Kapitel 1 week 38 havo 3 (1 les + SO)

• Duits
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 2

♥lich Willkommen!

Erste Stunde, Woche 38

0. Alle da? (absenties)

1. Rückblick auf letzte Woche/Kontrole Hausaufgaben (Aufgabe 41)

2. Klassikale 'overhoring' Wortschatz

3. Zinnen-dictee (+ toelichting Sprachmittel)

4. Spel met grammatik
     - haben/sein verleden tijd
     - 'werden' in tegenwoordige tijd

5. Abschluss der Stunde

Sprachmittel

Heute wird es kälter als gestern.

Vandaag wordt het kouder dan gisteren.  (vergrotende trap)

In der Stadt ist es genauso schön wie zu Hause. 

In de stad is het net zo mooi als thuis. (overeenkomst)

Sprachmittel, deel 1: übersetze

1. Wat voor weer wordt het?
2. Vandaag is het vierentwintig graden. 
3. Morgen gaat het hard regenen.
4. Volgende week wordt het licht bewolkt. 
5. Het sneeuwt de hele dag.
6. Het gaat vast regenen.
7. Vandaag wordt het kouder dan gisteren.

Sprachmittel - Antworten

1. Wie wird das Wetter?
   
2. Heute sind es vierundzwanzig Grad.
   
3. Morgen wird es stark regnen.
4. Nächste Woche wird es leicht bewölkt.
   
5. Es schneit den ganzen Tag.
6. Es wird bestimmt regnen.
7. Heute wird es kälter als gestern.

Leerdoelen week 38

• Herhalen Kapitel 1 / voorbereiden SO

Zweite Stunde, Woche 38

= SO

De Regel

je kunt doormiddel van idewis, en de feesttenten regel de zwakke werkwoorden in de tegenwoordige tijd vervoegen.