15 juni

Studiewijzer Week 25
  • Herhaal de grammatica van hoofdstuk 7
  • Maak taaloefeningen 7A, C & D. 
  • Lees: Slavernij 2.
  • Vertaal 7B.
1 / 10
volgende
Slide 1: Tekstslide
LatijnMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

In deze les zitten 10 slides, met tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Studiewijzer Week 25
  • Herhaal de grammatica van hoofdstuk 7
  • Maak taaloefeningen 7A, C & D. 
  • Lees: Slavernij 2.
  • Vertaal 7B.

Slide 1 - Tekstslide

Grammatica: groep 3. 
  • Zelfstandig naamwoorden groep 1: uitgang op -a
  • Zelfstandig naamwoorden groep 2: uitgang op -us of -um
  • Zelfstandig naamwoorden groep 3: uitgang op "iets anders".
  • Maar: de genetivus eindigt altijd op -is.
  • Leer van deze woorden dus naast de betekenis ook de genetivus! 
  • Je vindt de stam door -is van de genetivus te halen

Slide 2 - Tekstslide

Grammatica: groep 3. 
  • Enkelvoud      
  • Nominativus:  rex                nomen
  • Genitivus:         reg-is          nomin-is
  • Dativus:             reg-i            nomin-i
  • Accusativus:   reg-em       nomen
  • Ablativus:         reg-e           nomin-e

Slide 3 - Tekstslide

Grammatica groep 3. 
  • Meervoud
  • Nominativus:    reg-es       nomin-a
  • Genitivus:           reg-um     nomin-um
  • Dativus:               reg-ibus   nomin-ibus
  • Accusativus:     reg-es       nomin-a
  • Ablativus             reg-ibus   nomin-ibus

Slide 4 - Tekstslide

Grammatica: groep 3. 
  • Geslachten van de woorden van groep 3:
  • Woorden die verwijzen naar een man of mannelijk dier zijn mannelijk
  • Woorden die verwijzen naar een vrouw of vrouwelijk dier zijn vrouwelijk
  • Woorden die eindigen op –os, –or of –er zijn meestal mannelijk 
  • Woorden die eindigen op –o, –s of –x zijn meestal vrouwelijk 
  • Woorden die eindigen op –us (genitivus op –eris of -oris) of –men
    (-minis) zijn onzijdig 

Slide 5 - Tekstslide

Grammatica: bijvoeglijk naamwoorden 
  • Bijvoeglijk naamwoorden die eindigen op -us passen zich aan qua geslacht aan het woord waar het bij hoort
  • Voorbeeld: bonus (m), bona (v), bonum (o)
  • Deze bijvoeglijk naamwoorden worden dus verbogen via groep 1 of 2. 

Slide 6 - Tekstslide

Grammatica: bijvoeglijk naamwoorden 
  • Er zijn bijvoeglijk naamwoorden die niet op -us eindigen, maar op "iets anders".
  • Zij hebben dan een genetivus op -is.
  • Zij volgen dus het rijtje van "groep 3".
  • Uitzonderingen: Genetivus meervoud:  -ium
  • Nominativus en Accusativus  Onzijdig. meervoud: -ia
  • De mannelijke en vrouwelijke vorm is meestal hetzelfde, de onzijdige vorm kan afwijken. 

Slide 7 - Tekstslide

Grammatica: congruentie 
  • Onthoud: 
  • Een bijvoeglijk naamwoord past zich altijd aan in 
  • Naamval, geslacht en getal aan het woord waar het bij hoort
  • (Maar niet in uitgang!)
  • (Het blijft dus "gaan" volgens de groep waar het bij hoort). 

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Video

Vragen?
  • akm@kwcollege.nl

Slide 10 - Tekstslide