In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Onderdelen in deze les
Hoge en lage cultuur in de moderne tijd
Slide 1 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Leerdoelen
Aan het einde van de les kun je de invloed van massamedia en internet op kunst benoemen en onderscheid maken tussen hoge- en lage cultuur.
Slide 2 - Tekstslide
Introduceer het thema van de les en geef de leerdoelen aan.
Wat weet je al over de invloed van massamedia en internet op kunst?
Slide 3 - Woordweb
Deze slide heeft geen instructies
Definitie van massamedia
Massamedia verwijst naar communicatiekanalen zoals televisie, radio, kranten en tijdschriften, die grote groepen mensen bereiken.
Slide 4 - Tekstslide
Geef een definitie van massamedia en geef voorbeelden van de verschillende soorten media.
Definitie van internet
Het internet is een wereldwijd netwerk van computers en servers die informatie en communicatie mogelijk maken.
Slide 5 - Tekstslide
Geef een definitie van internet en leg uit hoe het verschilt van andere vormen van media.
De invloed van massamedia op kunst
Massamedia heeft de manier waarop kunst wordt gemaakt en geconsumeerd veranderd. Het heeft kunstenaars in staat gesteld om hun werk aan een breder publiek te tonen en heeft nieuwe vormen van kunst mogelijk gemaakt, zoals video-installaties en digitale kunst.
Slide 6 - Tekstslide
Beschrijf de invloed van massamedia op kunst en geef voorbeelden van verschillende soorten kunst die mogelijk zijn gemaakt door massamedia.
Hoge cultuur
Hoge cultuur verwijst naar kunstvormen die traditioneel als waardevol en belangrijk worden beschouwd, zoals klassieke muziek, ballet en literatuur.
Slide 7 - Tekstslide
Definieer hoge cultuur en geef voorbeelden van verschillende soorten kunst die onder deze categorie vallen.
Lage cultuur
Lage cultuur verwijst naar kunstvormen die vaak als minder waardevol of 'populair' worden beschouwd, zoals reality-tv, stripboeken en videospelletjes.
Slide 8 - Tekstslide
Definieer lage cultuur en geef voorbeelden van verschillende soorten kunst die onder deze categorie vallen.
De invloed van internet op kunst
Het internet heeft kunstenaars in staat gesteld om hun werk aan een nog breder publiek te tonen. Het heeft ook nieuwe vormen van kunst mogelijk gemaakt, zoals internetkunst en digitale kunst.
Slide 9 - Tekstslide
Beschrijf de invloed van internet op kunst en geef voorbeelden van verschillende soorten kunst die mogelijk zijn gemaakt door het internet.
Hoge cultuur versus lage cultuur
Er is vaak een onderscheid tussen hoge en lage cultuur, waarbij hoge cultuur als meer 'verfijnd' wordt beschouwd en lage cultuur als meer 'populair'. Dit onderscheid is echter subjectief en kan veranderen.
Slide 10 - Tekstslide
Leg uit hoe het onderscheid tussen hoge en lage cultuur vaak wordt gemaakt en bespreek de subjectiviteit van dit onderscheid.
Hoe kunst en cultuur veranderen
Kunst en cultuur veranderen voortdurend. Nieuwe technologieën, sociale en politieke ontwikkelingen en veranderende smaken en trends kunnen allemaal bijdragen aan deze veranderingen.
Slide 11 - Tekstslide
Beschrijf hoe kunst en cultuur veranderen en geef voorbeelden van verschillende factoren die hieraan bijdragen.
Opdracht: Analyseer een kunstwerk
Kies een kunstwerk en analyseer hoe het beïnvloed is door massamedia of het internet. Bespreek ook of het kunstwerk kan worden beschouwd als hoge of lage cultuur.
Slide 12 - Tekstslide
Geef de opdracht en geef instructies over hoe studenten te werk kunnen gaan.
Opdracht: Maak je eigen kunstwerk
Maak een kunstwerk dat is geïnspireerd op de invloed van massamedia of het internet op kunst. Probeer ook te onderzoeken of je werk kan worden beschouwd als hoge of lage cultuur.
Slide 13 - Tekstslide
Geef de opdracht en geef instructies over hoe studenten te werk kunnen gaan.
Samenvatting
Tijdens deze les hebben we geleerd over de invloed van massamedia en internet op kunst en hoe we onderscheid kunnen maken tussen hoge- en lage cultuur.
Slide 14 - Tekstslide
Herhaal de belangrijkste punten van de les en vat de belangrijkste leerdoelen samen.
Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.
Slide 15 - Open vraag
De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.
Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.
Slide 16 - Open vraag
De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.
Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.
Slide 17 - Open vraag
De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.