In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.
Lesduur is: 50 min
Onderdelen in deze les
De Middeleeuwen
Opkomst van handel en ambacht
Slide 1 - Tekstslide
Onderwerpen:
Opkomst van handel
Opkomst steden
Planning
Begrippen:
Autarkisch
Drieslagstelsel
Agrarisch-urbane samenleving
Leerdoelen
Uitleg
Zelfstandig werken
Slide 2 - Tekstslide
Leerdoelen
Je kunt uitleggen waarom de handel terug komt in de tijd van de steden en staten.
Je kunt uitleggen hoe het drieslagstelsel werkt.
Je kunt uitleggen welke ambachten er ontstonden.
Slide 3 - Tekstslide
Tijd van steden en staten
Slide 4 - Tekstslide
Elk tijdvak heeft een beeldmerk. Elk beeldmerk heeft twee plaatjes.
Kun je zien wat ze betekenen?
Slide 5 - Open vraag
Wat weet jij eigenlijk van de Middeleeuwse stad?
Slide 6 - Woordweb
Tijd van Grieken en Romeinen
(500 v. Chr. - 500 n. Chr.)
Tijd van Monniken en Ridders
(500-1000)
(Vroege Middeleeuwen)
Tijd van Steden en Staten
(1000-1500)
(Late Middeleeuwen)
1492: Columbus 'ontdekt' Amerika
(Einde van de Middeleeuwen)
⚓️
476: Val van het West-Romeinse Rijk
(Begin van de Middeleeuwen)
🔥
Tijd van Ontdekkers en Hervormers
(1500-1600)
Tijd van Regenten en Vorsten
(1600-1700)
Tijd van Pruiken en Revoluties
(1700-1800)
Slide 7 - Tekstslide
Het verval van de handel en de steden
De samenleving was autarkisch.
Werkten als boer voor de heer.
Niet gespecialiseerd in ambacht omdat er bijna geen handel was.
Oorzaak:
Onveiligheid, geen goede bescherming en slecht onderhouden wegen.
Veel kennis over de landbouw was verloren gegaan.
Slide 8 - Tekstslide
Opkomst van handel
De opkomst van de handel heeft drie oorzaken:
Toename van veiligheid
Vorsten krijgen meer controle over hun gebied.
Verbeteringen landbouw
Slide 9 - Tekstslide
Toename veiligheid en controle vorsten
De invasies stopten.
Bijna heel Europa was christelijk.
Goed georganiseerde koninkrijken.
Handel bevorderen zodat ze ambtenaren in konden huren.
Dit is een plattegrond van Zwolle in de Middeleeuwen
Slide 10 - Tekstslide
Verbeteringen in de landbouw
Rond het jaar 1000
Drieslagstelsel
IJzeren ploeg
Halsjuk
Slide 11 - Tekstslide
-De ijzeren ploeg
-Het Arabisch halsjuk
Slide 12 - Tekstslide
Drieslagstelsel
Slide 13 - Tekstslide
Steeds meer handel
Verbeteringen in de landbouw leveren meer oogst op
Overschotten worden verkocht of geruild op markten
Geld wordt steeds meer gebruikt als (handig) ruilmiddel
Slide 14 - Tekstslide
Steden ontstaan
Handelaren komen vaak op dezelfde plek: om te overwinteren en hun spullen op te slaan.
Deze plekken liggen op een goede plek: kruispunten van wegen en/of rivieren, meestal in de buurt van een kasteel of klooster
Op deze plekken waren vaak al jaarmarkten
Langzaam ontstaan hieruit nederzettingen, die uitgroeien tot steden.
Slide 15 - Tekstslide
Specialisatie
Overschotten in de landbouw leiden tot specialisatie (ambachtslieden)
Voorbeeld: bakker of smid.
Slide 16 - Tekstslide
De Hanze
De meeste steden hadden een plein, waarop markten werden gehouden.
De belangrijkste markt was de jaarmarkt, die een paar weken duurde.
Veel handelaren reisden van jaarmarkt naar jaarmarkt.
Een groep steden in Europa werkte samen om meer handel te krijgen.
Ze noemden hun vereniging de Hanze.
Dit is een plattegrond van Deventer, een van de Hanze-steden.
Slide 17 - Tekstslide
Kaart waarop alle Hanze-steden te zien zijn. De steden van de Hanze lagen vooral in Duitsland. Hier in Nederland waren onder andere de IJsselsteden Kampen en Deventer lid van de Hanze.
Handelaren van Hanzesteden hadden allerlei voordeeltjes als ze handelden in elkaars steden. Ze betaalden bijvoorbeeld minder tol en belasting.
Slide 18 - Tekstslide
Video
Canonclips: De Hanze
Slide 19 - Tekstslide
0
Slide 20 - Video
Rond het jaar 1000 groeiden de oogsten snel. Welke oorzaak had dat?
A
De boeren hadden geleerd het land te bemesten.
B
De boeren lieten hun kinderen meehelpen op het land.
C
Er kwamen steeds meer boeren, omdat de mensen in steden ook moesten eten
D
De boeren gebruikten betere werktuigen.
Slide 21 - Quizvraag
Een boer is een ambachtsman
A
Waar
B
Niet waar
Slide 22 - Quizvraag
Een timmerman is een ambachtsman
A
Waar
B
Niet waar
Slide 23 - Quizvraag
Een marktkoopman is een ambachtsman
A
Waar
B
Niet waar
Slide 24 - Quizvraag
Een zilversmid is een ambachtsman
A
Waar
B
Niet waar
Slide 25 - Quizvraag
Zelfstandig werken
Maken opdracht 1 t/m 6
Ben je klaar? Schrijf alvast de leerdoelen over in je schrift (zie magister)