De volgorde redekundig ontleden:
1. pv: werkwoord dat van tijd kan veranderen,
2. zinsdeelstrepen
3. wg: alle werkwoorden van de zin, soms te of een vz
of ng: alle werkwoorden + naamwoordelijk deel
4. o: wie / wat + gezegde
5. lv: wie / wat +wg + o
6. mv: aan wie / voor wie + wg + o + lv
vzv (voorzetselvoorwerp):
8. bwb: begint vaak met vz; zegt iets over waarom, waar, wanneer, hoe