Aanvulling op het boek, berekenen
1. Gegeven? Wat voor gegevens heb je?
2. Gevraagd? Wat moet je gaan uitrekenen?
3. Formule? Welke formule ga je gebruiken?
4. Invullen. Vul je formule in met je gegevens.
5. Uitrekenen. Pak je rekenmachine en reken het antwoord uit.
6. Eenheid. Schrijf de juiste eenheden op.