3.8 spelling 1MK

Welkom 1MK2
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 1

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Welkom 1MK2

Slide 1 - Tekstslide

Planning
  • 8 minuten lezen
  • Planagenda
  • Leerdoelen van deze les
  • Uitleg
  • Aan de slag

Slide 2 - Tekstslide

timer
8:00

Slide 3 - Tekstslide

Leerdoelen
In deze paragraaf leer je:

  1. Hoe je de verleden tijd van sterke werkwoorden spelt;
  2. Hoe je het meervoud van zelfstandige naamwoorden schrijft;
  3. Tien dicteewoorden.

Slide 4 - Tekstslide

Een zwak werkwoord kan van klank veranderen?
A
Waar
B
Niet waar

Slide 5 - Quizvraag

Zwakke werkwoorden
Sterke werkwoorden
Fietsen
Slapen
Werken
Kopen
Maken
Zingen

Slide 6 - Sleepvraag

Een sterk werkwoord kan van klank veranderen
A
Waar
B
Niet waar

Slide 7 - Quizvraag

Sterke werkwoorden in de VT.
Wil je weten of een sterk werkwoord woord op een -d of een -t eindigt?
Maak het werkwoord langer, dan hoor je het:
vond of vont? langer maken: vonden
dus: vond
beet of beed? langer maken: beten dus: beet
In de tegenwoordige tijd verandert de -v aan het eind van de stam in een -f en de -z in een -s. In de verleden tijd is dat ook zo:
blijven – bleef
lezen – las

Slide 8 - Tekstslide

In de verleden tijd wordt vind?
A
Vindt
B
Vinde
C
Vont
D
Vond

Slide 9 - Quizvraag

In de verleden tijd wordt koop?
A
Koopt
B
Koopte
C
Kocht
D
Kochd

Slide 10 - Quizvraag

Eindigt op een t
Eindigt op een d
Vind
Fluit
Word
Breng

Slide 11 - Sleepvraag

Meervoud zelfstandige naamwoorden
Bijna alle zelfstandige naamwoorden komen voor in het enkelvoud en in het meervoud. De drie belangrijkste manieren om het meervoud van een zelfstandig naamwoord te maken zijn het toevoegen van: -en, -s en -’s aan het woord.
Elise verzorgt paarden, ezels en pony’s.

Slide 12 - Tekstslide



letter toevoegen
letter weglaten
letter veranderen
fles – flessen
daad – daden
scherf – scherven







letter toevoegen
letter weglaten
letter veranderen
fles – flessen
daad – daden
scherf – scherven
Let op!
Meervoud op -’s
Je schrijft -’s als het zelfstandig naamwoord eindigt op een lange klinker die je met één letter schrijft:
-a, -o, -u, -i of -y:
opa – opa’s; piano – piano’s; paraplu – paraplu’s; ski – ski’s; pony – pony’s
 
Schrijf je de lange klinker met meer letters of met een letter met een accent, dan eindigt het meervoud op een -s:
bureau – bureaus, shampoo – shampoos; cowboy – cowboys; café – cafés

Slide 13 - Tekstslide

Wat is het meervoud van school?
A
Schools
B
Schoolen
C
Scholen
D
Schoole

Slide 14 - Quizvraag

Wat is het meervoud van opa?
A
Opaas
B
Opa's
C
Opas
D
Opaen

Slide 15 - Quizvraag

Wat is het meervoud van shampoo?
A
Shampoos
B
Shampoo's
C
Shampos
D
Shampoen

Slide 16 - Quizvraag

Slide 17 - Tekstslide

  • Maken: opdracht 1 t/m 11 
  • opdrachten 6 & 10 hoeven niet!




Slide 18 - Tekstslide