Cosinus regel

Sinusregel & Cosinusregel 
(stencil blz. 53 - 57)
  • Vorige les behandeld sinusregel
  • Thuis (af) maken opgave 39 en 40 
  • Planning deze les
  1. Korte herhaling (waarom sinus-, cosinusregel)
  2. Cosinusregel
  3. Wanneer sinusregel en wanneer cosinusregel
  4. Oefening
1 / 11
volgende
Slide 1: Tekstslide
wiskundeTertiary Education

In deze les zitten 11 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Sinusregel & Cosinusregel 
(stencil blz. 53 - 57)
  • Vorige les behandeld sinusregel
  • Thuis (af) maken opgave 39 en 40 
  • Planning deze les
  1. Korte herhaling (waarom sinus-, cosinusregel)
  2. Cosinusregel
  3. Wanneer sinusregel en wanneer cosinusregel
  4. Oefening

Slide 1 - Tekstslide

Sinusregel & Cosinusregel
Waarom Sinusregel Cosinusregel
Om AB uit te rekenen: 
  1. Teken je eerst een hoogtelijn vanuit           
  2. Met                       bereken je een stukje van AB
  3. Met Stelling van Pythagoras de rest van AB
  4. AB is dan de twee stukjes optellen
AB kun je ook direct uitrekenen door gebruik te maken van sinusregel of cosinusregel.
C
cos(64°)

Slide 2 - Tekstslide

Sinusregel & Cosinusregel
Notatie afspraken bij Sinusregel Cosinusregel 
  • Hoeken gebruik je HOOFDLETTERS 
  • Lengte van de zijden aangeven met  kleinletters
  • Grootste hoek tegenover de grootste zijde
A=α,B=β,C=γ

Slide 3 - Tekstslide

Sinusregel & Cosinusregel
Cosinusregel (blz. 57)
Cosinusregel bestaat uit drie regels (lijkt op stelling v. Pyth).

  1.                                                                               
  2.  
  3.   

a2=b2+c22bccos(α)
b2=a2+c22accos(β)
c2=a2+b22abcos(γ)

Slide 4 - Tekstslide

Sinusregel & Cosinusregel
Cosinusregel
Voorbeeld 1:  Bereken AB
Aanpak: Je hebt a en b en      dus je gebruikt
c2=a2+b22abcos(γ)
γ
c2=72+52+275cos(52)
c2=49+2570cos(52)
c2=7470cos(52)
c=(7470cos(52))=5,56
Let hier op de volgorde van bewerking

Slide 5 - Tekstslide

Sinusregel & Cosinusregel
Cosinusregel
Voorbeeld 2: Bereken 
Aanpak:          dus je gebruikt




A
A
a2=b2+c22bccos(α)
102=52+62256cos(α)
100=25+3660cos(α)
100=6160cos(α)
39=60cos(α)
cos(α)=6039
Let op: 61 - 60 mag niet. Waarom?
α=135,5°

Slide 6 - Tekstslide

Sinusregel & Cosinusregel
(stencil blz. 59)
Sinusregel wanneer:
  1. Twee hoeken en één zijde bekend
  2. Twee zijden een één hoe tegenover een zijde

Cosinusregel wanneer:
  1. Alle drie zijden gegeven
  2. Twee zijden en één hoek ingesloten tussen de zijden

Slide 7 - Tekstslide

Sinusregel & Cosinusregel
Oefening
Een theodoliet wordt gebruikt in de landmeetkunde om hoeken te meten. Om de afstand tussen de twee bakens B en C te kunnen berekenen stelt de landmeter zijn kijker op in A.
De afstand AC is 632 m. De afstand AB is 740 m.
Als de landmeter eerst naar C kijkt en dan naar 
B, moet hij zijn kijker over         draaien.

Bereken BC.
44°
timer
5:00

Slide 8 - Tekstslide

Sinusregel & Cosinusregel
Uitwerking oefening
Je wilt zijde a uitrekenen dus:



a2=b2+c22bccos(α)
a2=6322+74022632740cos(44)
a=(6322+74022632740cos(44))=523,62m

Slide 9 - Tekstslide

Geef aan of je de aangegeven hoek
of zijde kunt berekenen met
sinusregel of cosinus regel
A
Sinusregel
B
Cosinusregel

Slide 10 - Quizvraag

Geef aan of je de aangegeven hoek
of zijde kunt berekenen met
sinusregel of cosinus regel
A
Sinusregel
B
Cosinusregel

Slide 11 - Quizvraag