De persoonsvorm in de zin - deel 2

De persoonsvorm

1 / 20

Slide 1: Tekstslide

TaalBasisschoolGroep 8

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Lesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

De persoonsvorm

Slide 1 - Tekstslide

Doelen

Ik kan uitleggen wat een persoonsvorm is.
Ik kan op drie verschillende manieren de persoonsvorm vinden.

Slide 2 - Tekstslide

Wat is een persoonsvorm?

Een woord in de zin
Een werkwoord

Slide 3 - Tekstslide

Wat is een werkwoord?

Woorden die je kunt doen
Doewoorden

Slide 4 - Tekstslide

Speciale werkwoorden

Hebben
Zijn
Worden

Lijken geen doewoorden, maar zijn wel werkwoorden.

Slide 5 - Tekstslide

De persoonvorm

Fanny droomt over de vakantie.

Daan eet een appel.

Slide 6 - Tekstslide

Persoonsvorm 3 manieren

Vraagproef
Tijdproef
Getalproef/aantal

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Teun wil vanmiddag gaan zwemmen. Zoek de werkwoorden.

Slide 11 - Open vraag

Teun wil vanmiddag gaan zwemmen.
Maak een vraagzin.

Slide 12 - Open vraag

Teun wil vanmiddag gaan zwemmen.
Zet de zin in de verleden tijd.

Slide 13 - Open vraag

Teun wil vanmiddag gaan zwemmen.
Zet de zin in het meervoud.

Slide 14 - Open vraag

Teun wil vanmiddag gaan zwemmen.
Wat is de pers. vorm?

Slide 15 - Open vraag

Wij wilden gister naar school lopen.
Zoek de werkwoorden.

Slide 16 - Open vraag

Wij wilden gister naar school lopen.
Maak een vraagzin

Slide 17 - Open vraag

Wij wilden gister naar school lopen.
Zet de zin in de tegenwoordige tijd.

Slide 18 - Open vraag

Wij wilden gister naar school lopen.
Zet de zin in het enkelvoud.

Slide 19 - Open vraag

Wij wilden gister naar school lopen.
Wat is de pers. vorm?

Slide 20 - Open vraag