In deze les zitten 29 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Onderdelen in deze les
Oefentoets
VWO 4
Tijdvak 1 en 2
Slide 1 - Tekstslide
Wat is GEEN gevolg van de agrarische revolutie?
A
Toename van het bevolkingsaantal
B
Ontwikkeling van veeteelt
C
Afname van het bevolkingsaantal
D
Ontwikkeling van nieuwe gereedschappen
Slide 2 - Quizvraag
timer
1:00
Slide 3 - Tekstslide
Welk KA past bij deze bron?
A
De levenswijze van jagers-verzamelaars
B
Het ontstaan van landbouw en landbouwsamenlevingen
C
Het ontstaan van de eerste stedelijke gemeenschappen
D
De klassieke vormentaal van de Grieks-Romeinse cultuur
Slide 4 - Quizvraag
Waarom zijn jagers-verzamelaars aan landbouw gaan doen? (2 redenen)
Slide 5 - Open vraag
Antwoord:
1 Een klimaatverandering leidde tot een voedseltekort, waardoor mensen nieuwe manieren zochten om voedsel te produceren.
2 Mensen werden door een snelle bevolkingsgroei gedwongen zelf gewassen te gaan verbouwen.
Slide 6 - Tekstslide
Rond welk jaar ontstond de eerste staat ter wereld?
A
3100 v. Chr.
B
4300 v.Chr
C
2100 v. Chr.
D
100 v. Chr.
Slide 7 - Quizvraag
Wat wordt er bedoeld met geweldsmonopolie?
A
Iedereen mag ongestraft geweld gebruiken
B
Elke stad heeft een functionaris die geweld mag gebruiken
C
Geweld gebruiken is in de staat niet toegestaan
D
Alleen de staat mag geweld gebruiken en mensen straffen
Slide 8 - Quizvraag
timer
1:00
Slide 9 - Tekstslide
Welk begrip is van toepassing op deze bron?
A
Volksvergadering
B
Burgerrecht
C
Ostracisme
D
polis
Slide 10 - Quizvraag
‘Als je ziek bent, wend je je tot een dokter. Iedereen die leiding nodig heeft, zou zich moeten wenden tot mensen die leiding kunnen geven.’ - Plato Bij welk KA past deze uitspraak?
Slide 11 - Open vraag
Antwoord
De ontwikkeling van het wetenschappelijk denken en het denken over burgerschap en politiek in de Griekse stadstaat
Slide 12 - Tekstslide
In welke periode leefde en regeerde Alexander de Grote?
A
256-223 v.Chr.
B
47-120 n. Chr.
C
27 v. Chr. - 14 n. Chr.
D
356-323 v. Chr.
Slide 13 - Quizvraag
Wat bedoelen we met 'pax romana'?
A
De periode waarin het Romeinse Rijk geen oorlogen kende
B
De periode waarin de samenhang van het Romeinse Rijk niet serieus bedreigt werd
C
De periode waarin Julius Caesar de macht had over het Romeinse Rijk
D
De periode waarin het christendom staatsgodsdienst was binnen het Romeinse Rijk
Slide 14 - Quizvraag
Welke uitspraak over de senaat is onjuist?
A
De senaat was net zo democratisch als de Atheense democratie
B
De senaat bestond uit 300 leden
C
De senaat nam de belangrijkste besluiten binnen het Romeinse Rijk
D
De consuls zaten de senaat voor
Slide 15 - Quizvraag
Wat is het verschil tussen Caesar en Augustus?
A
Augustus was de eerste dictator, Caesar de eerste keizer
B
Caesar was de eerste dictator, Augustus de eerste keizer
C
Augustus werd nooit keizer, Caesar wel
D
Caesar was verantwoordelijk voor de Pax Romana, Augustus niet
Slide 16 - Quizvraag
timer
1:00
Slide 17 - Tekstslide
Bij welk KA past deze bron?
Slide 18 - Open vraag
Antwoord
De klassieke vormentaal van de Grieks-Romeinse cultuur
Slide 19 - Tekstslide
Wat is geen kenmerk van het jodendom?
A
Heilige boeken zijn belangrijk
B
Monotheïstische godsdienst
C
Polytheïstische godsdienst
D
Volgen van religieuze wetten is belangrijk
Slide 20 - Quizvraag
Hoe droegen concilies bij aan het creëren van eenheid binnen de christelijke kerk?
Slide 21 - Open vraag
Antwoord:
Tijdens de concilies werd bepaald wat de juiste leer was. Hiermee wilden de leiders in de kerk bereiken dat alle christelijke gemeenschappen hetzelfde geloof aanhingen en dat er geen grote regionale verschillen ontstonden, waardoor het christendom versnipperd zou kunnen raken
Slide 22 - Tekstslide
Wat is GEEN oorzaak voor de bloei van het Byzantijnse Rijk?
A
Goed functionerende economie
B
Goede militaire en bestuurlijke organisatie
C
Stevige greep op de kerk
D
Volksverhuizingen
Slide 23 - Quizvraag
Zet de volgende gebeurtenissen op chronologische volgorde
Ontstaan eerste staat
Ontstaan landbouw
Ontstaan eerste schrift
Slide 24 - Sleepvraag
Antwoord:
Ontstaan landbouw - 12.000 v. Chr.
Ontstaan eerste schrift - 3300 v. Chr.
Ontstaan eerste staat - 3100 v. Chr.
Slide 25 - Tekstslide
Zet de volgende gebeurtenissen op chronologische volgorde
Keizer Constantijn maakt een einde aan het vervolgen van christenen
Julius Caesar wordt vermoord
Plato spreekt zich uit over democratie
Alexander de Grote sterft
Augustus wordt keizer
Slide 26 - Sleepvraag
Antwoord
Plato spreekt zich uit over democratie - 427-347 v. Chr.
Alexander de Grote sterft - 323 v. Chr.
Julius Caesar wordt vermoord - 44 v. Chr.
Augustus wordt keizer - 27 v. Chr.
Keizer Constantijn maakt een einde aan het vervolgen van christenen - 313
Slide 27 - Tekstslide
Zet de volgende gebeurtenissen op chronologische volgorde