2 herhaling

2 herhaling
1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 80 min

Onderdelen in deze les

2 herhaling

Slide 1 - Tekstslide

Programma


-Controleren + nakijken huiswerk


10 min
-Bespreken woordenschat
10 min
-Herhalen hfst 2
10 min
-Oefenen


30 min


Slide 2 - Tekstslide

Leerdoelen
Wat behandelen we vandaag?


  • Je beheerst alle leerdoelen van afgelopen periode.

Slide 3 - Tekstslide

Huiswerk controleren + nakijken
Open je schrift. 
Ga naar Google Classroom. 
In de map "Nederlands h2u" vind je een kopje met "Antwoorden". 
Daarin staan de antwoorden van vorige les.
Kijk je gemaakte opdrachten na.  

Slide 4 - Tekstslide

Wat weet je nog over helden en schurken?

Slide 5 - Woordweb

Helden
Archetype --> oermodel.
Voor het oermodel van de traditionele held moeten we terug naar de Griekse mythes met avonturen van stoere mannen zonder angst. Herakles die met een leeuw vocht. Griekse heros is jong, knap, sterk en nagenoeg onoverwinnelijk. Helden vervelen nooit. 

Oorspronkelijk --> Man is held, vrouw moest worden gered. Van dit stereotype wijken we tegenwoordig af. Vrouwen zijn net zo heldhaftig als mannen. 

Slide 6 - Tekstslide

Schurken
Helden en schurken zijn van elkaar afhankelijk. Zonder kwaad geen goed. Je kan echter begrip krijgen voor de schurk, zoals in Maleficent waar je het sprookje van Doornroosje door de ogen van de gemene heks ziet. 
Helden kom je niet alleen in verhalen tegen; de wereld is bevolkt met mogelijke helden. 
Het kunnen anderen zijn die iemand tot held (of schurk) benoemen, maar het is ook heel normaal om jezelf als held te presenteren, denk maar aan politici. 

Slide 7 - Tekstslide

Wat weet je nog over het publiek?

Slide 8 - Woordweb

Publiek
Een held heeft publiek nodig. Sociale mediaplatforms lijken een ideale omgeving om heldendom te vergaren. Het is menselijk om jezelf van je beste kant te willen laten zien. Niemand zal zichzelf vrijwillig als schurk presenteren. Zelfs de grootste schurken uit de geschiedenis zagen zichzelf waarschijnlijk als held. 

Slide 9 - Tekstslide

Wat zijn hyperlinks?

Slide 10 - Open vraag

Wat is het verschil tussen leesroute en leeshouding?

Slide 11 - Open vraag

Digitaal lezen
Hyperlinks --> linkjes waar je op kunt klikken waardoor je uit de tekst gaat en ergens anders belandt. Kan leiden naar extra uitleg, video met achtergrondinformatie of een brontekst waar de auteur naar verwijst. Leveren dus veel extra informatie op. 
Leesroute --> Klik je op alle linkjes of niet? 
Leeshouding --> doelloos surfen of informatie opzoeken. Actieve en geconcentreerde leeshouding, gericht op het zo goed mogelijk begrijpen van de tekst. 

Slide 12 - Tekstslide

Welke drie fasen doorloop je als je op zoek gaat naar informatie?

Slide 13 - Open vraag

Bruikbaarheid van teksten
Alles is op te zoeken, als je maar weet hoe. Hoe preciezer je weet wat je zoekt, hoe gemakkelijker het zoeken wordt. 

Slide 14 - Tekstslide

Round character
Flat character
We lezen veel karaktereigenschappen
Maakt ontwikkeling door
Verrast soms in het verhaal
Voorspelbaar
Weinig 'laagjes' in karakter

Slide 15 - Sleepvraag

Hoofdpersonen
Bijfiguren
Leer je kennen door wat ze denken en voelen
Medespelers en figuranten
Round characters
Flat characters
Hebben altijd een probleem
Types
Zijn vaak helper / tegenstander

Slide 16 - Sleepvraag

Hoofdpersoon
Bijpersoon
Kenmerken
Heeft een dienende rol
Karakter is nauwelijks uitgewerkt
Flat character
Round character
Compleet en geloofwaardig
Uitgewerkt karakter

Slide 17 - Sleepvraag

Verhalen over mensen
Personage --> persoon in een roman. 
Round character --> een complete hoofdpersoon. 
Type --> een personage met één persoonskenmerk. 
Flat character --> Bijfiguren die oppervlakkig beschreven worden. 

Slide 18 - Tekstslide

Schrijfopdracht

Je hebt een schurk als personage bedacht en beschreven in een kort verhaal van 500 woorden. 
Iemand die nog heel graag zijn/haar verhaal voor wilt lezen?

Slide 19 - Tekstslide

Woordenschat

afhankelijk zijn van - belichamen - bewonderenswaardig - depressief - intens - de legende - de medemens - roemrijk - stereotype - vergaren - allerhande - blikveld - commissie - dateren uit - lancering - ontlezing - perspectief - schaduwkant - tijd uittrekken voor - verruimen - aanklacht - getuige - grondlegger - omstreden - ongezouten - sokkel - vaderlands - verguisd - wandaad - weerleggen - autoritair - drijfveer - meegaand - meester zijn in - netwerk - personage - relatie - tegenkracht - troonopvolging - villa. 

Slide 20 - Tekstslide

Oefeningen
Wie?
Zelfstandig.
Wat?
Oefen met de niet-gemaakte opdrachten van hoofdstuk 2. 
Hoe?
Oefenboek blz 26-42.
Hulp?
Docent.
Tijd?
Tot 11:10.
Uitkomst?
Je beheerst de leerdoelen.
Klaar?
Zie studiewijzer volgende les/week. 

Slide 21 - Tekstslide