Formuleren-H.1-zinnen correct begrenzen

Wat moeten jullie straks kennen en kunnen?


Oftewel, wat is het doel van deze les?


Na deze les ben je in staat om zinnen correct te begrenzen ( verkleinen)


1 / 10
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 10 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 120 min

Onderdelen in deze les

Wat moeten jullie straks kennen en kunnen?


Oftewel, wat is het doel van deze les?


Na deze les ben je in staat om zinnen correct te begrenzen ( verkleinen)


Slide 1 - Tekstslide

Zinnen correct begrenzen
Zinnen beginnen met een hoofdletter en eindigen met een punt. In samengestelde zinnen worden de zinnen meestal van elkaar gescheiden door een komma, een puntkomma of een dubbele punt:

– Wereldrecords kunnen niet steeds opnieuw verbroken worden, want er zit een grens aan de mogelijkheden van het menselijk lichaam.

Slide 2 - Tekstslide

– Ik ga graag naar het buitenland op vakantie; ik vind Nederland maar saai.
– Inwoners van grensgebieden zijn vaak tweetalig: ze communiceren net zo makkelijk in het Duits als in het Nederlands.


Je kunt zinnen ook samenvoegen, maar dan moet je een voegwoord gebruiken:

Slide 3 - Tekstslide

– De leraar legde de som stap voor stap uit, maar de klas begreep er niets van.
– Hoewel de leraar de som stap voor stap uitlegde, begreep de klas er niets van.




Het begrenzen van zinnen kan op twee manieren verkeerd gaan:

Slide 4 - Tekstslide

Een bijzin die zinsdeel is in een samengestelde zin, wordt als losse zin geschreven:
– *Veel mensen vinden het moeilijk om nee te zeggen. Omdat ze bang zijn een ander te kwetsen.
Twee zelfstandige zinnen (hoofdzinnen) worden ten onrechte samengevoegd:
– *Tijdens de Tweede Wereldoorlog werden verschillende landen door Duitsland bezet, hier kwamen veel mensen tegen in opstand.

Slide 5 - Tekstslide

Lees de theorie op blz. 32

Zodra iedereen de theorie gelezen heeft, ga je overleggen met degene die naast je zit. 

Opschrijven/ markeren zodra de theorie door docent is besproken

Je hoeft dit dus niet direct te doen, maar je moet wel kunnen vertellen waar het over gaat.

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Link

Even checken. Wie vertelt mij nog even wat we zojuist hebben gehoord?


Geen vingers, ik geef de beurt aan ..............................................

Slide 8 - Tekstslide

H3A

Slide 9 - Tekstslide

Maken:
startopdr. + 
opdr. 1 t/ 3 
blz. 32-33



Snel klaar?  Je leest verder in je boek 

Slide 10 - Tekstslide