Beeldspraak: vergelijking, metafoor & personificatie.

Maandag 9 november

Goedemorgen :-) zorg ervoor dat je op je tafel je chroomebook en je leesboek hebt liggen zodat we straks snel aan de slag kunnen!
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Maandag 9 november

Goedemorgen :-) zorg ervoor dat je op je tafel je chroomebook en je leesboek hebt liggen zodat we straks snel aan de slag kunnen!

Slide 1 - Tekstslide

Lesdoel

Ik weet wat beeldspraak is en kan deze herkennen in een zin.
Ik ken de begrippen vergelijking, metafoor en personificatie. 

Slide 2 - Tekstslide

Beeldspraak

Slide 3 - Woordweb

Slide 4 - Video

Beeldspraak
  • Figuurlijk taalgebruik
  • Symbolisch
  • Niet letterlijk/niet echt

‘Moniek ziet alles door een roze bril.’ 


Slide 5 - Tekstslide

Vergelijking of metafoor?
Vergelijking: Die mevrouw is ijdel als een pauw.
-> eigenschap wordt duidelijk genoemd.
Metafoor: Die mevrouw is een pauw.
-> meer interpretatie vrijheid

Slide 6 - Tekstslide

Die acrobaat is zo lening als een slang!
A
Vergelijking
B
Metafoor

Slide 7 - Quizvraag

Die acrobaat is een slang!
A
Vergelijking
B
Metafoor

Slide 8 - Quizvraag

Metafoor
  • Dieren, planten of andere dingen krijgen menselijke eigenschappen (personificatie)
  • Het gebruik van zintuigen (schreeuwende kleuren, scherpe geur)

Slide 9 - Tekstslide

Het gevaar loert op elke straathoek.

Slide 10 - Open vraag

'Wat een zwijnenstal is het hier!'

Slide 11 - Open vraag

Bilal is in de wolken: hij heeft een tien voor zijn toets.

Slide 12 - Open vraag

Danique is erg lief; zij heeft een hart van goud.

Slide 13 - Open vraag

Vergelijking

Metafoor / personificatie
"Jij bent zeker het zonnetje in huis."
"Jij straalt zo als de zon doet."
"De vijand kwam als een dief in de nacht." 
"Lachend als een boer met kiespijn."
"Soms lacht de toekomst je toe."

Slide 14 - Sleepvraag

Tijdens de storm zuchtte en steunde de kastanjeboom.
A
Vergelijking
B
Personificatie

Slide 15 - Quizvraag

De docent woont in een kast van een huis.
A
Vergelijking
B
Personificatie

Slide 16 - Quizvraag

Opdracht:
Werk samen in tweetallen en haal de personificaties uit het gedicht.

Slide 17 - Tekstslide

Deze les

Slide 18 - Woordweb