In deze les zitten 42 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.
Onderdelen in deze les
H3 Ordening
Slide 1 - Tekstslide
Werken met Lessonup
Ga naar Lessonup.com
Vul rechtsboven de pin-code in
Vul je eigen naam in
We kunnen beginnen!!
Slide 2 - Tekstslide
Slide 3 - Tekstslide
Huiswerk controleren
Nog niet alles gemaakt
Slide 4 - Tekstslide
Waar ging de vorige les over?
Slide 5 - Woordweb
Slide 6 - Tekstslide
Na deze les kun je:
Uitleggen dat de indeling van organismen berust op voerenkomst en verwantschap
Topklas (UItleggen wat DNA-sequencing is)
Slide 7 - Tekstslide
Soorten
Organismen behoren tot hetzelfde soort:
als ze zich samen kunnen voortplanten
en de nakomelingen vruchtbaar zijn
Slide 8 - Tekstslide
Ras
- Een ras: een groep organisme binnen een soort.
Een soort kan uit verschillende rassen bestaan.
Slide 9 - Tekstslide
Wat is evolutie?
Slide 10 - Open vraag
Slide 11 - Tekstslide
Slide 12 - Video
Variatie en selectie
Verschillen binnen een soort is variatie. -->
Door selectie blijven sommige organismen leven en andere niet binnen 1 soort.-->
Door variatie en selectie kunnen soorten langzaam veranderen. Evolutie: soorten ontstaan, veranderen en verdwijnen.
Slide 13 - Tekstslide
Evolutie
Soorten ontstaan door evolutie
Door variatie en selectie kunnen soorten langzaam veranderen. Evolutie: soorten ontstaan, veranderen en verdwijnen.
Slide 14 - Tekstslide
Verwantschap
Hoe meer DNA organismen met elkaar gemeen hebben hoe meer verwantschap er is.
Slide 15 - Tekstslide
Verwantschap
Slide 16 - Tekstslide
Kleine verschillen tussen organismen van dezelfde soort
alleen de best aangepaste nakomelingen overleven en kunnen zich voortplanten
De overeenkomst in DNA en uiterlijk van verschillende organismen.
Verwantschap
Variatie
Selectie
Slide 17 - Sleepvraag
Slide 18 - Tekstslide
DNA-sequencing
DNA bestaat uit de 4 basen: A, T, C en G.
Sequentie = volgorde
Soorten net veel verwantschap hebben ook veel overeenkomst in hun DNA-sequentie.
(topklas)
Slide 19 - Tekstslide
DNA sequencen
DNA sequencen is een DNA-analyse techniek.
met deze techniek kan je de basen volgorde van het DNA bepalen.
Wanneer je de volgorde (sequentie) van een persoon hebt kan je deze vergelijken met de sequentie van een ander persoon. Op deze manier kan je kijken hoe verwant de personen zijn.
Slide 20 - Tekstslide
Aan de slag
Lees H3 bassistof 2: overeenkomst en verwantschap
Maak opdracht 3, 4, 6, 8, 9 (blz. 178)
topklas 183 -->1, 3, 4, 7 en 8 (blz. 183)
Slide 21 - Tekstslide
H3 Ordening
Slide 22 - Tekstslide
Werken met Lessonup
Ga naar Lessonup.com
Vul rechtsboven de pin-code in
Vul je eigen naam in
We kunnen beginnen!!
Slide 23 - Tekstslide
Slide 24 - Tekstslide
Huiswerk controleren
Basisstof 2 Evolutie en verwantschap
Opdracht 1 t/m 8
blz. 178
topklas blz. 183
Slide 25 - Tekstslide
Waar ging de vorige les over?
Slide 26 - Woordweb
Slide 27 - Tekstslide
Na deze les kun je:
Dieren indelen op grond van de kenmerken skelet en symmetrie
Kenmerken e voorbeelden noemen van zes stammen van het dierenrijk.
Slide 28 - Tekstslide
kenmerken
Symmetrie
Voorwerpen (of dieren) die
je in twee gelijke helften kunt
verdelen.
Tweezijdig symmetrisch
Veelzijdig symmetrisch
Niet symmetrisch
Slide 29 - Tekstslide
Kenmerk: Symmetrie
Niet symmetrisch
Tweezijdig symmetrisch
Veelzijdig symmetrisch
Slide 30 - Tekstslide
Veelzijdig symmetrisch
Tweezijdig symmetrisch
Niet symmetrisch
Slide 31 - Sleepvraag
Tweezijdig symmetrisch
Veelzijdig symmetrisch
niet symmetrisch
Slide 32 - Sleepvraag
Slide 33 - Tekstslide
stammen zijn geordend op:
skelet:
geen skelet
inwendig skelet
uitwendig skelet
Slide 34 - Tekstslide
Inwendig skelet
Bij een inwendig skelet zit het skelet aan de binnenkant van het organisme.
Slide 35 - Tekstslide
Skelet
Geleedpotigen hebben een uitwendig skelet.
Hun skelet zit als een soort pantser op/om het lichaam.