3.1 tm 3.2

1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide
MaatschappijwetenschappenMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Video

Formuleer een onderzoeksvraag

Slide 5 - Open vraag

Formuleer een onderzoeksvraag

Slide 6 - Open vraag

Formuleer een onderzoeksvraag

Slide 7 - Open vraag

Wanneer is een onderzoek wetenschappelijk?
  1. betrouwbaarheid
  2. Validiteit
  3. representativiteit
  4. transparantie
herhaling zorgt voor dezelfde uitkomst
je meet wat je wilt meten, stel je de goede vragen?
dwarsdoorsnede van de hele groep. Bijv. zijn alle leeftijden uit een onderzoeksgroep betrokken in de steekgroep
hoe een onderzoek verlopen is moet duidelijk en openbaar zijn.

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

CAUSAAL VERBAND

Slide 10 - Tekstslide

onafhankelijke variabelen
Andere benaming is oorzakelijke variabelen
denk ook aan vaste dingen zoals:
geslacht, leeftijd, lengte, geboorteplaats etc.

Jij bepaalt zelf de onafhankelijke variabele in een onderzoek.

Terwijl de afhankelijke variabele of gevolg variabele is datgene waarvan je vermoedt dat de onafhankelijke variabele invloed op heeft.

Slide 11 - Tekstslide

leeftijd
hartproblemen

Slide 12 - Tekstslide

interveniërende variabele
Deze staat tussen de onafhankelijke en afhankelijke variabele in.

Slide 13 - Tekstslide

leeftijd
hartproblemen
levenstijl

Slide 14 - Tekstslide

Variabelen

  • De onafhankelijke variabele      (de vaste stappen die je kiest)
        is de variabele die je zelf bewust verandert / bepaalt (in ons voorbeeld is
        dit de leeftijd)

  • De afhankelijke variabele             (de gemeten waarden)
       wordt beïnvloed door de onafhankelijke variabele (in ons voorbeeld is dit 
       de hoeveelheid hartproblemen)

Slide 15 - Tekstslide

Wat is de afhankelijke variabele in deze onderzoeksvraag?:
In hoeverre hebben pissebedden de voorkeur voor een lichte of donkere omgeving?
A
De hoeveelheid licht
B
De pissebedden
C
Waar de pissebedden zitten

Slide 16 - Quizvraag

Welke 2 beweringen zijn juist?
A
Een onafhankelijke variabele wordt gekozen
B
Een onafhankelijke variabele wordt gemeten
C
Een afhankelijke variabele wordt gekozen
D
Een afhankelijke variabele wordt gemeten

Slide 17 - Quizvraag

Formuleer 3 deelvragen bij je onderzoeksvraag

Slide 18 - Open vraag

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Video

Slide 24 - Tekstslide

significant onderzoek
Volgens de Van Dale is de betekenis: “statistisch niet aan toeval toe te schrijven en dus betekenisvol”. Ook in onderzoek wordt het zo opgevat: significant betekent het onderscheiden van toeval.

Als er gevraagd wordt of iets significant verschilt, dan wordt er dus gevraagd: “Is er meer aan de hand dan toeval?“.


Je moet je afvragen of een significant verschil altijd de moeite waard is. Een grote steekproef bijvoorbeeld maakt het makkelijker om ‘iets’ te vinden, maar je moet je altijd afvragen of dat verschil er echt toe doet.


Slide 25 - Tekstslide

Slide 26 - Video