Herhaling voor het SO

Bewegen
1 / 46
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

In deze les zitten 46 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Bewegen

Slide 1 - Tekstslide

Mededelingen
SO Hoofdstuk 2:
- 12 januari 2021
- Paragraaf 2.1 en 2.2


PO i.p.v. repetitie:
- Vanwege planning => PO

Slide 2 - Tekstslide

Leerdoelen SO
 - Je kunt de onderdelen van het skelet benoemen.
- Je kunt de verschillende functies van het skelet benoemen.
- Je kunt vertellen waar botten van zijn gemaakt.
- Je kunt uitleggen waarom kinderen soepeler bewegen dan oudere.

Slide 3 - Tekstslide

Leerdoelen SO
- Je kunt de vier manieren waarop beenderen/botten met elkaar verbonden zijn benoemen.
- Je kunt alle onderdelen van een gewricht en hun functies benoemen.
- Je kunt kogel-, rol- en scharniergewrichten onderscheiden en de plaats aanwijzen waar welk type voorkomt in het lichaam.

Slide 4 - Tekstslide

Skelet
- Baby 305 botten
- Volwassene: 206 botten

- Leer het skelet!

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Link

Romp & Ledematen

Ledematen: armen en benen

Romp: buik (bovenlichaam)

Slide 7 - Tekstslide

Hoe heet bot nr 3?dit het tweede nr aan de rechterkant
A
Bovenarm
B
Opperarmbeen
C
Dijbeen
D
Opperarmbot

Slide 8 - Quizvraag

Wervelkolom
- Dubbele-S-vorm

Tussen de wervels: kraakbeenschijven
Kraakbeen => beweging

Slide 9 - Tekstslide

Hoe zitten de wervels aan elkaar vast?
A
Naadverbinding
B
Gewrichten
C
Kraakbeen
D
Vergroeid

Slide 10 - Quizvraag

Borstkas

* Ribben


* Borstbeen


* Borstwervels

Slide 11 - Tekstslide

Schoudergordel

* Schouderblad


* Sleutelbeen



Slide 12 - Tekstslide

Bekkengordel

* Heupbeenderen


* Heiligbeen



Slide 13 - Tekstslide

Sleep de nummers naar de juiste naam
Beenderen van het been
dijbeen
voetwortelbeen
scheenbeen
middenvoetsbeen
knieschijf
kuitbeen
1
2
3
4
5
6

Slide 14 - Sleepvraag

Functies van het skelet
  1. Stevigheid geven
    Zonder botten zou je lichaam in elkaar zakken.
  2. Vorm geven

    Afhankelijk van de bouw van je skelet. 
  3. Bescherming
    Beschermen kwetsbare organen.
  4. Beweging

    Botten met spieren 

Slide 15 - Tekstslide

Wat zijn de taken van het skelet?
A
Stevigheid en vorm
B
Stevigheid, vorm en bescherming
C
Stevigheid, vorm, bescherming en beweging
D
Stevigheid, vorm, bescherming, beweging en stilstaan

Slide 16 - Quizvraag

Waar zijn botten van gemaakt?
Grootste deel van het bot
bestaat uit been.
Bevat veel kalk = hard

Kraakbeen = buigzaam
Lijmstof in kraakbeen,
waardoor het beweegelijk is.

Slide 17 - Tekstslide

Wat is het juiste verschil tussen kraakbeenweefsel en beenweefsel?
A
In beenweefsel zit veel kalk en in kraakbeenweefsel zit veel lijmstof
B
In beenweefsel zit weinig kalk en in kraakbeenweefsel zit weinig lijmstof
C
In beenweefsel zit veel kalk en in kraakbeenweefsel zit weinig lijmstof
D
In beenweefsel zit weinig kalk en in kraakbeenweefsel zit veel lijmstof

Slide 18 - Quizvraag

Slide 19 - Video

kraakbeen in oren
Kraakbeen in neus

Slide 20 - Tekstslide

Kraakbeen tussen borstbeen en begin ribben
Kraakbeen tussen wervels

Slide 21 - Tekstslide

Baby is soepel door veel lijmstof in de botten
Bejaarde breekt snel wat doordat lijmstof minder wordt

Slide 22 - Tekstslide

Noem 3 plaatsen waar kraakbeen zit

Slide 23 - Open vraag

Beenverbindingen 4 soorten
Vergroeide
botten
Naadver-
bindingen
Kraakbeen-verbindingen
Verbindingen 
door gewrichten

Slide 24 - Tekstslide

Botten in je schedel zijn
A
Naadverbindingen
B
Vergroeiingen
C
Kraakbeen
D
Gewricht

Slide 25 - Quizvraag

Er zijn verschillende soorten verbindingen welke is juist?
A
Heiligbeen - vergroeid
B
Wervels - verbinding door gewrichten
C
Schedelbeenderen - kraakbeenverbindingen
D
Schouder - Naadverbindingen

Slide 26 - Quizvraag

Kogelgewricht
1
Scharniergewricht
2
Rolgewricht
3
Met je ledematen en wervelkolom kun je verschillende bewegingen maken. Verschillende soorten gewrichten zorgen daarvoor

Slide 27 - Tekstslide

0

Slide 28 - Video

Kogelgewricht
Het schoudergewricht is een kogelgewricht. Het is de verbinding tussen het opperarmbeen en het schouderblad. 

In een kogelgewricht zijn bewegingen mogelijk in verschillende richtingen en er is een draaiende beweging mogelijk.

In je schoudergewricht kan je arm naar voren en achteren en opzij. Je kunt ook een rondje draaien met je opperarmbeen. 

De kogel van je bovenarm draait in de kom van je 
schouderblad.

Ook je heupgewricht is een kogelgewricht.


Slide 29 - Tekstslide

Scharnier gewricht
Een scharniergewricht zit bijvoorbeeld tussen 2 vingerkootjes. 
Beweging is maar in 1 vlak mogelijk.
Bijvoorbeeld:
- omhoog en omlaag
- buigen en strekken (heen en terug)

Andere voorbeelden van scharniergewrichten zijn bijv. het kniegewricht en gewrichten tussen 2 teenkootjes.


In je ellebooggewricht kun je je arm buigen en strekken.

Slide 30 - Tekstslide

Rolgewricht
Twee botten draaien om elkaar heen. 
Spaakbeen en ellepijp kunnen om elkaar heen draaien. Dat is handig want daardoor kun je je hand draaien en kun je makkelijk wat pakken met je handen


Slide 31 - Tekstslide

Welk type gewricht zie je in de afbeelding?
A
Kogelgewricht
B
Scharniergewricht
C
Rolgewricht

Slide 32 - Quizvraag


Dit is een ..1.. gewricht.

Hierin is een .. 2 ..beweging mogelijk
A
1. Kogel 2. Draaiende
B
1. Scharnier 2. Heen en weer
C
1. Rol 2. Draaiende
D
1. Draai-rol 2. Heen en weer

Slide 33 - Quizvraag

Slide 34 - Link


Samenstelling gewrichten
  1. gewrichtskom
  2. gewrichtskogel
1
2

Slide 35 - Tekstslide

3. kraakbeen
4. gewrichtssmeer
3
4

Slide 36 - Tekstslide

5 gewrichtskapsel
6 kapselbanden
5
6

Slide 37 - Tekstslide

spier
pees
gewrichtskogel
kraakbeen
gewrichtssmeer
kapselband

Slide 38 - Sleepvraag

Huiswerk
Leren voor het SO:
- Paragraaf 2.1 & 2.2

Afmaken huiswerk vorige lessen:
- Paragraaf 1 t/m 3

Slide 39 - Tekstslide

Slide 40 - Video

Met welke beenverbinding is er geen beweging mogelijk?
A
Kraakbeenverbindingen
B
Naadverbindingen
C
Gewrichten
D
Met alle verbindingen kan je bewegen.

Slide 41 - Quizvraag

Bij welk type gewricht is er beweging in meerdere richtingen mogelijk?
A
Kogelgewricht
B
Scharniergewricht
C
Rolgewricht

Slide 42 - Quizvraag

Uit welke delen bestaat het skelet?
A
schedel en ledematen en armen
B
romp, ledematen en armen en benen
C
schedel,romp, ledematen
D
schedel,romp,ledematen en armen en benen

Slide 43 - Quizvraag

welke verbinding is het meest beweeglijk?
A
vergroeiing
B
naadverbinding
C
kraakbeenverbinding
D
gewricht

Slide 44 - Quizvraag

Hoe zitten de armen vast aan de schouder?
A
gewrichten
B
naden
C
kraakbeen
D
vergroeid

Slide 45 - Quizvraag

Hoe zit het staartbeen vast aan het heiligbeen?
A
naden
B
vergroeid
C
kraakbeen
D
gewrichten

Slide 46 - Quizvraag