Test AI: Ontdek de wereld van signaalwoorden!

Ontdek de wereld van signaalwoorden!
1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 13 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 59 min

Onderdelen in deze les

Ontdek de wereld van signaalwoorden!

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoel
Aan het einde van de les kun je signaalwoorden herkennen en toepassen.

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat weet je al over signaalwoorden?

Slide 3 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Wat zijn signaalwoorden?
Signaalwoorden zijn woorden of uitdrukkingen die helpen om de structuur en samenhang in een tekst aan te geven.

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Voorbeelden van signaalwoorden
Enkele voorbeelden van signaalwoorden zijn: eerst, daarna, ten slotte, bovendien, omdat, daarom.

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Functies van signaalwoorden
Signaalwoorden kunnen verschillende functies hebben, zoals tijd aanduiden, oorzaak en gevolg aangeven, vergelijkingen maken, etc.

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Oefening 1
Welk signaalwoord past het beste bij de zin: 'Ik heb mijn huiswerk gemaakt, ... ben ik gaan sporten.'? A) nadat B) omdat C) dus

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Oefening 2
Vul de ontbrekende signaalwoorden in: 'Ik hou van lezen. ... ben ik altijd op zoek naar nieuwe boeken.'

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Signaalwoorden in een tekst
In een tekst kun je signaalwoorden gebruiken om de structuur en samenhang te begrijpen. Let goed op de overgangen tussen alinea's en zinnen.

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Toepassen van signaalwoorden
Lees de volgende tekst en markeer de signaalwoorden die je tegenkomt. Bespreek daarna in groepen wat de functie van deze signaalwoorden is.

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

Slide 11 - Open vraag

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.
Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

Slide 12 - Open vraag

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.
Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

Slide 13 - Open vraag

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.