1BKL_Oefenen voor SO bs. 1-3

Oefenen voor SO bs. 1-3
1 / 30
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo lwoo, b, kLeerjaar 1

In deze les zitten 30 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Oefenen voor SO bs. 1-3

Slide 1 - Tekstslide

Welke twee levenskenmerken horen bij reageren op de omgeving?
A
Bewegen en voortplanten
B
Bewegen en waarnemen
C
Uitscheiden en voeden
D
Uitscheiden en voortplanten

Slide 2 - Quizvraag

welk onderdeel van de bruine boon waardoor het zaad water op kan nemen.
A
poortje
B
navel
C
zaadhuid
D
hartvormig bultje

Slide 3 - Quizvraag

Is een rauw ei levend, dood of levenloos?
A
levenloos
B
dood
C
levend

Slide 4 - Quizvraag

Gaat deze zin over groei of ontwikkeling?:
Een tomatenplant krijgt bloemen
A
ontwikkeling
B
groei

Slide 5 - Quizvraag

 Zet de namen van de onderdelen van de bruine boon bij de juiste nummers op je blaadje.
1
3
4
2
Zaadhuid
Zaadlob
Poortje
Navel

Slide 6 - Sleepvraag

Wat is de kieming?
A
Een zaadje
B
Het begin van een nieuwe plant
C
Wanneer een plant bloemen krijgt
D
Wanneer een dier geboren wordt.

Slide 7 - Quizvraag


Welk nummer is het kiemplantje?
A
1
B
4
C
7
D
8

Slide 8 - Quizvraag

Als een boon gaat ontkiemen, gaat het kiemplantje groeien. Waar haalt het kiemplantje zijn voedsel vandaan?
A
Uit het water
B
Uit de grond
C
Dat wordt geproduceerd bij de fotosynthese.
D
Uit de zaadlobben.

Slide 9 - Quizvraag

Een kiemplantje is.....
A
een plantje dat ontstaat na de kieming
B
een plantje dat groeit onder de grond
C
een volwassen plant

Slide 10 - Quizvraag

Wat is een kiem in een bruine boon?
A
Blaadje, worteltje, en zaadlobben.
B
Blaadje, en zaadlobben
C
Blaadje en worteltje.

Slide 11 - Quizvraag

Wat is de functie van de zaadhuid.
A
Bescherming
B
Zorgt dat er water naar binnen kan.
C
Hier zat het zaadje mee vast aan de moeder plant.

Slide 12 - Quizvraag

Het reservevoedsel voor een kiemplantje zit in...
A
de zaadlobben
B
de zaadhuid
C
de kiem
D
de wortel

Slide 13 - Quizvraag

Zweten is een voorbeeld van het levenskenmerk
A
uitscheiden
B
groeien
C
ademhalen
D
transpireren

Slide 14 - Quizvraag

4. Is een robot levend, dood of levenloos?
A
levenloos
B
dood
C
levend

Slide 15 - Quizvraag

wat is ontwikkeling
A
groter en zwaarder worden van organisme
B
Levenskenmerken vertonen
C
groeien van een organisme
D
veranderingen in bouw van een organisme

Slide 16 - Quizvraag

Uitscheiden is een van de zeven levenskenmerken
A
Juist
B
Onjuist

Slide 17 - Quizvraag

Wat is de functie van deel 2?
A
Met deel 2 zat de boon vast in de vrucht.
B
Via deel 2 neemt de boon water op bij de kieming
C
Deel 2 beschermt de boon tegen uitdroging.
D
Deel 2 dient als voedsel voor de kiem.

Slide 18 - Quizvraag

Welk deel van een bruine boon beschermt het zaad tegen insecten?
A
Poortje
B
Kiem
C
Zaadhuid
D
Navel

Slide 19 - Quizvraag

Levenskenmerken en voorbeelden bij mensen
een mens kan lopen
adem halen met behulp van longen
een baby wordt een peuter
de mens eet brood
de mens ziet een vogel vliegen
een vrouw kan een baby krijgen
een mens plast
ademhalen
voeden
uitscheiden
waarnemen
bewegen
voortplanten
groeien

Slide 20 - Sleepvraag

Als een baby tanden krijgt, noem je dit dan groei of ontwikkeling
A
groei
B
ontwikkeling

Slide 21 - Quizvraag

Een plant heeft bladeren die groter worden.
Groei of ontwikkeling?
A
Groei
B
Ontwikkeling

Slide 22 - Quizvraag

Is dit paard levend, dood of levenloos?
A
Levend
B
Dood
C
Levenloos

Slide 23 - Quizvraag

Is een bacterie een organisme?
A
Ja
B
Nee

Slide 24 - Quizvraag

Hoe noemen we een persoon van 18 jaar?
A
Puber
B
Adolescent
C
Volwassene

Slide 25 - Quizvraag


A
Levend
B
Dood
C
Levenloos
D
geen idee

Slide 26 - Quizvraag


A
levend
B
dood
C
levenloos
D
gewoon, water

Slide 27 - Quizvraag

Wat is GEEN onderdeel van een zaadje?
A
zaadlob
B
zaadhuid
C
kiem
D
stengel

Slide 28 - Quizvraag

Functie van zaadlob is
A
fotosynthese uitvoeren
B
stevigheid geven aan zaadje
C
voedingsstoffen geven aan kiemplantje
D
bevruchting

Slide 29 - Quizvraag

Wat is ontwikkeling?
A
De plant verliest een aantal onderdelen
B
De plant krijgt nieuwe delen
C
Een plant die groter en zwaarder wordt

Slide 30 - Quizvraag