In deze les zitten 27 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.
Lesduur is: 30 min
Onderdelen in deze les
Welkom!
Log in in de lesson up!
Slide 1 - Tekstslide
Lesdoelen:
Vandaag:
Weekoverzicht
Je leert verschillende manieren om ervoor te zorgen dat jij je beter kan concentreren.
Slide 2 - Tekstslide
CONCENTRATIE
Slide 3 - Tekstslide
Wij leven in een zapcultuur.
In Amerika kan een schotelantenne 600 kanalen ontvangen.
Er verschijnen 1000 nieuwe boeken per dag.
De totale hoeveelheid informatie verdubbeld iedere twee jaar.
Internet verdubbelt in omvang iedere 8 maanden
Slide 4 - Tekstslide
Afleiding
Prikkels
Telefoon, games, mensen in omgeving, geluiden
Door afleiding kunnen je hersenen moeilijker andere dingen onthouden
Wees streng voor jezelf!
Slide 5 - Tekstslide
Wanneer kun jij je het beste concentreren?
Bedenk twee voorbeelden en type deze in het woordveld op de volgende slide.
Slide 6 - Tekstslide
Ik concentreer mij het beste als...
Slide 7 - Woordweb
Wat zorgt bij jou voor de meeste afleiding?
Telefoon
Games
Geluiden
Vrienden
Familie
Iets anders
Slide 8 - Poll
Concentratie
Tips om afleiding te voorkomen
Slide 9 - Tekstslide
Stelling 1 "Ik maak mijn schoolwerk op een rustige en opgeruimde werkplek"
Slide 10 - Poll
Slide 11 - Tekstslide
Stelling 2 "Ik zorg voor zo weinig mogelijk prikkels wanneer ik schoolwerk maak" (dus bijvoorbeeld zonder telefoon)
Slide 12 - Poll
Slide 13 - Tekstslide
Stelling 3 "Ik wissel taken af. Ik lees bijvoorbeeld eerst een tekst over mens en maatschappij en maak daarna wiskundesommen"
Slide 14 - Poll
Slide 15 - Tekstslide
Stelling 4 "Ik kan mijn aandacht voor een langere tijd bij een taak houden"
Slide 16 - Poll
Slide 17 - Tekstslide
Slide 18 - Video
Slide 19 - Tekstslide
Slide 20 - Tekstslide
Slide 21 - Video
Heb je iets van de verschillende dingen die op de achtergrond gebeurde opgemerkt.
Slide 22 - Poll
Wij gaan nu testen hoe goed jouw
concentratie is!
Slide 23 - Tekstslide
Lees achter elkaar in vlot tempo voor wat hier staat. Je mag alleen niet het woord voorlezen maar je moet telkens de kleur zeggen van het woord. Als je 'af' bent is de ander aan de beurt.
Slide 24 - Tekstslide
oranjeroodgroenblauwzwart geel
blauw wit geel bruinroodoranje
bruingroenwitzwartgeel blauw
timer
5:00
Slide 25 - Tekstslide
Leuke les? Geef je mening.
Slide 26 - Poll
Welke tip ga je gebruiken om je beter te kunnen concentreren?