Over taal (opdr 31-33 rvl)

Over taal, blok 2
Leerdoelen
  • Ik kan uitleggen wat een antoniem is
  • Ik kan uitleggen wat beeldtaal is
1 / 10
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

In deze les zitten 10 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 15 min

Onderdelen in deze les

Over taal, blok 2
Leerdoelen
  • Ik kan uitleggen wat een antoniem is
  • Ik kan uitleggen wat beeldtaal is

Slide 1 - Tekstslide

woordraadstrategie: antoniem
Als je een moeilijk woord in de tekst tegenkomt, kun je soms de betekenis raden door te zoeken naar een antoniem in de tekst.
Een antoniem is een woord met een tegengestelde betekenis.
Voorbeeld:
Warm is een antoniem van koud.
Licht is een antoniem van donker. 
Lief is een antoniem van gemeen.

Slide 2 - Tekstslide

signaalwoorden
Soms kun je een antoniem al zien aankomen, doordat er in de tekst een signaalwoord wordt gebruikt.
Een signaalwoord wijst op een verband tussen twee zinnen of zinsdelen. 

Slide 3 - Tekstslide

voorbeelden:
- De puzzel leek heel complex, maar bleek uiteindelijk heel eenvoudig.
- Hoewel Daisy ingetogen overkomt, kan ze ook erg uitbundig zijn.
Woorden als 'maar' en 'hoewel' zijn signaalwoorden. Ze helpen je: LET OP! Hier komt een tegenstelling!

Slide 4 - Tekstslide

Sommige antoniemen lijken op elkaar, maar zijn elkaars tegengestelden door het voorvoegsel:

Slide 5 - Tekstslide

Wat is het antoniem van populair?
A
Onpopulair
B
Impopulair
C
Inpopulair

Slide 6 - Quizvraag

Wat is het antoniem van betrouwbaar?
A
Antibetrouwbaar
B
Onbetrouwbaar
C
Imbetrouwbaar

Slide 7 - Quizvraag

Beeldtaal
Zonder woorden iets duidelijk maken. Pictogrammen zijn een voorbeeld van beeldtaal.

Voordelen:
  1. Snel informatie doorgeven.
  2. Mensen die een andere taal spreken of analfabeet zijn, begrijpen het ook.

Slide 8 - Tekstslide

BEELDTAAL IN HET VERKEER
In het verkeer zie je overal beeldtaal. 
Door op verkeersborden te letten, kun je ongelukken voorkomen.
Wat geeft dit verkeersbord aan?

Slide 9 - Tekstslide

Huiswerk

Maak opdracht 30 tm 33
blz 89-91

Slide 10 - Tekstslide