les 4 - lezen 2.3 (boek A) + oefentoets!

• Nederlands
• MBO
• Studiejaar 1

Leerjaar 1 meubel en interieur

- Welkom! 

- Periode en belangrijke data

- Lezen H 2.3 tekstverbanden en signaalwoorden

- hoe te leren voor de toets

Je hebt voor de klassikale les boek A nodig. Werk je alleen? Dan maak je dia's tot je bij de slide zelfstandig werken bent en dan ga je over naar de opdrachten op NU Nederlands.

Aan welke drie onderdelen werken we deze periode?

Wanneer is de toets van lezen H2 ?

Programma 28 mei

- Terugblik H 2.2

- Behandelen H2.3 Tekstverbanden en signaalwoorden

Lesdoel:
Aan het einde van de les herken je signaalwoorden en kan je verbanden ontdekken in een tekst.  

Terugblik H 2.2

Wat weten we nog van de vorige les? 

Deelonderwerpen beslaan altijd 1 alinea.

1. waar
2. niet waar

Ik kan de deelonderwerpen vinden door....

Wat is géén tekststructuur?

1. aspectenstructuur
2. verleden-heden-toekomsstructuur
3. beoordelingsstructuur
4. verklaringsstructuur

Nieuwe theorie lezen H 2.3

Daar zijn ze weer.... de signaalwoorden! 

Ken je ze nog?

Sleep de verbanden naar de juiste signaalwoorden

maar, daarentegen

Bijvoorbeeld, neem nou

Ten eerste, als laatste, ABC

Eerst, vervolgens, daarna

Doordat, waardoor

Tijdsvolgorde

Oorzaak- gevolg

Opsomming

Tegenstelling

Voorbeeld

Opdracht zelfstandig werken 

NU Nederlands: 

Lees het gele blok dat hoort bij LEZEN H 2.3. 

Maak opdracht 1 en 2 op je laptop 

(licenties, NU Nederlands).

Scoor minimaal 65% - ik controleer je antwoorden.

Maak daarna de oefentoets van LEZEN H 2 (verplicht!)

Lees de tekst op blz. 47

Lees de tekst grondig/secuur en denk vast na over zaken als onderwerp, hoofdgedachte, structuur en deelonderwerpen. 

De vragen komen zo op je telefoon. Niet maken in je boek dus. 

Wat is het onderwerp van de tekst?

Aan welk signaalwoord zie je dat er een tegenstellend verband is tussen zin 1 en 2?

Aan welk signaalwoord zie je dat er een oorzaak volgt in zin 2 van alinea 2?

In de laatste zin van alinea 2 staan zelfs twee signaalwoorden. Schrijf ze beide op en daarachter het verband dat ze aanduiden.

"U moet bijvoorbeeld denken aan bessen."
Waarvan zijn bessen een voorbeeld?

In de laatste zin van de tekst staan weer twee signaalwoorden. Schrijf ze beide op en daarachter het verband dat ze aanduiden.

Afronding en huiswerk

maak opdracht 2 van lezen H2.2 op je laptop.

(licenties, NU Nederlands)

Maak daarna de oefentoets van lezen H2 (verplicht!)

Voorbereiden op de toets

Leren 

Lees de gele blokken van H2

blz. 208 (signaalwoorden en verbanden)

blz. 209 (tekststructuren)

Doen

extra oefeningen maken

goed kijken naar de juiste antwoorden

Vragen stellen aan mij als je meer wilt weten/er niet uitkomt! 

Vragenuur!

Op dinsdag 2 juni is er van 16.00 - 16.30 uur in Teams gelegenheid om mij vragen te stellen over de toets!