,

WRE 2AHA - Schrijven en Formuleren §3 Variatie in zinsopbouw

Welkom 2AHA!
Nederlandse les
Checklist:
- Mobiel in de (telefoon)tas
- Boek Nederlands op tafel
- Zitten volgens plattegrond
1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Welkom 2AHA!
Nederlandse les
Checklist:
- Mobiel in de (telefoon)tas
- Boek Nederlands op tafel
- Zitten volgens plattegrond

Slide 1 - Tekstslide




  1. Herhaling vorige les
  2. Zinsopbouw
  3. Oefenen
  4. Opdracht
  5. Zelfstandig werken
  6. Afsluiting
PLANNING

Slide 2 - Tekstslide

Lesdoelen
Aan het einde van deze les...
  • Heb ik geleerd hoe ik variatie aan kan brengen in de woordkeuze en zinsopbouw

Slide 3 - Tekstslide

Er volgen nu wat herhalingsvragen

Slide 4 - Tekstslide

Welke woorden zijn synoniemen van elkaar? Sleep de juiste synoniemen naar de woorden.
Leugenaar
Zoenen
Voorspelling
Afwas
Bedrieger
Kussen
Prognose
Vaat

Slide 5 - Sleepvraag

Welke woorden zijn synoniemen van elkaar? Sleep de juiste synoniemen naar de woorden.
Boos
Chantage
Gevangenis
Cipier
Kwaad
Afpersing
Bajes
Gevangenisbewaarder

Slide 6 - Sleepvraag

Wat is een synoniem voor 'maatje'?

Slide 7 - Woordweb

Wat is hier géén verwijswoord ?
A
de
B
deze
C
die
D
dat

Slide 8 - Quizvraag

Met het verwijswoord
'met wie'
verwijs je naar...
A
een mens
B
een dier
C
een ding

Slide 9 - Quizvraag

Verwijswoorden...
A
geven een verband aan in de tekst.
B
geven een eigenschap aan.
C
geven aan dat iets van iemand is.
D
verwijzen naar iets in de tekst.

Slide 10 - Quizvraag

Hoe kun je in onderstaand verhaal variatie aanbrengen in woordkeuze?
Ik heb niet heel veel in mijn vakantie gedaan. Wel heb ik gevoetbald en met mijn familie naar de stad geweest. Daar heb ik schoenen gekocht. Ik ben niet op vakantie geweest. Ook heb ik een wedstrijd gespeeld. In het weekend heb ik ook niet veel gedaan.

Slide 11 - Open vraag

Lees de volgende tekst:
Een glazenwasser uit Leeuwarden heeft gisteren een geweldige vondst gedaan. De man was zijn ronde aan het doen. Hij klom met een emmertje sop de ladder op bij het eerste huis in de straat. Hij zag op de vensterbank een gouden ketting liggen met een hangertje eraan. De bewoonster was de ketting al een tijdje kwijt. Ze was erg blij dat de ketting teruggevonden was.

Slide 12 - Tekstslide

Zinsopbouw
De meeste zinnen hebben de volgende opbouw:
onderwerp - persoonsvorm - ander zinsdeel (OPA)
De leraar geeft de uitleg. 

Alleen maar OPA-zinnen te gebruiken, maakt een tekst saai. Je moet dus niet alleen variëren in woordkeuze, maar ook in zinsopbouw.

Slide 13 - Tekstslide

Zinsopbouw
Zo varieer je in zinsopbouw:
  • Kies naast OPA ook de andere volgorde: APO
  • Maak zo nu en dan een vraagzin: POA
  • Gebruik (in teksten waar dat kan), ook de gebiedende wij (PA)

Slide 14 - Tekstslide

Maak een zin met de zinsdelen. Je mag de volgorde veranderen.

Slide 15 - Open vraag

Mijn vriendin pakt meestal de bus naar huis.
De zinsopbouw van deze zin is:
A
opa
B
apo
C
poa

Slide 16 - Quizvraag

Welke zinsopbouw?

Vanochtend was het koud op de fiets.
A
OPA
B
APO
C
POA
D
PA

Slide 17 - Quizvraag

Welke zinsopbouw?

Is hij jarig?
A
OPA
B
APO
C
POA
D
PA

Slide 18 - Quizvraag

Wat is de zinsopbouw?

In de herfstvakantie worden veel activiteiten voor jongeren georganiseerd.
A
OPA
B
APO
C
POA
D
PA

Slide 19 - Quizvraag

Welke zinsopbouw?

Eet een tosti!
A
OPA
B
POA
C
APO
D
PA

Slide 20 - Quizvraag

Breng meer variatie in woordkeuze en zinsopbouw in onderstaand verhaal:
Ik ben naar de film geweest. Het was Oppenheimer. Hij ging over hoe de atoombom is ontstaan. Ik ben ook naar het zwembad geweest. De glijbanen waren wel wat saai, maar voor de rest heel leuk. Ik ben ook nog naar de verjaardag van mijn neef geweest.

Slide 21 - Open vraag

ZELFSTANDIG WERKEN
Wat:
Havo: opdracht 2 en 3
Vwo: opdracht 2, 4 en 5
Bladzijde 238-239
Hoe:
In je boek/schrift. Je mag fluisterend overleggen.
Hulp:
Theorie op blz. 238
Tijd:
Tot het einde van deze les.
Klaar:
Oefen in de online methode met de trainer. Cursus Formuleren §2 en 3

Slide 22 - Tekstslide