MEMO begrippen hoofdstuk 1 jagers en boeren
1 / 28
Lesduur is: 20 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Welk begrip hoort bij de volgende omschrijving?
De overgang van jagen-verzamelen als belangrijkste bestaansmiddel naar de landbouw.
De overgang van jagen-verzamelen als belangrijkste bestaansmiddel naar de landbouw.
Slide 2 - Open vraag
Welk begrip hoort bij de volgende omschrijving?
Verbouwen van gewassen, zoals graan en groenten.
Verbouwen van gewassen, zoals graan en groenten.
Slide 3 - Open vraag
Welk begrip hoort bij de volgende omschrijving?
De manier waarop mensen in hun levensonderhoud voorzien, zoals landbouw of jagen en verzamelen.
De manier waarop mensen in hun levensonderhoud voorzien, zoals landbouw of jagen en verzamelen.
Slide 4 - Open vraag
Welk begrip hoort bij de volgende omschrijving?
Het maken van regels en wetten en het controleren of iedereen zich daaraan houdt.
Het maken van regels en wetten en het controleren of iedereen zich daaraan houdt.
Slide 5 - Open vraag
Welk begrip hoort bij de volgende omschrijving?
Alles wat te maken heeft met de ideeën van mensen en de manier waarop ze die uiten.
Alles wat te maken heeft met de ideeën van mensen en de manier waarop ze die uiten.
Slide 6 - Open vraag
Welk begrip hoort bij de volgende omschrijving?
Alles wat te maken heeft met de manier waarop mensen in hun onderhoud voorzien en de manier waarop de opbrengsten van het werk onderling worden verdeeld.
Alles wat te maken heeft met de manier waarop mensen in hun onderhoud voorzien en de manier waarop de opbrengsten van het werk onderling worden verdeeld.
Slide 7 - Open vraag
Welk begrip hoort bij de volgende omschrijving?
Het langzame ontstaan van plant- en diersoorten.
Het langzame ontstaan van plant- en diersoorten.
Slide 8 - Open vraag
Welk begrip hoort bij de volgende omschrijving?
Kopen en verkopen van allerlei goederen.
Kopen en verkopen van allerlei goederen.
Slide 9 - Open vraag
Welk begrip hoort bij de volgende omschrijving?
Geschiedenis, de tijd waaruit we geschreven bronnen hebben.
Geschiedenis, de tijd waaruit we geschreven bronnen hebben.
Slide 10 - Open vraag
Welk begrip hoort bij de volgende omschrijving?
De denkende mens, de enige menssoort die tegenwoordig nog op aarde leeft. Daarom ook wel ‘moderne mens’ genoemd.
De denkende mens, de enige menssoort die tegenwoordig nog op aarde leeft. Daarom ook wel ‘moderne mens’ genoemd.
Slide 11 - Open vraag
Welk begrip hoort bij de volgende omschrijving?
Iemand die leeft van de jacht, visserij en het verzamelen van eetbare dingen in de natuur.
Iemand die leeft van de jacht, visserij en het verzamelen van eetbare dingen in de natuur.
Slide 12 - Open vraag
Welk begrip hoort bij de volgende omschrijving?
Een middel van bestaan waarbij je leeft van akkerbouw en veeteelt.
Een middel van bestaan waarbij je leeft van akkerbouw en veeteelt.
Slide 13 - Open vraag
Welk begrip hoort bij de volgende omschrijving?
Godsdienst waarin natuurkrachten als de zon en het water worden aanbeden.
Godsdienst waarin natuurkrachten als de zon en het water worden aanbeden.
Slide 14 - Open vraag
Welk begrip hoort bij de volgende omschrijving?
Inmiddels uitgestorven menssoort, die naast de moderne mens heeft geleefd.
Inmiddels uitgestorven menssoort, die naast de moderne mens heeft geleefd.
Slide 15 - Open vraag
Welk begrip hoort bij de volgende omschrijving?
Het (handmatig) maken van producten of onderdelen daarvan met behulp van grondstoffen.
Het (handmatig) maken van producten of onderdelen daarvan met behulp van grondstoffen.
Slide 16 - Open vraag
Welk begrip hoort bij de volgende omschrijving?
Geschenk aan een god om hem tevreden te houden.
Geschenk aan een god om hem tevreden te houden.
Slide 17 - Open vraag
Welk begrip hoort bij de volgende omschrijving?
Het geloof in meer dan één god.
Het geloof in meer dan één god.
Slide 18 - Open vraag
Welk begrip hoort bij de volgende omschrijving?
Periode waarin een volk geen schrift gebruikt.
Periode waarin een volk geen schrift gebruikt.
Slide 19 - Open vraag
Welk begrip hoort bij de volgende omschrijving?
Iemand die namens de groep contact heeft met een god of goden.
Iemand die namens de groep contact heeft met een god of goden.
Slide 20 - Open vraag
Welk begrip hoort bij de volgende omschrijving?
Het maken van het heelal, de aarde en alle levende wezens, waaronder de mens, door een god.
Het maken van het heelal, de aarde en alle levende wezens, waaronder de mens, door een god.
Slide 21 - Open vraag
Welk begrip hoort bij de volgende omschrijving?
Groep mensen die van andere groepen mensen verschilt in rijkdom, macht en aanzien.
Groep mensen die van andere groepen mensen verschilt in rijkdom, macht en aanzien.
Slide 22 - Open vraag
Welk begrip hoort bij de volgende omschrijving?
Verschillen tussen groepen mensen in rijkdom, macht en aanzien.
Verschillen tussen groepen mensen in rijkdom, macht en aanzien.
Slide 23 - Open vraag
Welk begrip hoort bij de volgende omschrijving?
Een land met duidelijke grenzen, één bestuur en overal dezelfde wetten en regels.
Een land met duidelijke grenzen, één bestuur en overal dezelfde wetten en regels.
Slide 24 - Open vraag
Welk begrip hoort bij de volgende omschrijving?
Stad waar mensen met verschillende beroepen samenwonen.
Stad waar mensen met verschillende beroepen samenwonen.
Slide 25 - Open vraag
Welk begrip hoort bij de volgende omschrijving?
De manier waarop de werkzaamheden in een samenleving zijn verdeeld, bijvoorbeeld tussen mannen en vrouwen.
De manier waarop de werkzaamheden in een samenleving zijn verdeeld, bijvoorbeeld tussen mannen en vrouwen.
Slide 26 - Open vraag
Welk begrip hoort bij de volgende omschrijving?
Een gebouw waarin een of meer goden worden vereerd.
Een gebouw waarin een of meer goden worden vereerd.
Slide 27 - Open vraag
Welk begrip hoort bij de volgende omschrijving?
Het houden of fokken van dieren als bestaansmiddel om in het levensonderhoud te voorzien.
Het houden of fokken van dieren als bestaansmiddel om in het levensonderhoud te voorzien.
