Oefentoets H1-2 + prijselasticiteit
1 / 24
Lesduur is: 15 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
1.24
A
A
B
B
C
C
D
D
Slide 3 - Quizvraag
1.25
A
A
B
B
C
C
D
D
Slide 4 - Quizvraag
1.26 - 1
A
Juist
B
Onjuist
Slide 5 - Quizvraag
1.26 - 2
A
Juist
B
Onjuist
Slide 6 - Quizvraag
1.26 - 3
A
Juist
B
Onjuist
Slide 7 - Quizvraag
1.26 - 4
A
Juist
B
Onjuist
Slide 8 - Quizvraag
1.27
A
A
B
B
C
C
D
D
Slide 9 - Quizvraag
Slide 10 - Tekstslide
2.14 - 1
A
Juist
B
Onjuist
Slide 11 - Quizvraag
2.14 - 2
A
Juist
B
Onjuist
Slide 12 - Quizvraag
2.14 - 3
A
Juist
B
Onjuist
Slide 13 - Quizvraag
2.14 - 4
A
Juist
B
Onjuist
Slide 14 - Quizvraag
2.14 - 5
A
Juist
B
Onjuist
Slide 15 - Quizvraag
2.14 - 6
A
Juist
B
Onjuist
Slide 16 - Quizvraag
2.14 - 7
A
Juist
B
Onjuist
Slide 17 - Quizvraag
2.15
A
A
B
B
C
C
D
D
Slide 18 - Quizvraag
Slide 19 - Tekstslide
De prijselasticiteit van de vraag naar zonnebrillen is:
Ev = -1,5
Ev = -1,5
We hebben hier te maken met een (relatief) elastisch product.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 20 - Quizvraag
De prijselasticiteit van de vraag naar zonnebrillen is:
Ev = -1,5
Ev = -1,5
De prijselasticiteit van de vraag naar zonnebrillen is gedurende de zomer en winter gelijk
A
Juist
B
Onjuist
Slide 21 - Quizvraag
De prijselasticiteit van de vraag naar zonnebrillen is:
Ev = -1,5
Ev = -1,5
De prijselasticiteit van de vraag naar zonnebrillen is vergelijkbaar met die van eieren
A
Juist
B
Onjuist
Slide 22 - Quizvraag
De prijselasticiteit van de vraag naar zonnebrillen is:
Ev = -1,5
Ev = -1,5
Als de prijs van zonnebrillen stijgt met 10%, daalt de gevraagde hoeveelheid zonnebrillen met 15%.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 23 - Quizvraag
De prijselasticiteit van de vraag naar zonnebrillen is:
Ev = -1,5
Ev = -1,5
Als de prijs van zonnebrillen stijgt, dan daalt de omzet van zonnebrillen.
A
Juist
B
Onjuist
