Wat voor soort sanctie is het als je door een docent er op wordt aangesproken als je je telefoon gebruikt?
A
negatief informeel
B
positief informeel
C
negatief formeel
D
positief formeel
Slide 6 - Quizvraag
internalisatie
socialisatie → internalisatie
internalisatie = je gedragen naar hoe je omgeving dit van je verwacht
automatischgedrag = mensen begroeten, rechterkant van de weg fietsen
geen internalisatie → cultuurverandering (mensen gedragen zich niet naar de norm)
Slide 7 - Tekstslide
Hoe noem je het als je niet je hand uitsteekt tijdens het fietsen?
A
Internalisatie
B
Cultuurverandering
C
Onbeschoft
D
Semiautomatisch gedrag
Slide 8 - Quizvraag
Identiteit
Persoonlijke identiteit hangt samen met sociale identiteit
Persoonlijke identiteit = het beeld dat iemand van zichzelf heeft
Sociale identiteit = het deel van je zelfbeeld dat is afgeleid van de groepen/culturen waarmee je je verbonden voelt
Meerdere = Nederlands, Alkmaarder, student enz
Identiteit = Combinatie van aangeleerde kenmerken en aangeboren eigenschappen
Slide 9 - Tekstslide
Wat voor soort identiteit is het als: je een leerling bent van het dalton?
A
Sociale identiteit
B
Persoonlijke identiteit
C
Allebei
D
Geen identiteit :)
Slide 10 - Quizvraag
4.2.2 Waarin verschillen culturen?
Cultuur is dynamisch en verschilt per tijd, plaats en groep.
Cultuur werd door Socioloog Geert Hofstede in verschillende dimensies onderscheiden:
Grote versus kleine machtsafstand
Individualisme versus collectivisme
Masculiniteit versus feminiteit
Lage onzekerheidsvermijding versus hoge onzekerheidsvermijding
Gerichtheid op de lange termijn versus de korte termijn
Soberheid versus hedonisme
Slide 11 - Tekstslide
Grote versus kleine machtsafstand
Het beschrijft de mate waarin minder machtige leden van een groep of samenleving accepteren dat de macht ongelijk verdeeld is.
Denk bijvoorbeeld aan de machtsrelatie tussen ouders en kinderen of leraar en leerlingen.
In een cultuur waarbij machtsafstand groot is gehoorzaamheid en volgzaamheid belangrijk. (Aziatische landen of landen in het Midden-Oosten)
Bij een kleine machtsafstand is mondigheid en assertiviteit belangrijk. (Noordwest-Europese landen)
Slide 12 - Tekstslide
Is er in India spraken van een grote machtsafstand of een kleine?
A
Groot
B
Klein
C
Middelmatig
D
Geen van allen
Slide 13 - Quizvraag
Individualisme versus collectivisme
Dit beschrijft de mate waarin individuen zich deel voelen van groepen. Mensen zijn sociale wezens en gaan om met andere mensen.
Als de belangen van het individu ondergeschikt ligt aan de groep is een land collectivistisch. Vaak landen met uitgebreide families, waar familiebanden heel sterk zijn.
Als de belangen van het individu voorgaat is een land juist individualistisch. Het hebben van een eigen mening is vaak van groot belang
In individualistische samenlevingen wordt er veel eigen initiatief verwacht en zijn de banden tussen mensen heel los.
Slide 14 - Tekstslide
‘In individualistische samenlevingen wordt er veel eigen initiatief verwacht en zijn de banden tussen mensen heel strak.’ Is deze stelling juist?
A
Nee, onjuist.
B
Ja, juist.
Slide 15 - Quizvraag
Masculiniteit versus feminiteit
Masculien = mannelijk, feminien = vrouwelijk.
Masculiene samenleving → genderrollen vaak gescheiden. (mannen buitenhuis presteren, (vroeger tijd van jagen nu werkgerelateerd), vrouwen gezin zorgen/ huishouden )
sterkste of de beste → niet aardig
Feminiene samenleving → overlappen de genderrollen, minder duidelijke grenzen (Mannen en vrouwen -> meer bescheiden zijn, gericht zijn op samenwerking en consensus, doen wat je leuk vindt.)
Verschilt per samenleving.
Manneminiene samenleving meer bescheiden zijn en moeten gericht zijn op samenwerking en consensus. De focus ligt hier ook meer op doen wat je leuk vindt.
Slide 16 - Tekstslide
Welk land is het meeste feministisch?
A
Nederland
B
Verenigde Staten
C
Duitsland
D
Marokko
Slide 17 - Quizvraag
Lage onzekerheidsvermijding versus hoge onzekerheidsvermijding
Manier waarop mensen in bepaalde culturen omgaan met onbekende situaties.
Sterke onzekerheidsvermijding → strakke regels en stressvolle reacties.
Deze culturen → alles wat anders is gevaarlijk is.
Lage onzekerheidsvermijding → regels soepeler en het leven meer ontspannen
Nieuwe ideeën en mensen → geaccepteerd en nieuwe onbekende als leuk en spannend ervaren.
Slide 18 - Tekstslide
Wie heeft de cultuur in verschillende dimensies onderscheden?
A
Gerard Van Der Houten
B
Gerald Beenderen
C
Geert Hofstede
D
Geerdal Stadshuize
Slide 19 - Quizvraag
Gerichtheid op de lange termijn versus de korte termijn
Lange termijngerichtheid -> streven naar een toekomstige beloning (volharding en spaarzaamheid).
--> Kinderen cadeaus ontwikkeling (microniveau)
---> Zuinigheid met geld en later beloning
Korte termijngerichtheid -> deugden zoals respect en traditie, gezichtsverlies en sociale verplichtingen.
--> Kinderen cadeaus plezier (microniveau)
---> Druk om geld uit te geven, status verhogen
Slide 20 - Tekstslide
Soberheid versus hedonisme
Soberheid en hedonisme gaat het in hoeverre mensen genieten en plezier maken van het leven.
Hedonistische samenleving → genoeg mogelijkheden zijn om te ontspannen, "pluk de dag", balans werk en plezier, leven genieten met verantwoordelijkheid.
Soberheid -> werk, netjes volgens de regels te leven, nu hard werken -> na de dood pas beloond worden, in vrije tijd plezier hebben gereguleerd moet worden door strikte sociale normen.
In landen waar het economisch goed gaat meer hedonisme.
Slide 21 - Tekstslide
Lage vs hoge onzekerheidsvermijding
grote vs kleine machtsafstand
masculiniteit vs feminiteit
Soberheid versus hedonisme
Slide 22 - Sleepvraag
2 visies over culturen
- Er zijn verschillende meningen over de rangen van culturen
Cultuurrelativisme:
-> Culturen zijn gelijk aan elkaar
-> Gedrag van de leden van de cultuur alleen beoordelen naar de maatstaven van die cultuur
Bijvoorbeeld: Uithuwelijking als normaal gezien in de cultuur? -> Tolerantie
Slide 23 - Tekstslide
2 visies over culturen
Cultuur universalisme:
-> Universele waarden voor iedereen op de wereld
Bijvoorbeeld: Kinderarbeid in cultuur als normaal gezien maar gaat tegen universele waarden in? -> veroordelen/ tegen optreden
- Niet altijd ene of andere divisie -> Waarden en normen uit eigen groep
--> Etnocentrisme
- Cultuur verschillen hoeven geen probleem te zijn, mits ze binnen de regels van de wet vallen.
Slide 24 - Tekstslide
In een cultuur is de doodstraf heel normaal, vergeleken in andere culturen waar dit verboden is. Jan in deze situatie, accepteert dit als een onderdeel van de cultuurgroep. Welke visie heeft jan?
A
Cultuuruniversalisme
B
Empathische visie
C
Etnocentrisme
D
Cultuurrelativisme
Slide 25 - Quizvraag
Fragment Cultuurrevalisme
1.5 min
https://youtu.be/UVt3MaB_lvQ
Slide 26 - Tekstslide
In het vorige filmpje zagen jullie Geert Wilders, die aan het praten was over mensen die alle culturen als gelijk zien. Wat is een benaming die past bij Geert Wilders als een tegenstander hiervan?