H2 B1 Voedingsmiddelen en voedingsstoffen

Thema 2 Voeding en vertering



BS 1 
Voedingsstoffen en voedingsmiddelen






1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Thema 2 Voeding en vertering



BS 1 
Voedingsstoffen en voedingsmiddelen






Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen
Je kunt de belangrijkste voedingsstoffen benoemen: eiwitten, vetten, koolhydraten, mineralen, vitamines en water.

Je kunt hiervan de belangrijkste functies voor het lichaam van deze benoemen.

Slide 2 - Tekstslide

Voedingsmiddel/ Voedingsstoffen
Voedingsmiddelen zijn alle producten die je eet of drinkt. 

Voedingsstoffen  zijn de bestanddelen van voedingsmiddelen die door het lichaam worden verbruikt.

Slide 3 - Tekstslide

Een broodje kaas bestaat uit voedingsmiddelen en voedingsstoffen. Sleep de woorden naar het juiste vak.
Voedingsmiddel
Voedingsstof
brood
eiwit
vitamine
kaas
vet
boter
koolhydraat

Slide 4 - Sleepvraag

4 functies voedingsstoffen
  1. Brandstof: Leveren de energie 
  2. Bouwstof: zorgen voor groei en herstel
  3. Reservestof: Worden opgeslagen om later te gebruiken
  4. Beschermende stof: Zorgen ervoor dat je niet ziek wordt

Slide 5 - Tekstslide

Voedingsstoffen
Combineer de functies van voedingsstoffen met de juiste omschrijving. 
Brandstoffen
Bouwstoffen
Reservestoffen
Beschermende stoffen
Zorgen ervoor dat je niet ziek wordt
Niet direct nodig, worden opgeslagen in lichaam
Leveren energie, nodig voor verbranding
Nodig voor groei, ontwikkeling en herstel bij schade, om nieuwe cellen en weefsels te maken

Slide 6 - Sleepvraag

Slide 7 - Tekstslide

Zes groepen voedingsstoffen
Er bestaan zes soorten voedingsstoffen.

Deze zijn allemaal te plaatsen in de verschillende groepen die we net behandeld hebben.

Slide 8 - Tekstslide

Eiwitten
Eiwitten zijn bouwstoffen

Teveel aan eiwitten? 
  • Eiwit als brandstof 
  • Eiwit als reservestof (vet)
Cytoplasma
Spieren

Slide 9 - Tekstslide

Koolhydraten
Koolhydraten zijn brandstoffen, maar kunnen ook dienen als bouwstof. Suikers (glucose), zetmeel en glycogeen (opgeslagen glucose). Vezels zijn onverteerbare koolhydraten en zorgen voor een goede stoelgang.

Teveel aan koolhydraten?
  • Koolhydraten als reservestof (vet)

Slide 10 - Tekstslide

Vetten
Vetten zijn brandstoffen, maar kunnen ook dienen als bouwstof en reservestof. 

Verzadigde (V van Verkeerd)
 en onverzadigde vetten (O van Oké)

Slide 11 - Tekstslide

Vitamines
  • Het zijn bouwstoffen
  • Ze werken als beschermende stoffen tegen ziektes
  • Er zijn dertien verschillende vitamines bekend: vitamine A, de vitamines van het B-complex en vitamine C, D en K zijn de bekendste
  • Te veel vitamines werken vergiftigend!
  • In Nederland bestaat niet echt een vitaminegebrek

Slide 12 - Tekstslide

Mineralen 
Mineralen zijn bouwstoffen en dienen ook als beschermende stof. 

Mineralen worden ook wel zouten genoemd. 
  • Calcium (kalk)
  • Natrium
  • Magnesium
  • IJzer

Slide 13 - Tekstslide

Water
Water is een bouwstof                vervoer van stoffen. 
Het menselijk lichaam bestaat uit 60% water. 
Te veel? Plassen maar!

Slide 14 - Tekstslide

Voedingsvezels



- Geen voedingsstof: dus niet nodig als brand, bouw of reservestof

- Stimuleert de darmen

- Voorkomt obstipatie ( verstopping)

- Zorgen voor een verzadigd gevoel

- In plantaardige voedingsmiddelen

- Voedingsvezels worden zelf niet verteerd

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Video

Leerdoel 1: Je kunt de belangrijkste voedingsstoffen benoemen.

Slide 17 - Open vraag

Leerdoel 2: Koppel de voedingsstoffen aan de juiste functies
Brandstof
Bouwstof
Reservestof
Beschermende stof
Eiwitten
Vetten
Vitamines
Mineralen
Water
Koolhydraten
Eiwitten
Vetten
Vetten
Vitamines
Koolhydraten
Koolhydraten
Mineralen

Slide 18 - Sleepvraag

Aan de slag!
Lezen B1 thema 2
(markeer of onderstreep)

Maken
 
Opdrachten 1 t/m 11 
(4 en 8 hoeven niet)

Slide 19 - Tekstslide