Verhalen over mensen les 2 (09/11)

Welkom!
 

10 minuten stil lezen uit je leesboek




Leg al je boeken op tafel en ga rustig op je plaats zitten
Leg je huiswerk op de hoek van je tafel (opdracht 5, 6, 7 en 8 op bladzijde 32)



1 / 10
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

In deze les zitten 10 slides, met tekstslides.

Onderdelen in deze les

Welkom!
 

10 minuten stil lezen uit je leesboek




Leg al je boeken op tafel en ga rustig op je plaats zitten
Leg je huiswerk op de hoek van je tafel (opdracht 5, 6, 7 en 8 op bladzijde 32)



Slide 1 - Tekstslide

Verhalen over mensen les 2

Slide 2 - Tekstslide

Wat gaan we doen vandaag?
- Huiswerk bespreken
- Theorie
- Werken aan de opdracht 

Aan het einde van de les weet je verschillende soorten personages te herkenen en hun gedrag te verklaren. 

Slide 3 - Tekstslide

Huiswerk


Opdracht 5, 6, 7 en 8 op bladzijde 32

Slide 4 - Tekstslide

Theorie 

Slide 5 - Tekstslide

Verhalen over mensen
In een roman is een dier, fantasiewezen of ding geen persoon, maar door zijn menselijke eigenschappen wel een personage.
Verhalen draaien om personages. 

  • Om een lezer te boeien is een personage nodig dat iets wil, dat een verlangen heeft (een drijfveer). Conflicten zijn ook een belangrijke drijfveer. 

Slide 6 - Tekstslide

Verhalen over mensen
  • Om een hoofdpersoon een complete personage te maken, moet het duidelijk zijn waarom iemand naar iets verlangt en ook hoe het komt dat het niet meteen lukt om het doel te bereiken.
    De personage heeft geloofwaardige eigenschappen nodig en maakt hij gedurende het verhaal een ontwikkeling door.
  • Dit noemen wij ook een round character.  

Slide 7 - Tekstslide

Verhalen over mensen
  • Er zijn ook bijfiguren die de hoofdpersoon helpen het conflict op te lossen of die een oplossing juist tegenwerken. 
    Deze bijfiguren worden oppervlakkig en van buitenaf beschreven. 
  • Dit noemen we ook een flat character. 

  • Het archetype is een oertype, dat dus al heel lang in verhalen voorkomt.
  • Een stereotype is een karakterisering op basis van vooroordelen.
  • Een prototype is iemand die aan alle kenmerken van een bepaalde groep voldoet (politieagent, puber)

Slide 8 - Tekstslide

Werken aan de opdracht 
Wat? Opdracht 10, 11 en 12 op bladzijde 35
Hoe? Zelfstandig en stil
Tijd? Tot het einde van de les, het is huiswerk voor 16/11/2023
Vragen? Steek je hand op en ik kom bij je langs 
Klaar? Lees verder in je leesboek of maak ander huiswerk

Gebruik de theorie op bladzijde 118 van je handboek 




timer
8:00

Slide 9 - Tekstslide

Huiswerk:

Voor volgende week donderdag (16/11/23) moet opdracht 10, 11 en 12 op bladzijde 35 af zijn. 

Schrijf dit op in je plenda!

Slide 10 - Tekstslide