didactiek week 5 p8

didactiek week 5 p8
formatieve toets
1 / 11
volgende
Slide 1: Tekstslide

In deze les zitten 11 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.

Onderdelen in deze les

didactiek week 5 p8
formatieve toets

Slide 1 - Tekstslide

Waar staat communicatief Engels voor?
A
engels waarmee de leerling kan communiceren
B
Engels waarmee de leerling kan samenwerken
C
Engels waarmee de leerling alleen kan werken
D
Engels waarmee de leerling kan schrijven

Slide 2 - Quizvraag

Wat zijn de belangrijkste activiteiten bij Engels
A
woordenschat en leesvaardigheid
B
luistervaardigheid en schrijfvaardigheid
C
leesvaardigheid en schrijfvaardigheid
D
woordenschat en luistervaardigheid

Slide 3 - Quizvraag

Vanaf welke groep beginnen de eerste lessen Engels?
A
groep 8
B
groep 7
C
groep 5
D
groep 6

Slide 4 - Quizvraag

Waar staat vvto voor?
A
Vroeg vreemdetalenonderwijs
B
Vroeg vagentalenonderwijs
C
Vraag vreemdetalenonderwijs
D
Vroeg vreemdetafelsonderwijs

Slide 5 - Quizvraag

Wat is geen vreemde taal?
A
Spaans
B
Duits
C
Engels
D
Frans

Slide 6 - Quizvraag

Welke aspecten komen in het voortgezet onderwijs niet aan bod?
A
schrijven
B
lezen
C
gesprekken voeren
D
vaktaal

Slide 7 - Quizvraag

Waar staat eibo voor?
A
Eigen interne beoordelingsonderzoek
B
Engels interne beoordelingsonderzoek
C
Engels in basisonderwijs
D
Echt incapabele berendontstopping

Slide 8 - Quizvraag

Wat is kerndoel 15?
A
De leerlingen leren grammatica
B
De leerlingen leren de schrijfwijze van meervoudwoorden
C
3. De leerlingen leren de schrijfwijze van enkele eenvoudige woorden
D
De leerlingen leren de luistervaardigheid van Engels

Slide 9 - Quizvraag

Op welk niveau Engels zit je op het basisonderwijs?
A
A2
B
A1
C
B1
D
B2

Slide 10 - Quizvraag

Op welke manier geven scholen in groep 1 Engels?
A
video's
B
liedjes
C
woordkaarten
D
spelendewijze

Slide 11 - Quizvraag