h 5 Baliewerkzaamheden,: telefoneren en rapporteren :
Aan het einde van dit hoofdstuk kun je :
relevante informatie aannemen, vermelden in een telefoonnotitie en doorgeven
communicatie- en gesprekstechnieken toepassen
verschillende vormen van zakelijk rapporteren toepassen
objectieve en subjectieve informatie onderscheiden
op een passende wijze jezelf voorstellen en afscheid nemen
correcte omgangsvormen hanteren
een telefoongesprek voeren;
een correcte een brief of e-mail schrijven;
een agenda beheren.
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
Zorg en WelzijnMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3,4
In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 4 videos.
Lesduur is: 50 min
Onderdelen in deze les
h 5 Baliewerkzaamheden,: telefoneren en rapporteren :
Aan het einde van dit hoofdstuk kun je :
relevante informatie aannemen, vermelden in een telefoonnotitie en doorgeven
communicatie- en gesprekstechnieken toepassen
verschillende vormen van zakelijk rapporteren toepassen
objectieve en subjectieve informatie onderscheiden
op een passende wijze jezelf voorstellen en afscheid nemen
correcte omgangsvormen hanteren
een telefoongesprek voeren;
een correcte een brief of e-mail schrijven;
een agenda beheren.
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Video
Slide 3 - Video
Uitgaand gesprek.
Stel vast wie je moet bellen.
Welke vragen ga je stellen?
Zorg dat je informatie bij de hand hebt.
Zorg ervoor dat je aantekeningen kan maken.
Binnenkomend gesprek.
Zorg ervoor dat je altijd aantekeningen kan maken.
Neem zo snel mogelijk op.
Stel je voor.
Luister aandachtig en stel vragen wanneer het niet duidelijk is.
Noteer en herhaal eventuele afspraken.
Telefoneren
Slide 4 - Tekstslide
Tijdens het telefoneren
Wees beleefd en vriendelijk.
Houd je aandacht bij het gesprek.
Houd de beller op de hoogte.
Drinken en eten is verboden.
Maak notities.
Spreek duidelijk.
Gebruik geen informeel taalgebruik.
Binnenkomend gesprek.
Leg het gesprek vast
Noteer datum en tijd van het gesprek.
Noteer de naam van degene die je hebt gesproken.
Noteer de gemaakte afspraken.
Als het nodig is, geef dan de informatie door.
Telefoneren
Slide 5 - Tekstslide
Waarvoor gebruik je een telefoonmemo?
A
Om aan het personeel de regels voor telefoneren duidelijk te maken.
B
Om een totaaloverzicht van alle telefoongesprekken te maken.
C
Om alle telefoonnummers in te noteren.
D
Om de belangrijkste gegevens van een telefoongesprek te noteren
Slide 6 - Quizvraag
Wat is een voorbeeld van een goede openingszin?
A
Hallo, wie bent u?
B
Goedemiddag, u spreekt met [jouw naam], wat kan ik voor u betekenen?
Slide 7 - Quizvraag
Hoe beëindig je een telefoongesprek op een beleefde manier?
A
Oké, doei!
B
Dank voor het gesprek, een fijne dag verder.
Slide 8 - Quizvraag
Wat is een belangrijke stap na het beantwoorden van de telefoon?
A
Begin direct met praten over je eigen zaken.
B
Vraag hoe je kunt helpen of naar wie de beller vraagt.
Slide 9 - Quizvraag
Rapporteren doe je...
A
sujectief
B
objectief
Slide 10 - Quizvraag
Brieven schrijven
Brieven hebben een vaste indeling, de lay-out. (1/2)
Houd marges aan. Marges zijn de witte randen rondom de tekst.
Begin bovenaan met de naam en het adres van de afzender: de naam van het bedrijf, straatnaam en het nummer, postcode en de plaatsnaam.
Hieronder vul je de plaatsnaam en de datum waarop de brief geschreven is in.
Slide 11 - Tekstslide
Brieven schrijven
Lay-out (2/2)
Nu vul je de naam en het adres van de ontvanger in. Geef daarna kort aan waar de brief over gaat. “Betreft: ….”. De brief begint met de aanheft. Nu begint de brieftekst. Deel je tekst in alinea’s in.
Zorg voor duidelijke structuur in je brief. Inleiding, kern en slot.
Beëindig je brief met de ondertekening.
Slide 12 - Tekstslide
Slide 13 - Video
Slide 14 - Video
Wat weet je al?
Wat is een zakelijke e-mail?
Welke kenmerken heeft een zakelijke e-mail?
Naar wie stuur je een zakelijke e-mail?
Wat is een niet-zakelijke/persoonlijke e-mail?
Slide 15 - Tekstslide
Wat is een zakelijke email?
A
Een email met een vaste indeling
B
Een email bestemd voor je baas
C
Een email die informeel is
D
Een email die alleen afbeeldingen bevat
Slide 16 - Quizvraag
Een zakelijke email is vooral
A
formeel
B
informeel
Slide 17 - Quizvraag
e-mail
In het adres van een email bericht staat altijd naam@(bedrijfs)naam.nl of ( .nu) ( .eu) (.com)
CC: Carbon copy (afgekort: cc of CC), letterlijk carbonkopie, is een Engelse term die
gebruikt wordt in het e-mailverkeer. Het betekent dat iemand een kopie van een bericht krijgt.
BCC: Blind carbon copy. Het gebruik van blind carbon copy (bcc, een "blinde" kopie) heeft tot gevolg dat de ontvangers van de gestuurde mail elkaars e-mailadres niet kunnen zien.
Slide 18 - Tekstslide
Let bij e-mailberichten op:
juiste aanhef ( Geachte...../ Beste..... enz. Schrijf de naam correct van degene waarvoor de mail is)
onderwerp invullen ( waar gaat de mail over)
cc en/of bcc ( indien nodig)
correct afsluiten ( Met vriendelijke groet, / Hoogachtend, jouw voor- en achternaam