PV: kun je op 3 manieren vinden;
1. Maak de zin vragend. Het woord dat vooraan komt te staan is de PV. Dit kan niet bij alle zinnen. Het moet wel een werkwoord zijn wat vooraan staat.
Bijvoorbeeld: jij loopt naar school. Loop jij naar school? loop = pv.
Wie loopt naar school? is een vraagzin, maar wie is geen ww. Dus pas dan een andere manier toe (2 of 3).
2. Zet de zin in de andere tijd; van TT --> VT of andersom. Het WW dat verandert is PV
Ik loop naar school (TT) --> Ik liep naar school. Loop verandert, dus loop = PV.
3. Zet de zin van EV --> MV of andersom, het WW dat verandert is PV.
Ik loop naar school (EV) --> Wij lopen naar school. Loop verandert, dus loop = PV.