Jagers en Boeren Quiz

Herhalingsquiz H1
Jagers en boeren
1 / 31
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

In deze les zitten 31 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.

Onderdelen in deze les

Herhalingsquiz H1
Jagers en boeren

Slide 1 - Tekstslide

De prehistorie is de tijd van jagers en boeren
A
waar
B
niet waar

Slide 2 - Quizvraag

Wat hoort bij de tijd van jagers en boeren?
( 2 antwoorden)
A
De eerste mensen waren boeren.
B
De eerste mensen waren jagers & verzamelaars.
C
Boeren hebben geen vaste woonplaats.
D
Jagers & verzamelaars hebben geen vaste woonplaats.

Slide 3 - Quizvraag

De tijd van jagers en boeren, dat was....
A
tot 3000 v.Chr.
B
3000 v.Chr. - 500 n.Chr.
C
2000 - 3000 v.Chr.

Slide 4 - Quizvraag

Welke uitspraak is niet waar over de jagers en boeren?
A
Jagers en verzamelaars worden ook wel nomaden genoemd
B
Jagers en boeren konden lezen en schrijven
C
In dit tijdvak vindt de landbouwrevolutie plaats
D
Jagers en boeren maakten grotschilderingen

Slide 5 - Quizvraag

Zien wij op de afbeelding jagers of boeren?
A
Jagers
B
Boeren

Slide 6 - Quizvraag

Zien wij op de afbeelding jagers of boeren?
A
Jagers
B
Boeren

Slide 7 - Quizvraag

Welk begrip past bij de volgende omschrijving: Verbouwen van gewassen zoals graan en groenten.
A
Veeteelt
B
Landbouw
C
Akkerbouw

Slide 8 - Quizvraag

De eerste fase van de overgang van jagen-verzamelen naar landbouw is...
A
Landbouw is noodzakelijk
B
Voorzichtig beginnen met landbouw
C
Klimaatverandering

Slide 9 - Quizvraag

Waar ontstond landbouw voor het eerst?
A
West-Europa
B
Het Midden-Oosten
C
Europa
D
De Balkan

Slide 10 - Quizvraag

Landbouw ontstond meestal bij rivieren
A
Waar
B
Niet waar

Slide 11 - Quizvraag

Welk begrip past bij de volgende omschrijving: De manier waarop mensen in hun levensonderhoud voorzien
A
Bestaansmiddel
B
Economie
C
Taakverdeling
D
Sociale verschillen

Slide 12 - Quizvraag

De tijd voordat het schrift werd uitgevonden noemen we...
A
Historie
B
Prehistorie

Slide 13 - Quizvraag

Jagers werden boeren.
Wat was de grootste verandering voor de jagers die boeren werden.
A
Ze joegen nooit meer op wilde dieren
B
Ze verzamelden eten in de natuur
C
Ze gingen op een vaste plek wonen
D
Ze hielpen elkaar om eten te krijgen

Slide 14 - Quizvraag

Dieren die niet meer wild zijn.
A
Tammen
B
Temmen

Slide 15 - Quizvraag

De plek waar de eerste boeren leefden noemen we ook wel...
A
Vruchtbare Po-Vlakte
B
Vruchtbare sikkel
C
Vruchtbare halve maan
D
Twente

Slide 16 - Quizvraag

Hoe noemen we onze voorouders?
A
De Neanderthalers
B
De oude mens
C
De Australiensis
D
De moderne mens

Slide 17 - Quizvraag

Wanneer begonnen Egyptenaren het Hiërogliefen schrift te gebruiken?
A
20.000 v.C.
B
10.000 v.C.
C
3100 v.C.
D
300 n.C.

Slide 18 - Quizvraag

Welk begrip hoort bij de volgende omschrijving:

Een gebied met duidelijke grenzen, één bestuur en overal dezelfde wetten en regels.
A
Hiërogliefen
B
Belasting
C
Staat
D
Irrigatielandbouw

Slide 19 - Quizvraag

Door de irrigatielandbouw was er minder voedsel
A
Waar
B
Niet waar

Slide 20 - Quizvraag

Door de irrigatielandbouw konden er nieuwe beroepen ontstaan
A
Waar
B
Niet waar

Slide 21 - Quizvraag

Een nieuw beroep was bijvoorbeeld
A
Timmerman
B
Wever
C
Bakker
D
Boer

Slide 22 - Quizvraag

Een ambtenaar in het oude Egypte hielp de ...?... met het uitvoeren van het bestuur
A
Farao
B
Prins
C
Keizer
D
President

Slide 23 - Quizvraag

Farao
ambtenaren en schrijvers
Slaven
Boeren
Handelaren

Slide 24 - Sleepvraag

Welke fase van over-
stroming is te zien
op het tweede
plaatje?
A
Zaaitijd
B
Oogsttijd
C
Overstromingstijd
D
Kersttijd

Slide 25 - Quizvraag

Waarvoor werden piramides gebruikt?
A
Woning van de farao
B
Tempel voor de zonnegod Ra
C
Begraafplaats van de farao
D
Tempel voor de god van de dood Osiris

Slide 26 - Quizvraag

De farao werd gezien als zoon van de zonnegod
A
Waar
B
Niet waar

Slide 27 - Quizvraag

Je kon alleen naar het dodenrijk als je goed had geleefd en je lichaam bewaard bleef
A
Waar
B
Niet waar

Slide 28 - Quizvraag

Wie mochten offers brengen in tempels?
A
Slaven
B
Ambtenaren
C
Alleen de farao
D
Alleen de priesters

Slide 29 - Quizvraag

Een geloof in meerdere goden noemen we monotheïsme
A
Waar
B
Niet waar

Slide 30 - Quizvraag

Cheops en Toetanchamon zijn bekend door...
A
...hun goed leiderschap.
B
...hun geweldige paleizen.
C
...hun begraafplaatsen.
D
...hun liefde voor juwelen.

Slide 31 - Quizvraag