Energie-stroomdiagrammen: welke energie-omzetting vindt plaats
Slide 5 - Tekstslide
Elektrische energie berekenen
Slide 6 - Tekstslide
Warmte berekenen
Je kan berekenen hoeveel warmte er nodig is om een bepaalde hoeveelheid stof te verwarmen tot een bepaalde temperatuur.
Slide 7 - Tekstslide
Soortelijke warmte van een aantal stoffen.
Alleen de soortelijke warmte van water moet je uit je hoofd kennen.
Slide 8 - Tekstslide
Opdracht
Iris wil graag een kop thee maken. Ze heeft een waterkoker met een vermogen van 1000 W aangesloten op het lichtnet (230V). Ze vult de waterkoker met water van 20 °C. Het water koken duurt 3 minuten.
Bereken hoeveel g water er in de waterkoker zat.
Slide 9 - Tekstslide
Warmteverlies
Warmteverlies door:
geleiding - door een vaste stof
stroming - door een vloeistof of gas
straling - door elektromagnetische straling
Slide 10 - Tekstslide
Isoleren
Het tegengaan van warmtetransport heet isoleren.
Door iets te isoleren, kun je geleiding, stroming en/of straling tegenwerken.
Slide 11 - Tekstslide
3.4 Rendement
Slide 12 - Tekstslide
Rendement
Het rendement geeft aan hoeveel procent nuttig gebruikt wordt.
Slide 13 - Tekstslide
Rendement
Slide 14 - Tekstslide
Opdracht
Een waterkoker gebruikt 144 000 J. Er gaat 28 800 J verloren.
Bereken het rendement.
Slide 15 - Tekstslide
Opdracht
Een gloeilamp van 75 Watt brandt in totaal 2 minuten. Bereken de energie die de lamp opneemt. Het rendement van deze lamp is 5%. Bereken de hoeveelheid licht energie die de lamp afgeeft.
Slide 16 - Tekstslide
Opdracht
Iris wil graag een kop thee maken. Ze heeft een waterkoker met een vermogen van 1000 W aangesloten op het lichtnet (230V). Ze vult de waterkoker met water van 20 °C. Het water koken duurt 3 minuten. De waterkoker heeft een rendement van 75%.