- Je krijgt over 6.1 één vraag op het SE en je krijgt over 6.3 één vraag op het SE.
Slide 2 - Tekstslide
6.1 Warmte en temperatuur
Slide 3 - Tekstslide
6.1 Warmte en temperatuur
De warmte die wordt afgestaan door de spiraal hangt af van het vermogen en de tijd.
Je kunt de afgestane warmte uitrekenen met:
E = P x t
E = vrijgekomen warmte (J)
P = vermogen (W)
t = tijd (s)
Slide 4 - Tekstslide
Slide 5 - Tekstslide
Vermogen berekenen
P = Vermogen in W
U = Spanning in V
I = Stroomsterkte in A
Slide 6 - Tekstslide
Rekenen met vermogen
Iris wil graag een kop thee maken. Ze heeft een waterkoker met een vermogen van 1000 W aangesloten op het lichtnet (230V).
Wat is de stroomsterkte?
Slide 7 - Tekstslide
Uitwerking
Iris wil graag een kop thee maken. Ze heeft een waterkoker met een vermogen van 1000 W aangesloten op het lichtnet (230V).
Wat is de stroomsterkte?
Gegeven: P=1000W, U=230V
Gevraagd: I (A)
Formule: I=P/U
Oplossing: I=P/U=1000/230=4,4 A
Antwoord: I=4,4A
Slide 8 - Tekstslide
Rekenen met warmte
Iris wil graag een kop thee maken. Ze heeft een waterkoker met een vermogen van 1000 W aangesloten op het lichtnet (230V). Het water koken duurt 3 minuten.
Hoeveel energie kost dit?
Geg: P=1000W, t=180s (3x60min)
Gevr: E (of Q) in Joule
Opl: E = P x t = 1000 W x 180 s = 180 000 J = 180 kJ
Slide 9 - Tekstslide
6.3 Warmtetransport
Straling
Stroming
Geleiding
Slide 10 - Tekstslide
6.3 Warmtetransport
Slide 11 - Tekstslide
6.3 Warmtetransport
Slide 12 - Tekstslide
Wat is belangrijk voor het SE?
- Pak een pen en een papier (of schrijf het achterop je Leerstofoverzicht)