeringen en van de Raad van ministers) 

  • ECB: supranationaal 


Kritiek: hoe democratisch is de ECB?
De Directie (Executive Board) bestaat uit de president en vicepresident van de ECB en vier andere leden. Deze worden in onderlinge overeenstemming benoemd door de staatshoofden en regeringsleiders van de landen die tot de eurozone behoren. Ten minste vier van de zes bestuurders dienen uit Duitsland, Frankrijk, Italië en Spanje afkomstig te zijn.

Slide 33 - Tekstslide

4. De Europese Centrale Bank (ECB) (vervolg)

Slide 34 - Tekstslide

Naast de EMU heb je ook nog de Eurogroep….
De Eurogroep bestaat uit de ministers van Financiën van de landen die de euro als nationale munteenheid hebben ingevoerd (de eurozone) + President ECB(géén stemrecht) + Europees Commissaris voor Economische en Financiële zaken, Belastingen en Douane (géén stemrecht)

Huidige voorzitter: Mario Centino (Por)





Slide 35 - Tekstslide

Grexit-opdracht: cartoons en nieuwsberichten
  • Wat waren de problemen van Griekenland? 
  • Oorzaken problemen Griekenland? 
  • Genomen maatregelen? 
  • Waarom geen Grexit? 
  • Waarom geen kwijtschelding van (deel van) schulden Griekenland?  
  • Waarom waren/zijn de problemen van Griekenland een risico voor heel het Eurogebied?  

Slide 36 - Tekstslide

Ontstaan + huidig
Net na het aantreden van een nieuwe Griekse regering in oktober 2009 onthulde de minister van Financiën dat zijn voorgangers stelselmatig valse, veel te rooskleurige cijfers over het begrotingstekort hadden gepresenteerd. Het begrotingstekort zou in 2009 12,7% van het bbp hebben bedragen, in plaats van 3,7%, zoals tot dan toe werd aangenomen. Eurostat zei in november 2010 dat het begrotingstekort over 2009 nog hoger was, namelijk 15,6%.

In april 2019 evalueerde de Eurogroep de Griekse situatie en werd er besloten dat de Eurolanden voor het eerst winst uit Griekse staatsobligaties zouden uitkeren. Het land had namelijk een aantal hervormingsmaatregelingen doorgevoerd. Het idee is dat de winsten  halfjaarlijks aan Griekenland zullen worden uitgekeerd. De voorwaarde daarvoor is echter dat het land zich aan alle gemaakte afspraken over hervormingen en bezuinigingen zal houden.

Slide 37 - Tekstslide

Cartoon 1
Cartoon 2

Slide 38 - Tekstslide

Cartoon 3
Cartoon 4

Slide 39 - Tekstslide

Cartoon 5
Cartoon 6

Slide 40 - Tekstslide

Cartoon 7
Cartoon 8

Slide 41 - Tekstslide

Samenvatting Griekenland
2009: Begrotingstekort 15,6%, onthulling geflatteerd beeld van financiële situatie 
2010-2012: speculanten zetten in op faillissement (aanvallen op euro 2010, maar ook tegen griekse staatsobligaties 2012) 
2010-2017: reddingsplannen vanuit ECB, IMF en Eurogroep (zachte leningen) onder bezuinigingsvoorwaarden. Griekenland begrotingsoverschot van 0,7%.
2018- nu: zelf weer de kapitaalmarkt op. Noodfonds ESM verlaten.
De eurolanden maken tot 2022 in de regel nog halfjaarlijks een bedrag over aan Athene, dat voortvloeit uit de winst die zij halen uit de Griekse staatsobligaties.

Slide 42 - Tekstslide

Bezuinigingsvoorwaarden
  • Pensioenleeftijd omhoog/ verlaging pensioenen 
  • Belastingontduiking terugdringen/belastingen omhoog 
  • Uitkeringen omlaag 
  • Uitgaven aan zorg, onderwijs  omlaag 
  • Zorgverzekeringen versoberd 
  • Corruptie terugdringen 
  • Ambtenarenapparaat inkrimpen/ambtenarensalarissen omlaag 
  • Staatsbedrijven privatiseren 

Gevolgen
  1. Hoge werkloosheid
  2. Armoede enorm toegenomen (meer dan de helft onder de armoedegrens) 

Slide 43 - Tekstslide

Grexit?!
Wat waren de problemen van de Griekenland?
Grote overheidstekorten, de staat kan schulden niet meer terugbetalen. Omvallende banken 
Oorzaken problemen Griekenlandse staat? 
Te weinig economische groei, te ruime pensioenen, uitkeringen e.d ., corruptie, te weinig belastinginkomsten, bankencrisis 2008 
Genomen maatregelen?
Steun aan de overheid (zachte leningen) op voorwaarde van heftige bezuinigingsmaatregelen,  
Waarom geen Grexit? 
Angst voor dominoeffect voor Italië, Spanje e.a. zwakke landen, angst voor verlies van vertrouwen in Euro en ECB 
Waarom geen kwijtschelding schulden (waar het IMF een voorstander van is)?
Precedentwerking (= als voorbeeld gesteld worden)
Waarom zijn de problemen van Griekenland een risico voor heel het Eurogebied?  
Minder vertrouwen in de euro door beleggers (dalende koers van de euro) 
Crisis kan overslaan naar andere landen 

Slide 44 - Tekstslide

Actualiteiten: probleemland Italië
Jeugdwerkloosheid
Jeugdwerkloosheid2

Slide 45 - Tekstslide

Italiaans probleem wordt een EU-probleem?!
  • Weerstand tegen de euro 
  • Eurosceptici: “Eigen munt maakt devaluatie mogelijk” 
  • Gevaarlijk: want beleggers hebben weinig vertrouwen in zo’n munt: ze zullen minder geld willen uitlenen aan Italiaanse overheid of tegen hoge rentes 
  • Gevaar voor heel eurogebied.  


Probleem (politiek)
Ook bezuinigingen nodig, maar politici van Lega en Vijfsterrenbeweging willen juist de pensioenleeftijd weer omlaag en de uitkeringen verhogen en over het algemeen meer uitgeven.

Slide 46 - Tekstslide

De EU van crisis naar crisis: Italië
Schulden

Slide 47 - Tekstslide

Italië en de hulp van China

Slide 48 - Tekstslide

EMU naar een schuldenunie?

Slide 49 - Tekstslide