Klas 2 les 46

1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Programme d'aujourd'hui
Parler du liste de vocabulaire
Parler des exercices
Le passé composé

Slide 4 - Tekstslide

Welke woorden staan
op jullie woordenlijst?

Slide 5 - Woordweb

Parler des exercices
Madame n'a pas encore corrigé les exercices. 
Regarde les points
Si tu as une question, pose(stel) la question maintenant ou après pendant le travail individuel (zelfstandig werk).

Slide 6 - Tekstslide

Aujourd'hui
il travaille
il trouve
il tombe
il monte
je saute
je cherche
j'oublie
Je vais
Hier
il a travaillé
il a trouvé
il est tombé
il est monté
j'ai sauté
j'ai cherché
j'ai oublié
je suis allé

Slide 7 - Tekstslide

Aujourd'hui
je dis
j'écris
tu souris
tu choisis
Il finit
il sort
Hier
J'ai dit
J'ai écrit
Tu as souri
Tu as choisi
Il a fini
il est sorti

Slide 8 - Tekstslide

Passé composé
Passé composé = werkwoord être/avoir + voltooid deelwoord
                                         j'ai  (ik heb)                            mangé (gegeten)
                                         je suis (ik ben)                      fini (geëindigd)                   
Het voltooid deelwoord eindigt vaak op é of i/it
Il a travaillé
j'ai souri

Slide 9 - Tekstslide

De passé composé wordt gevormd door
A
avoir + voltooid deelwoord
B
être + hele werkwoord
C
avoir + vervoegd werkwood
D
être + voltooid deelwoord

Slide 10 - Quizvraag

Voor het voltooid deelwoord van werkwoorden op -er gebruik ik
A
e
B
es
C
é
D
és

Slide 11 - Quizvraag

Je hebt voor de passé composé het rijtje van avoir nodig. Maak af: J'ai, tu ___, il ____, nous ___, vous ____, ils _____

Slide 12 - Open vraag

Je hebt voor de passé composé het rijtje van être nodig. Maak af: Je suis, tu ___, il ____, nous ___, vous ____, ils ___

Slide 13 - Open vraag

jouer
Tu ___ _________

Slide 14 - Open vraag

Lancer
Elle ___ ________

Slide 15 - Open vraag

aller
il ____ _______

Slide 16 - Open vraag

tomber
Je ____ _______

Slide 17 - Open vraag

Volgende keer verder over de passé composé
Maak deel 3 van de leesteksten via opdrachten

Slide 18 - Tekstslide