17/09 Leestekens

17/09 Leestekens
1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
NT2ISK

In deze les zitten 15 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 120 min

Onderdelen in deze les

17/09 Leestekens

Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan we vandaag doen?
2 uren
Leestekens
Oefenen met leestekens
Disk
Jeugdjournaal of Blooket

Lesdoel: Je schrijft de leestekens op de goede plek in de zin.



Slide 2 - Tekstslide

Leestekens
Welke leestekens zijn er?

Waarom gebruiken we leestekens?

Slide 3 - Tekstslide

De punt .

Aan het einde van de zin
De man eet een appel.

Afkortingen
Zou je mij a.u.b. willen terugbellen?

Slide 4 - Tekstslide

De komma ,
Bij een pauze tijdens de zin
De man eet een appel, hij heeft honger. Laat maar komen, ik ben niet bang.
Bij opsommingen
De man eet een appel, een banaan, een koekje en een broodje.
Het is een moeilijke, saaie opdracht.
Bij een aanhef
Beste mevrouw De Boer, Lieve oma, Geachte meneer,
Als je iemand aanspreekt
Zou jij, Ali, mij vanmiddag even willen bellen? Ali, wil je mij even bellen?

Slide 5 - Tekstslide

Voeg leestekens toe:
Ik heb gele groene zwarte en rode sokken gekocht

Slide 6 - Open vraag

Lieve opa veel plezier op vakantie groetjes Mohamed

Slide 7 - Open vraag

Het vraagteken ?
Aan het einde van een vraagzin
Hoe laat ga jij morgen naar school?

Slide 8 - Tekstslide

Het uitroepteken !
Bij een waarschuwing
Pas op! Blijf binnen!

Als het past bij jouw boodschap
Ik heb er nu genoeg van!

Slide 9 - Tekstslide

Voeg leestekens toe:
Hallo Artem heb jij zin om vanmiddag met mij naar de film te gaan

Slide 10 - Open vraag

Welk leesteken mist er in de zin?
?
,
!
.
Doe je jas uit
Uit welk land kom jij
De man heeft lang zwart haar.
Sla je boek open op blz 16.

Slide 11 - Sleepvraag

Oefenen
Op Schrift: blz. 15, 16 en 17.
Huiswerk voor morgen: blz. 17.


Slide 12 - Tekstslide

Verder werken in Disk
Werken aan het thema
of
Werken aan grammatica: het werkwoord, vanaf 2.13

Slide 13 - Tekstslide

Einde van de les
Doel: Je schrijft de leestekens op de goede plek in de zin.


Nog 1 keer oefenen ......

Slide 14 - Tekstslide

Zeg Julia heb jij een rode een zwarte of een blauwe fiets

Slide 15 - Open vraag