Verhalen over mensen les 1 (02/11)

Welkom!
 

10 minuten stil lezen uit je leesboek





Leg al je boeken op tafel en ga rustig op je plaats zitten




1 / 12
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

In deze les zitten 12 slides, met tekstslides.

Onderdelen in deze les

Welkom!
 

10 minuten stil lezen uit je leesboek





Leg al je boeken op tafel en ga rustig op je plaats zitten




Slide 1 - Tekstslide

Verhalen over mensen les 1

Slide 2 - Tekstslide

Wat gaan we doen vandaag?
- Huiswerk bespreken
- Wat weet je al?
- Theorie
- Werken aan de opdracht 

Aan het einde van de les weet je verschillende soorten personages te herkenen en hun gedrag te verklaren. 

Slide 3 - Tekstslide

Huiswerk

opdracht 4, 6, 8 en 9 op bladzijde 112

Slide 4 - Tekstslide

Wat weet je al?

Slide 5 - Tekstslide

Wat weet je al?
Wat? Maak opdracht 2 en 3 op bladzijde 32 
Hoe? Zelfstandig en stil
Tijd? 5 minuten
Vragen? Steek je hand op en ik kom bij je langs
Klaar? Lees alvast de theorie op bladzijde 118
timer
4:00

Slide 6 - Tekstslide

Theorie 

Slide 7 - Tekstslide

Verhalen over mensen
In een roman is een dier, fantasiewezen of ding geen persoon, maar door zijn menselijke eigenschappen wel een personage.
Verhalen draaien om personages. 

  • Om een lezer te boeien is een personage nodig dat iets wil, dat een verlangen heeft (een drijfveer). Conflicten zijn ook een belangrijke drijfveer. 

Slide 8 - Tekstslide

Verhalen over mensen
  • Om een hoofdpersoon een complete personage te maken, moet het duidelijk zijn waarom iemand naar iets verlangt en ook hoe het komt dat het niet meteen lukt om het doel te bereiken.
    De personage heeft geloofwaardige eigenschappen nodig en maakt hij gedurende het verhaal een ontwikkeling door.
  • Dit noemen wij ook een round character.  

Slide 9 - Tekstslide

Verhalen over mensen
  • Er zijn ook bijfiguren die de hoofdpersoon helpen het conflict op te lossen of die een oplossing juist tegenwerken. 
    Deze bijfiguren worden oppervlakkig en van buitenaf beschreven. 
  • Dit noemen we ook een flat character. 

  • Het archetype is een oertype, dat dus al heel lang in verhalen voorkomt.
  • Een stereotype is een karakterisering op basis van vooroordelen.
  • Een prototype is iemand die aan alle kenmerken van een bepaalde groep voldoet (politieagent, puber)

Slide 10 - Tekstslide

Werken aan de opdracht 
Wat? Opdracht 5, 6, 7 en 8 op bladzijde 32
Hoe? Zelfstandig en stil
Tijd? Tot het einde van de les, het is huiswerk voor 09/11/2023
Vragen? Steek je hand op en ik kom bij je langs 
Klaar? Lees verder in je leesboek of maak ander huiswerk

Gebruik de theorie op bladzijde 118 van je handboek 




timer
8:00

Slide 11 - Tekstslide

Huiswerk:

Voor volgende week donderdag (09/11/23) moet opdracht 5, 6, 7 en 8 op bladzijde 32 af zijn. 

Schrijf dit op in je plenda!

Slide 12 - Tekstslide