In deze les zitten 28 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Onderdelen in deze les
Partijen in een zaak
Slide 1 - Tekstslide
Soorten zaken
Er zijn veel verschillende soorten zaken, omdat er verschillende rechtsgebieden zijn.
In ieder gebied is een verdere splitsing maar in grote lijn zijn dit de soorten rechtszaken die er kunnen zijn:
Civiel recht
Bestuursrecht
Strafrecht
Civiel recht
Civiel recht
Bij civiele rechtszaken is de overheid geen partij. Dit is altijd tussen burgers onderling. Dus bijvoorbeeld twee buren die ruzie hebben, of mensen die gaan scheiden. Het kan uiteraard ook tussen bedrijven/organisaties onderling zijn of tussen bedrijven/organisaties en mensen (bijvoorbeeld een werknemer die zijn bedrijf aansprakelijk stelt voor schade die hij heeft opgelopen tijdens het werk).
Bestuursrecht
Bestuursrecht
Bij bestuursrecht gaat het altijd tussen de overheid en burgers (dus ook bedrijven en/of organisaties). Het bestuur kan van elk niveau zijn, dus bijvoorbeeld landelijk bestuur (ministeries) helemaal tot gemeentelijk niveau (burgemeesters en wethouders) en alle niveaus van bestuur die ertussen zitten.
Het bestuur heeft een beslissing genomen (of juist niet) en de burgers zijn het hiermee niet eens. Zij vinden bijvoorbeeld dat de beslissing oneerlijk is, of hun schade oplevert. Dan kunnen zijn het bestuur voor de rechter brengen en dan kan de rechter de beslissing van het bestuur aanpassen of vernietigen.
Strafrecht
Strafrecht
Bij strafrecht gaat het altijd tussen de overheid en burgers (dus ook bedrijven en/of organisaties). Het openbaar ministerie (OM) vervolgt mensen of organisaties die de strafwet hebben overtreden.
Dit is het enige rechtsgebied waar burgers gestraft kunnen worden. Deze straffen kunnen vrijheidstraffen zijn (bijvoorbeeld dat je de gevangenis inmoet, een taakstraf of een rijontzegging) of economische straffen (boetes).
Slide 2 - Tekstslide
Bedenk twee voorbeelden van verschillende civiele zaken. Noem beide partijen. Geef aan waar de zaak over gaat (dus over welke vraag de rechter een beslissing moet nemen)
Slide 3 - Open vraag
Wat is civiel recht?
A
Het recht dat geldt tussen burgers en de overheid.
B
Het recht dat geldt binnen een bedrijf.
C
Het recht dat geldt in strafzaken.
D
Het recht dat geldt tussen burgers onderling.
Slide 4 - Quizvraag
Welke zaken vallen onder civiel recht?
A
Arbeidsconflicten, huurgeschillen en aankopen van consumentengoederen.
B
Oorlogsmisdaden, terrorisme en spionage.
C
Belastinggeschillen, milieu- en gezondheidszaken.
D
Verkeersovertredingen, diefstal en fraude.
Slide 5 - Quizvraag
Bedenk twee voorbeelden van verschillende bestuursrecht zaken. Noem beide partijen. Geef aan waar de zaak over gaat (dus over welke vraag de rechter een beslissing moet nemen)
Slide 6 - Open vraag
Wat is bestuursrecht?
A
Het recht dat de relatie tussen burgers en overheid regelt.
B
Het recht dat de relatie tussen burgers onderling regelt.
C
Het recht dat de relatie tussen bedrijven en overheid regelt.
D
Het recht dat de relatie tussen bedrijven onderling regelt.
Slide 7 - Quizvraag
Wat is een bestuursorgaan?
A
Een orgaan van de overheid dat belast is met het besturen van een bepaald gebied of een bepaalde sector.
B
Een orgaan van de rechterlijke macht dat belast is met bestuursrechtelijke zaken.
C
Een orgaan van een bedrijf dat belast is met het besturen van een bepaalde afdeling.
D
Een orgaan van een politieke partij dat belast is met het formuleren van bestuursbeleid.
Slide 8 - Quizvraag
Bedenk twee voorbeelden van verschillende strafrecht zaken. Noem beide partijen. Geef aan waar de zaak over gaat (dus over welke vraag de rechter een beslissing moet nemen)
Slide 9 - Open vraag
Wat is strafrecht?
A
Een rechtstak die zich bezighoudt met belastingen
B
Een rechtstak die zich bezighoudt met misdrijven
C
Een rechtstak die zich bezighoudt met huurrecht
D
Een rechtstak die zich bezighoudt met civiele zaken
Slide 10 - Quizvraag
Wat is het doel van strafrecht?
A
Het beschermen van de verdachte tegen onterechte beschuldigingen
B
Het beschermen van de samenleving tegen crimineel gedrag
C
Het beschermen van de privacy van de verdachte
D
Het beschermen van de rechten van slachtoffers
Slide 11 - Quizvraag
Wat is het verschil tussen een strafrechtadvocaat en een officier van justitie?
A
Een strafrechtadvocaat verdedigt de verdachte, terwijl een officier van justitie de aanklager is
B
Een strafrechtadvocaat moet altijd de waarheid vertellen, terwijl een officier van justitie soms mag liegen om een zaak te winnen
C
Een strafrechtadvocaat werkt altijd voor de overheid, terwijl een officier van justitie onafhankelijk is
D
Een strafrechtadvocaat heeft altijd meer macht dan een officier van justitie
Slide 12 - Quizvraag
Civiel recht
Rechters
De burgers die de zaak aanspannen en de burgers die voor de rechtbank gedaagd worden
Advocaten van beide kanten
Getuigen
Slide 13 - Tekstslide
Bestuursrecht
Rechters
De burgers die de zaak aanspannen en de vertegenwoordigers van het bestuursorgaan die het besluit genomen heeft
Advocaten van beide kanten
Getuigen
Slide 14 - Tekstslide
Strafrecht
Rechters
De Officier van Justitie die de besloten heeft een burger te vervolgen en de burger die verdacht wordt van een misdrijf of overtreding
Advocaat van de verdachte
Getuigen
Slide 15 - Tekstslide
Leg uit wat de Rechter moet doen en waarom zijn rol belangrijk is.
Slide 16 - Open vraag
Leg uit waarom een rechter gekleed gaat in een zwarte toga?
Slide 17 - Open vraag
Leg uit wat de rol is van een advocaat en waarom zij belangrijk zijn in rechtzaken.
Slide 18 - Open vraag
Leg uit waarom alleen mensen die een universitaire mastergraad hebben in de rechtsgeleerdheid en aangesloten zijn bij de orde van advocaten zich advocaat mogen noemen.
Slide 19 - Open vraag
Leg uit wat een getuige voor rol heeft. En mag een getuige liegen tijdens een rechtszaak?
Slide 20 - Open vraag
Leg uit wat een Officier van Justitie is. En wat hun rol is in een strafzaak.
Slide 21 - Open vraag
Als het OM bewijsmateriaal krijgt dat een verdachte misschien kan vrijspreken dan is de officier van justitie verplicht dit bewijs te delen met de advocaat van de tegenpartij. Waarom zou dit zijn?
Slide 22 - Open vraag
Wat is een officier van justitie?
A
Een openbaar aanklager die verdachten vervolgt.
B
Een rechter die vonnissen uitspreekt.
C
Een politiefunctionaris die boetes uitdeelt.
D
Een advocaat die verdachten verdedigt.
Slide 23 - Quizvraag
Welke strafbare feiten worden altijd door een officier van justitie behandeld?
A
Verkeersovertredingen.
B
Misdrijven.
C
Overtredingen.
D
Fiscale delicten.
Slide 24 - Quizvraag
Kan een officier van justitie ook besluiten om een verdachte niet te vervolgen?
A
Ja, maar alleen als de verdachte een bekentenis aflegt.
B
Ja, als er onvoldoende bewijs is of als het niet in het algemeen belang is.
C
Nee, een verdachte moet altijd vervolgd worden.
D
Ja, maar alleen als de verdachte berouw toont.
Slide 25 - Quizvraag
Wat is een advocaat?
A
Een juridisch adviseur en verdediger in rechtbanken.
B
Een financieel adviseur.
C
Een medische professional.
D
Een politiek adviseur.
Slide 26 - Quizvraag
Welke beroepsorganisatie behartigt de belangen van advocaten in Nederland?
A
De Nederlandse Vereniging van Banken.
B
De Koninklijke Nederlandse Beroepsorganisatie voor Accountants.
C
De Beroepsvereniging voor Klantmanagers.
D
De Nederlandse Orde van Advocaten.
Slide 27 - Quizvraag
Wat is de taak van een advocaat tijdens een rechtszaak?
A
Het bepalen van de straf.
B
Het verdedigen van de cliënt en pleiten voor diens belangen.