Herhaling
1 / 42
Lesduur is: 45 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Slide 3 - Tekstslide
Slide 4 - Tekstslide
Slide 5 - Tekstslide
Sinterklaas heeft een mijter op en zes cola
A
Goed
B
Fout
Slide 6 - Quizvraag
De huizen worden gesloopt en de flat gerenoveerd.
A
Goed
B
Fout
Slide 7 - Quizvraag
Eerst bezoeken wij Rome en daarna Florence.
A
Goed
B
Fout
Slide 8 - Quizvraag
De goederen verwachten wij vandaag en sturen wij direct door.
A
Goed
B
Fout
Slide 9 - Quizvraag
Het bedrag van € 5000,- vinden wij reëel en wordt door ons op uw rekening bijgeschreven.
A
Goed
B
Fout
Slide 10 - Quizvraag
Ik beheers goede of foute samentrekking.
😒🙁😐🙂😃
Slide 11 - Poll
Slide 12 - Tekstslide
Dromend van zijn vriendin liep hij tegen een lantaarnpaal
A
Goed
B
Fout
Slide 13 - Quizvraag
Slide 14 - Tekstslide
Huppelend van plezier kwam het kind de klas binnen.
A
Goed
B
Fout
Slide 15 - Quizvraag
Kijkend uit het raam viel plotseling een dakpan naar beneden.
A
Goed
B
Fout
Slide 16 - Quizvraag
Ik beheers de beknopte bijzin.
Slide 17 - Poll
Wanneer gebruik je -dan-?
Slide 18 - Woordweb
Slide 19 - Tekstslide
Wanneer gebruik je -als-? Geef twee voorbeeldzinnen.
Slide 20 - Open vraag
Hij is groter dan haar.
A
Goed
B
Fout
Slide 21 - Quizvraag
Een hotel in Londen kost tien keer zo veel als in Praag.
A
Goed
B
Fout
Slide 22 - Quizvraag
Hij is lang niet zo precies als zijn collega.
A
Goed
B
Fout
Slide 23 - Quizvraag
Ik voel me net zo blij als hun.
A
Goed
B
Fout
Slide 24 - Quizvraag
Ik beheers als/dan... mij/ik.
😒🙁😐🙂😃
Slide 25 - Poll
Slide 26 - Tekstslide
Wat is het eerste wat je moet uitzoeken als je een vraag krijgt over werkwoorden?
Slide 27 - Open vraag
Wanneer gebruiken we 't ex kofschip
Slide 28 - Open vraag
Wij doen pas zaken als u dat contract ondertekend.
A
Goed
B
Fout
Slide 29 - Quizvraag
Wij doen pas zaken als u dat contract
heeft ondertekend.
heeft ondertekend.
A
Goed
B
Fout
Slide 30 - Quizvraag
Dat word je niet iedere dag gevraagd.
A
Goed
B
Fout
Slide 31 - Quizvraag
De afgelaste wedstrijd werd pas weer uitgesteld.
A
Goed
B
Fout
Slide 32 - Quizvraag
Vermeld je wel precies wie er niet aanwezig zijn?
A
Goed
B
Fout
Slide 33 - Quizvraag
Dat verbaast mij trouwens niet.
A
Goed
B
Fout
Slide 34 - Quizvraag
De politie heeft de zaak verkeerd beoordeeld.
A
Goed
B
Fout
Slide 35 - Quizvraag
Zij werden niet op hun woord gelooft.
A
Goed
B
Fout
Slide 36 - Quizvraag
De advocaat weet, dat zijn cliënt in gevaar verkeerd.
A
Goed
B
Fout
Slide 37 - Quizvraag
Ik ronde mijn studie vorig jaar al af.
A
Goed
B
Fout
Slide 38 - Quizvraag
Tegen de zomer is iedereen ingeënd.
A
Goed
B
Fout
Slide 39 - Quizvraag
Wat ging goed bij jou bij de items over de werkwoorden?
Slide 40 - Poll
Hoe ging deze les?
😒🙁😐🙂😃
Slide 41 - Poll
Wat ga je de komende week doen?
