Dictee alfa A 2.3 en alfa B 2.2
Alfa B
jongeren
warom
mensen
bercht
ik denk na
ikhouvan
slecht
veilig
1 / 32
Onderdelen in deze les
Alfa B
jongeren
warom
mensen
bercht
ik denk na
ikhouvan
slecht
veilig
Slide 1 - Sleepvraag
Alfa A
de week
je werk
rde winkel
het ur
de mobiel
derteg
de vriend
de vrije tijd
Slide 2 - Sleepvraag
Vul het goede woord in:
Wat heb je ........................?
Alfa B
Wat heb je ........................?
Alfa B
Slide 3 - Open vraag
Vul het goede woord in:
Je gaat ................. uur naar school.
Alfa A
Je gaat ................. uur naar school.
Alfa A
Slide 4 - Open vraag
Vul het goede woord in:
Hij ...................... om een grap.
Alfa B
Hij ...................... om een grap.
Alfa B
Slide 5 - Open vraag
Vul het goede woord in:
Je bent ...................
Alfa A
Je bent ...................
Alfa A
Slide 6 - Open vraag
Vul het goede woord in.
Zij maakt een .....................
Alfa B
Zij maakt een .....................
Alfa B
Slide 7 - Open vraag
Vul het goede woord in.
Je eet drie ................ per dag.
Alfa A
Je eet drie ................ per dag.
Alfa A
Slide 8 - Open vraag
Vul het goede woord in.
Ik speel met mijn ....................
Alfa B
Ik speel met mijn ....................
Alfa B
Slide 9 - Open vraag
Vul het goede woord in.
Je .................. twintig uur.
Alfa A
Je .................. twintig uur.
Alfa A
Slide 10 - Open vraag
Maak het woord van de letters:
ed ijvre tjdi
Alfa B
ed ijvre tjdi
Alfa B
Slide 11 - Open vraag
Maak het woord van de letters:
ej rseit
Alfa A
ej rseit
Alfa A
Slide 12 - Open vraag
Maak het woord van de letters:
brchtei
Alfa B
brchtei
Alfa B
Slide 13 - Open vraag
Maak het woord van de letters:
ditreg
Alfa A
ditreg
Alfa A
Slide 14 - Open vraag
Maak het woord van de letters:
aawrmo?
Alfa B
aawrmo?
Alfa B
Slide 15 - Open vraag
Maak het woord van de letters:
ej tee
Alfa A
ej tee
Alfa A
Slide 16 - Open vraag
Maak het woord van de letters:
ki kden an
Alfa B
ki kden an
Alfa B
Slide 17 - Open vraag
Maak het woord van de letters:
ed tjdi
Alfa A
ed tjdi
Alfa A
Slide 18 - Open vraag
Wat is dit?
Alfa B
Alfa B
Slide 19 - Open vraag
Wat is dit?
Alfa A
Alfa A
Slide 20 - Open vraag
Wat doet hij?
Alfa B
Alfa B
Slide 21 - Open vraag
Wat is dit?
Alfa A
Alfa A
Slide 22 - Open vraag
Wat is dit?
Alfa B
Alfa B
Slide 23 - Open vraag
Wat is dit?
Alfa A
Alfa A
Slide 24 - Open vraag
Typ dictee woorden
Alfa B
Alfa B
Slide 25 - Woordweb
Typ dictee woorden
Alfa A
Alfa A
Slide 26 - Woordweb
Welk woorden zijn goed?
Alfa B
Alfa B
A
pestn, ik dekn na, de rzie.
B
pesten, ik denk na, de ruzie
C
petsen, ik denk ne. de riezu
D
psten, ik dkn na, de rzie
Slide 27 - Quizvraag
Welke woorden zijn goed?
Alfa A
Alfa A
A
dretig, jeeet, deweek
B
derteg, j eet, de weke
C
dertig, je eet, de week.
D
drtig, je et, de wek.
Slide 28 - Quizvraag
Welke woorden zijn goed?
Alfa B
Alfa B
A
Mensn, jongern, wat doe jji
B
meensen, joongeren, waat deo jij?
C
mensen, jongeren, wat doe jij?
D
mnsen, jngeren, wat ed jij?
Slide 29 - Quizvraag
Welk woorden zijn goed
Alfa A
Alfa A
A
de tjid, het ure, de rviend
B
de tijd, het uur, de vriend
C
ed, tijd, het ure, de rviend
D
de tjid, het ure, de vreind
Slide 30 - Quizvraag
Welke woorden zijn goed?
Alfa B
Alfa B
A
beriecht, gemen
B
bricht, gmeen
C
bercht, gemene
D
bericht, gemeen
Slide 31 - Quizvraag
Welke woorden zijn goed?
Alfa A
Alfa A
A
Neuiwe, hlepen, se gign
B
Nieuew, helpn, ze gnig
C
Nieuw, helpn, ze gin.
D
nieuwe, helpen, ze ging.
