3.2 De Nederlandse maatschappij (1978-2008)

Hoofdvraag
Waardoor veranderden de maatschappelijke verhoudingen in Nederland tussen 1978 en 2008?
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

In deze les zitten 20 slides, met tekstslides en 8 videos.

time-iconLesduur is: 120 min

Onderdelen in deze les

Hoofdvraag
Waardoor veranderden de maatschappelijke verhoudingen in Nederland tussen 1978 en 2008?

Slide 1 - Tekstslide

Kenmerkende aspecten
  • De verdeling van de wereld in twee ideologische blokken in de greep van een wapenwedloop en de daaruit voortvloeiende dreiging van een atoomoorlog
  • De eenwording van Europa
  • De toenemende westerse welvaart die vanaf de jaren 60 van de 20e eeuw aanleiding gaf tot ingrijpende sociaal-culturele veranderingsprocessen
  • De ontwikkeling van pluriforme en multiculturele samenlevingen

Slide 2 - Tekstslide

Advies
Gebruik onderstaande videolessen en aantekeningen om een eigen samenvatting te maken van deze paragraaf!

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Video

Slide 5 - Video

Slide 6 - Video

Slide 7 - Video

Slide 8 - Video

Slide 9 - Video

Slide 10 - Video

Slide 11 - Video

Nederland in de wereld
  • Tot in de jaren '80 zagen velen Nederland als gidsland (voorbeeld voor andere landen): we stonden aan de kant van de VS, maar bleven wel kritisch zoals op plaatsing kernwapens.
  • Een Nederlandse VN vredesmissie liep in 1995 uit de hand in Srebrenica, een stad in Bosnië die hoorde bij Joegoslavië dat door burgeroorlog uiteenviel. Nederlandse militairen konden niet voorkomen dat Bosnische moslims werden afgevoerd en vermoord door Servische soldaten die de stad innamen.
  • Na deze val van Srebrenica werd Nederland terughoudender in zijn internationale ambities. Wel zette Nederland zich verder in voor de eenwording van Europa

Slide 12 - Tekstslide

Totstandkoming Europese Unie
  • Door het Verdrag van Schengen, dat vanaf 1985 werd gesloten, vervielen vanaf 1993 de grenscontroles en konden mensen onbelemmerd door Europa reizen.
  • Verdrag van Maastricht, legde in 1992 de basis voor de Europese Unie en een Europese munt: de euro.
  • Na het eind van de Koude Oorlog traden steeds meer Oost-Europese landen toe tot de EU (zie afbeelding). Sommige van deze landen werden ook lid van de NAVO.
  • Nu de dreiging tussen Oost en West voorbij was, kreeg de NAVO andere taken, zoals het bestrijden van terrorisme.
  • Door de groei van de Europese Unie en veranderingen in de NAVO werd de invloed van Nederland in Europa kleiner.

Slide 13 - Tekstslide

Economische veranderingen
  • 1973: wereldwijde oliecrisis: enkele Arabische staten besloten om geen olie meer te leveren aan westerse landen die tijdens een oorlog Israël hadden gesteund.
  • Rond 1980 begon een economische crisis en kwam er kritiek op de dure verzorgingsstaat.
  • In de jaren 80 werd Lubbers minister-president van NL. Er kwam een liberaal beleid met minder overheidsbemoeienis: minimumloon en uitkeringen werden lager. Ook werden staatsbedrijven (zoals de PTT en NS) geprivatiseerd.
  • Er kwam geen onrust en stakingen door het zogenaamde poldermodel (overleggen tussen werkgevers, overheid en werknemers)
  • Einde jaren '80 herstelde de Nederlandse economie zich en brak tot aan 2008 een bloeiperiode aan door globalisering en Europese samenwerking
Autoloze zondag door de oliecrisis

Slide 14 - Tekstslide

Sociaal-culturele veranderingen: Individualisering

  • Het liberale beleid van privatisering en de zelfredzaamheid van burgers en bedrijven in combinatie met de ontzuiling en ontkerkelijking, leidde tot meer individualisering en concurrentie.
  • De liberale regering vond bovendien dat deze individuen zoveel mogelijk vrijheden moesten krijgen en pasten hun beleid daarop aan (gedoogbeleid softdrugs, algemene wet gelijke behandeling  1994, homohuwelijk 2001 (als eerste land in de wereld), euthanasiewetgeving 2002).
  • De individualisering had ook gevolgen voor de jeugdcultuur na 1978. Die raakte steeds meer versnipperd:

Slide 15 - Tekstslide

Sociaal-culturele veranderingen: Jeugdculturen

De individualisering had ook gevolgen voor de jeugdcultuur na 1978. Die raakte steeds meer versnipperd met o.a:
  • De punk- en de kraakbeweging ontstonden tijdens de economische crisis van de jaren 80. Punkers hadden weinig geloof in de toekomst en verzetten zich daarom tegen de autoriteiten. De kraakbeweging bekritiseerde vooral de woningnood.
  • In de jaren 90 werd rap een belangrijk onderdeel van de jeugdcultuur. De rapmuziek ontstond in de VS. Afro-Amerikaanse jongeren maakten zich in hun rapteksten onder andere boos over armoede en racisme.
  • Digitale revolutie: Door de introductie van internet, de doorbraak van de mobiele telefoon en de komst van digitale sociale netwerken veranderde de  individualistische samenleving nog verder.

Slide 16 - Tekstslide

Veranderingen in de bevolking, leidt tot polarisatie

  •  Tot in de jaren 90 waren politieke partijen en burgers over het algemeen positief over het idee van een multiculturele samenleving en het opvangen van vluchtelingen. 
  • Volgens sommigen was deze multiculti samenleving echter mislukt: het werd steeds duidelijker dat de kinderen van Turkse en Marokkaanse immigranten aanzienlijke achterstanden hadden ten opzichte van Nederlandse leeftijdgenoten zonder immigratieachtergrond. Er vond ook weinig vermenging plaats: groepen leefden meer langs elkaar heen dan met elkaar. 
  • Nederlanders die economisch zwak stonden en niet van de economische groei hadden geprofiteerd voelden zich vaak bedreigd door de Europese samenwerking. Zij ervoeren concurrentie van mensen uit minder welvarende EU-landen, die bereid waren om voor een laag loon te werken.

Slide 17 - Tekstslide

Verdere polarisatie in Nederland
Mensen ervoeren een kloof tussen burgers en politiek. Deze problematiek werd nog versterkt door internationale ontwikkelingen waardoor de polarisatie in NL verder toenam. 
  • Op 11 september 2001 pleegde de islamitische terreurgroep Al Qaida een aanslag in New York. Door deze aanslag groeide de angst voor de islam in de samenleving.
  • In aanloop naar de verkiezingen van 2002 had vooral de politicus Pim Fortuyn  (LPF) een negatieve kijk op de multiculturele samenleving. Vlak voor de verkiezingen werd hij vermoord door een links-radicale activist. Ondanks de dood van Fortuyn won de LPF bij de verkiezingen veel zetels
  • Het overheidsbeleid richtte zich vanaf dat moment veel meer op de integratie en assimilatie van groepen migranten
  • De bankencrisis in 2008 uitbrak, zorgde voor nog meer tegenstellingen en onvrede over Europese samenwerking

Slide 18 - Tekstslide

Begrippen
  • Gidsland: en land dat een voorbeeld kan zijn voor andere landen.
  • Val van Srebrenica: de inname van de Bosnische stad Srebrenica, die op dat moment onder bescherming stond van Nederlandse soldaten.
  • Verdrag van Maastricht: verdrag dat de basis legde voor de Europese Unie en de euro.
  • Europese Unie (EU): sinds 1993 het voornaamste orgaan waarin Europese landen samenwerken; is sinds de oprichting aanmerkelijk uitgebreid (27 lidstaten in 2019).
  • Verdrag van Schengen: verdrag dat het vrije verkeer tussen lidstaten van de Europese Unie mogelijk maakte.
  • oliecrisis: een wereldwijde crisis die in 1973 ontstond doordat enkele Arabische landen de levering van olie staakten aan landen die Israël in een oorlog hadden gesteund.
  • Poldermodel: een maatschappelijke situatie waarin overheden, werkgevers en werknemers met elkaar overleggen om over economisch beleid tot een overeenkomst te komen, zodat arbeidsconflicten zoveel mogelijk worden voorkomen.
  • Globalisering: het verschijnsel dat landen over de hele wereld politiek, economisch en cultureel steeds meer verbonden raken.





Slide 19 - Tekstslide

Begrippen
  • Individualisering: een proces waarbij mensen steeds minder afhankelijk zijn van gemeenschappen als hun familie of hun kerk en steeds meer zelfstandig in de samenleving staan.
  • Digitale revolutie: grote verandering in de samenleving als gevolg van de nieuwe digitale technologieën.
  • Multiculturele samenleving: een samenleving die bestaat uit mensen met verschillende culturen en geloven.
  • Polarisatie: het toenemen van tegenstellingen tussen politieke en maatschappelijke groepen.

Slide 20 - Tekstslide