Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
3v-24-5-Werkwoorden, verleden tijd herhaling
welke verleden tijden ken je?
1 / 29
volgende
Slide 1:
Woordweb
Duits
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 3
In deze les zitten
29 slides
, met
interactieve quizzen
,
tekstslides
en
3 videos
.
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
welke verleden tijden ken je?
Slide 1 - Woordweb
Slide 2 - Tekstslide
Slide 3 - Video
Voltooid verleden tijd
ge + stam+ t
wohnen
wohn
ge+ wohn+ t
gewohnt
Slide 4 - Tekstslide
uitzondering d/t
stam eindigt op d/t : smokkel e
arbeiten
arbeit
ge+ arbeit+ et
gearbeitet
öffnen
zeichnen
rechnen
regnen
atmen
begegnen
Slide 5 - Tekstslide
uitzondering
-ieren
fotografieren -> fotografiert
met voorzetsel
überqueren -> überquert
Slide 6 - Tekstslide
Ich habe meinen Hausaufgaben diese Woch nicht (gedaan)
A
gemachet
B
gemacht
C
gemachd
D
gemachst
Slide 7 - Quizvraag
Ich habe meinen Lieblingsschauspieler (gefotografeerd)
A
gefotografiert
B
gefotografieret
C
fotografiert
D
gefotografierest
Slide 8 - Quizvraag
Es hat gestern den ganzen Tag (geregent)
A
geregnet
B
geregnt
C
geregneret
D
regnet
Slide 9 - Quizvraag
Mein Freund hat mich nach der Party (begeleid)
A
begleitet
B
gebegleit
C
begleit
D
begleitet
Slide 10 - Quizvraag
Ik weet hoe ik de voltooid verleden tijd van een zwak werkwoord moet vormen
😒
🙁
😐
🙂
😃
Slide 11 - Poll
O.V.T. Verleden tijd zwakke werkwoorden
wonen -
woonden
wohnen -
wohnten
als de stam in de verleden tijd dus niet van klank veranderd
Regel: In het Nederlands een zwak werkwoord: dan in het Duits ook!
Slide 12 - Tekstslide
Slide 13 - Video
tegenwoordig
verleden tijd
d/t
ich
wohne
wohn
te
arbeit
ete
du
wohnst
wohn
test
arbeit
etest
er
wohnt
wohn
te
arbeit
ete
sie
wohnt
wohn
te
arbeit
ete
es
wohnt
wohn
te
arbeit
ete
wir
wohnen
wohn
ten
arbeit
eten
ihr
wohnt
wohn
tet
arbeit
etet
sie
wohnen
wohn
ten
arbeit
eten
Sie
wohnen
wohn
ten
arbeit
eten
Slide 14 - Tekstslide
Die Schülerin (voelde) sich nicht wohl und ging nach Hause
A
fühlte
B
fühltete
C
fuhlte
D
fuhltete
Slide 15 - Quizvraag
(Voerde) du deinem Goldfisch jeden Tag Fliegen?
A
fütterst
B
fütterste
C
fütterte
D
füttertest
Slide 16 - Quizvraag
Sie (knuffelde) noch immer mit ihrer toten Schildkröte
A
kuschelt
B
kuschultest
C
kuscheltet
D
kuschelte
Slide 17 - Quizvraag
Meine Eltern (verkochten) unser Haus für einen guten Preis
A
verkaufteten
B
verkaufen
C
verkauften
D
vekaufte
Slide 18 - Quizvraag
Nach der Sportstunde (ademde) du sehr schwer!
A
atmest
B
atmetest
C
atmtest
D
atmete
Slide 19 - Quizvraag
Ik kan een zwak werkwoord in de verleden tijd vervoegen
😒
🙁
😐
🙂
😃
Slide 20 - Poll
Sterke werkwoorden
een aantal dingen om op te letten:
ich, er/sie/es : geen uitgang
du, ihr bij stam eindigend op d/t: smokkel e
voltooid deelwoord: eindigd op -en
Slide 21 - Tekstslide
Slide 22 - Video
Er (at) immer Gemüse, deswegen ist er so alt geworden
Slide 23 - Open vraag
Meine Mutter (sloot) nie die Tür ab, bevor sie ins Bett gang
Slide 24 - Open vraag
(Ontmoette) du deine Freundin ins Geheim?
Slide 25 - Open vraag
Ich (droeg) meinen kleinen Bruder während der Spanziergang
Slide 26 - Open vraag
Hast du mein Buch schon zurück (gegeven)?
Slide 27 - Open vraag
Wir haben endlich den Lotto (gewonnen)
Slide 28 - Open vraag
Ist es endlich (gelukt)?
Slide 29 - Open vraag
Meer lessen zoals deze
Werkwoorden, verleden tijd herhaling
Maart 2023
- Les met
32 slides
Duits
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 3
Werkwoorden, verleden tijd herhaling
November 2024
- Les met
22 slides
Duits
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 3
Werkwoorden, verleden tijd herhaling
Juli 2024
- Les met
32 slides
Duits
Middelbare school
vwo
Leerjaar 3,4
zwakke werkwoorden verleden tijd
November 2023
- Les met
23 slides
Duits
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
07-06-3v-zwakke werkwoorden verleden tijd
Juni 2022
- Les met
38 slides
Duits
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
zwakke werkwoorden verleden tijd
Oktober 2023
- Les met
20 slides
Duits
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
M2 Kap 3
December 2023
- Les met
40 slides
Duits
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 2
V5 K2 C VT/VVT haben, sein, werden, zwakke, sterke ww
September 2024
- Les met
23 slides
Duits
Middelbare school
vwo
Leerjaar 5