In deze les zitten 36 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.
Start
Uitleg opgaven (Vragen en notatie)
Theorie zelf doorlopen in LessonUp
Aan de slag
Afsluiting
In deze les ..
.. leer je hoe je figuren zelf kunt spiegelen in een punt of lijn.
WAT?
HOE?
WAAROM?
De drie hoeken van een driehoek zijn even groot als een gestrekte hoek. In elke driehoek zijn de hoeken opgeteld samen 180 graden!
De vier hoeken van een vierhoek zijn even groot als een volle hoek. In elke vierhoek zijn de hoeken opgeteld samen 360 graden.
Gebruik de eigenschappen van soorten hoeken en vlakke figuren om een hoek te berekenen.
Let op: hoeken berekenen is niet meten!! (Geen geodriehoek nodig!)
- Gebruik de loodlijn van je geodriehoek.
- Maak gebruik van hulplijnen (stippellijnen).
- Noteer tekentjes (zijn lijnen evenlang of ontstaat er een rechte hoek.
- Noem het spiegelbeeld van punt D, D'.
Lees de theorieblokken in je boek
Maak: paragraaf 13.5 (volg je eigen leerroute)
Kijk je werk goed na met een andere kleur en verbeter je fouten!
Let op hoeken berekenen is niet meten!! (Geen geodriehoek nodig!)
In een vierhoek zijn de hoeken opgeteld samen 360 graden! Je kunt namelijk twee driehoeken tekenen in een vierhoek.
Rechthoekige driehoek
Heeft een rechte hoek
(rechte hoek)
Gelijkbenige driehoek
Twee gelijke zijden
DF = EF
Twee gelijke hoeken
(basishoeken)
Lijnsymmetrisch
Gelijkzijdige driehoek
Alle zijden zijn even lang.
GH = HI = IG
Alle hoeken zijn even groot.
Lijn- en draaisymmetrisch
Een ruit is een bijzondere parallellogram, dus onderstaande eigenschappen gelden ook!!
En voor een ruit geldt ook nog ..