overtreffende trap

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo b
• Leerjaar 1

noem woorden
van soorten huizen

welke woorden zie je hier?

welke woorden zijn dit













een ander woord voor

1. heerlijk

2. ontzettend

3. een foutje maken

maak zelf een zin met:
laatst struikelen

https:

normaal = overtreffende trap

klein -kleiner- het kleinst

snel -sneller -het snelst

boos-bozer-het boost

lief-liever-het liefst

duur-duurder-het duurst

een paar woorden gaan anders:

1. 50 euro is veel. 75 euro is meer dan 50 euro. 100 euro is het meest.
   
2. 1 euro is weinig. 50 cent is minder dan 1 euro. 10 cent is het minst.
   
3.  Ik kan goed fietsen. Ali fietst beter dan ik. Anna fietst het best. 
4. Ik eet graag kip. Ali eet liever vis dan kip. Anna eet het liefst kip.
   

Hij is even groot als zijn broer

De man weegt even zwaar als een auto

Erwin is ...... zijn broer

1. groter dan
2. groter als
3. even groot als
4. even groot dan

Ik woon het ...............op een boerderij

1. lief
2. liever
3. liever
4. liefst

Hij is goed maar zij is ..............

1. goeder
2. beter
3. better
4. best

Ik praat weinig maar zij nog.........

1. weiniger
2. beter
3. minder
4. meest

1. boos-bozer-bost
2. boos -boozer- boost
3. boos- bozer - boots
4. boos- bozer -boost

de heuvel =

een kleine berg

de bijeenkomst =

samen komen om te praten

de bodem

de bocht

de weg maakt een bocht

de wandeling =

een stukje lopen

de ingenieur

de overheid

de leiding van een land

de tunnel

de inkomsten = geld dat je krijgt

de uitgaven = geld dat je 

gebruikt

flauw = zonder  zout 

het afscheid = je moet afscheid nemen als je weg gaat

de collega =

iemand die met je werkt 

solliciteren =  Als je werk wil hebben moet je eerst solliciteren

Dat bevalt me goed =

Dat vind ik leuk

Daar heb ik last van =

Dat vind ik niet leuk

1. de docent
2. de arts
3. de ingenieur
4. de ingeneur

1. de uitgeven
2. de uitgaven
3. de opgaven
4. de inkomsten

kan ik hier werken?
je moet eerst...

Tekst

1. werken
2. solliciteren
3. betalen
4. bedenken

zonder zout

wat je altijd doet

afscheid nemen

de tunnel

de bodem

de heuvel

de gewoonte

flauw

schrijf woorden die je kent over geld

luister naar het verhaal

Je kijkt naar 2 verhalen 

Schrijf een tekst (samenvatting) over één  verhaal en stuur het naar

 [e-mail]

Vind je dit te moeilijk dan mag je ook 10  zinnen maken 

Wat zijn lidwoorden?

1. de, het , een
2. slimme, mooie, rode
3. fiets, boek, volleybal
4. lopen, werken, denken

Wat zijn werkwoorden?

1. de, het , een
2. slimme, mooie, rode
3. fiets, boek, volleybal
4. lopen, werken, denken

Wat zijn zelfstandige naamwoorden?

1. de, het , een
2. slimme, mooie, rode
3. fiets, boek, volleybal
4. lopen, werken, denken

wat zijn bijvoeglijke naamwoorden?

1. de, het , een
2. slimme, mooie, rode
3. fiets, boek, volleybal
4. lopen, werken, denken

De slimme leerling snapt het niet.
Welk woord is het lidwoord?

1. de
2. slimme
3. het
4. leerling

De slimme leerling snapt het niet.
Welk woord is het zelfstandig naamwoord?

1. slimme
2. leerling
3. snapt
4. de

De slimme leerling snapt het niet.
Welk woord is het bijvoeglijk naamwoord?

1. de
2. leerling
3. snapt
4. slimme

De slimme leerling snapt het niet.
Welk woord is het werkwoord?

1. snapt
2. de
3. leerling
4. slimme

Wat is een ander woord voor werkwoord

1. actief woord
2. zweet woord
3. leer woord
4. doe woord