JCL lesbrief kopen en werken les 21

Welkom! H6 Markten

6.1 Vraag en aanbod op de markt
1 / 39
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

In deze les zitten 39 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Welkom! H6 Markten

6.1 Vraag en aanbod op de markt

Slide 1 - Tekstslide

Programma


bespreken herhalen vraag- en aanbodlijn
uitleg marktevenwicht
Opgaven maken 6.8 tm 6.12
Afsluiting: wat heb je geleerd? 

Slide 2 - Tekstslide

Herhaling vorige les
Je kunt nu:

  • Rekenen met vraag- en aanbodvergelijkingen √
  • Vraag- en aanbodlijnen tekenen √

Slide 3 - Tekstslide

De betalingsbereidheid van consumenten kunnen we laten zien door middel van de formule Qv = -200P + 1.000 (voorbeeld). Welk verband is er tussen de prijs en de gevraagde hoeveelheid? Maak de zin kloppend:

Als de prijs stijgt, (stijgt/daalt) de vraag en als de prijs daalt, (stijgt/daalt) de vraag
A
daalt, daalt
B
stijgt, stijgt
C
daalt, stijgt
D
stijgt, daalt

Slide 4 - Quizvraag

De leveringsbereidheid van producenten kunnen we laten zien door middel van de formule Qa = 400P - 500 (voorbeeld). Welk verband is er tussen de prijs en de aangeboden hoeveelheid? Maak de zin kloppend:

Als de prijs stijgt, (stijgt/daalt) het aanbod en als de prijs daalt, (stijgt/daalt) het aanbod
A
daalt, daalt
B
stijgt, stijgt
C
daalt, stijgt
D
stijgt, daalt

Slide 5 - Quizvraag

Maximale betalingsbereidheid
Maximale betalingsbereidheid:  De prijs die consumenten/vragers maximaal willen betalen voor het product of de dienst

Hoe berekenen?
Stel de vergelijking voor de vraag gelijk aan 0 (Qv = 0)

Voorbeeld: 
Qv = -200P + 1.000 = 0,                 -1000 = -200P,                    P = 5 

Slide 6 - Tekstslide

Minimale leveringsbereidheid
Minimale leveringsbereidheid:  De minimale prijs waarbij de aanbieders van het product of de dienst willen leveren. 

Hoe berekenen?
Stel de vergelijking voor het aanbod gelijk aan 0 (Qa = 0)

Voorbeeld: 
Qa = 400P -500 = 0,                 500 = 400P,                    P = 1,25

Slide 7 - Tekstslide

Leerdoel
  1. Aan het einde van de les weet je wat marktevenwicht is. 
  2. Aan het einde van deze les kun je de evenwichtsprijs en evenwichtshoeveelheid berekenen.

Slide 8 - Tekstslide

Qa = Qv

Slide 9 - Tekstslide

Marktevenwicht berekenen en tekenen
Marktevenwicht berekenen → qa = qv
marktevenwicht bestaat uit evenwichtsprijs (=Pe) en evenwichtshoeveelheid (=Qe)


Slide 10 - Tekstslide

Evenwichtsprijs berekenen qa = qv

  • qa = 2P – 20 en qv = -3P + 100
  • evenwicht bij qa = qv, dit invullen

  • 2P – 20 = -3P + 100 
  • 5P – 20 = +100 
  • 5P = 120 
  • P = 120/5 = 24 euro 

Slide 11 - Tekstslide

Evenwichtshoeveelheid berekenen

  • Pe invullen in Qa en Qv(ter controle)

  • qa = 2P – 20 → qa = 2 x 24 – 20 = 28 stuks

  • qv = -3P + 100 → qv = -3 x 24 + 100 = 28 stuks dus klopt.

Slide 12 - Tekstslide

qa = 4P - 80
qv = -2P + 100
Bereken de evenwichtsprijs en -hoeveelheid
p= in euro's en q in duizend ton

A
P = 30 q = 40
B
P = 30 qa = 40.000
C
P = 30 euro q = 40.000 ton

Slide 13 - Quizvraag

Marktevenwicht berekenen 

  • Qa = Qv
  • 4 P – 80= -2 P + 100 
  • 6 P = 180
  • P = 30 euro
  • P = 30 invullen in Qa of Qv geeft Qa = Qv = 40 duizend ton

Slide 14 - Tekstslide

Marktevenwicht
qa = 4P - 120
qv = -2P +240
Bereken de evenwichtsprijs en -hoeveelheid
A
P= 20 euro q = 40 stuks
B
P = 60 euro q = 120 stuks
C
P = 60 euro q = 240 stuks

Slide 15 - Quizvraag

Prijsmechanisme
Prijsmechanisme 
Vraag
Aanbod

Slide 16 - Tekstslide

Prijsmechanisme
Hoe?

Meer aanbod dan vraag:
        prijs omlaag          vraag omhoog/aanbod omlaag

enz, enz, enz                                    Vraag en aanbod in evenwicht



Slide 17 - Tekstslide

Consumeren en investeren
Consumeren: Het kopen van goederen of diensten door                                                                            gezinnen om in hun behoeften te voorzien
  • Primaire goederen of diensten --> WEL noodzakelijk om te leven
  • Luxe goederen of diensten --> NIET noodzakelijk om te leven
--> reageren verschillend op prijsverandering

Investeren: Het kopen door bedrijven van goederen of diensten                           die ingezet worden bij het productieproces (kapitaalgoederen)

Slide 18 - Tekstslide

Zelfstandig aan het werk 
timer
15:00
Opdracht: 
Maak nu zelfstandig opgave 6.8 t/m 6.16 op bladzijde 78 t/m 80. Je mag overleggen.
Schrijf de volledige antwoorden op, inclusief formule!
Hulp nodig? In deze volgorde: 
1. Boek
2. Klasgenoot
3. Docent
(de eerste 2 minuten help ik niet)
Je krijgt 15 minuten de tijd
Klaar? nakijken van H4 en 6.1
daarna? uitleg van de docent voor vraaglijnverschuiving

Slide 19 - Tekstslide

Bij marktevenwicht is .....
A
het aanbod gelijk aan de vraag
B
de prijs gelijk
C
de hoeveelheid gelijk

Slide 20 - Quizvraag

De afkorting qa betekent.....
A
gevraagde hoeveelheid
B
aangeboden hoeveelheid
C
hoeveelheid

Slide 21 - Quizvraag

De aanbodlijn loopt hier verticaal, dus bij elke prijs wordt er evenveel van het product aangeboden door de producent.
Hoe kan dat?
A
dat kan niet!
B
het zijn goederen die niet snel bij te produceren zijn.
C
het zijn goederen die de consumenten niet vragen.

Slide 22 - Quizvraag

Als de prijs van een product verandert dan zal.....
A
er een verschuiving van de lijn plaatsvinden
B
er een verschuiving op de lijn plaatsvinden
C
er helemaal niets gebeuren

Slide 23 - Quizvraag

Qa = 1,5P – 7
Qv = -P + 18
Bereken de evenwichtsprijs en -hoeveelheid
A
P = 10 q = 18
B
P = 10 q = 8
C
P = 12,50 q = 11,75

Slide 24 - Quizvraag

Leerdoel
  1. Aan het einde van de les weet je wat marktevenwicht is. 
  2. Aan het einde van deze les kun je de evenwichtsprijs en evenwichtshoeveelheid berekenen.

Slide 25 - Tekstslide

In welke mate is het lesdoel behaalt?
0100

Slide 26 - Poll

Uitleg
Pak pen & papier om aantekeningen te maken.

Slide 27 - Tekstslide

6.1 Vraag en aanbod op de markt (vervolg)
Leerdoelen:

Aan het einde van deze les kun je

  • Uitleggen hoe het prijsmechanisme voor marktevenwicht zorgt
  • De evenwichtssituatie op de markt zowel grafisch als rekenkundig bepalen 
  • Het onderscheid maken consumeren en investeren

Slide 28 - Tekstslide

Prijsmechanisme
Prijsmechanisme 
Vraag
Aanbod

Slide 29 - Tekstslide

Prijsmechanisme
Hoe?

Meer aanbod dan vraag:
        prijs omlaag          vraag omhoog/aanbod omlaag

enz, enz, enz                                    Vraag en aanbod in evenwicht



Slide 30 - Tekstslide

Consumeren en investeren
Consumeren: Het kopen van goederen of diensten door                                                                            gezinnen om in hun behoeften te voorzien
  • Primaire goederen of diensten --> WEL noodzakelijk om te leven
  • Luxe goederen of diensten --> NIET noodzakelijk om te leven
--> reageren verschillend op prijsverandering

Investeren: Het kopen door bedrijven van goederen of diensten                           die ingezet worden bij het productieproces (kapitaalgoederen)

Slide 31 - Tekstslide

Zelfstandig aan het werk 
timer
15:00
Opdracht: 
Maak nu zelfstandig opgave 6.8 t/m 6.12 op bladzijde 79 t/m 81. Je mag overleggen.
Schrijf de volledige antwoorden op, inclusief formule!
Hulp nodig? In deze volgorde: 
1. Boek
2. Klasgenoot
3. Docent
(de eerste 2 minuten help ik niet)
Je krijgt 15 minuten de tijd
Klaar? nakijken van H4 en 6.1
daarna? uitleg van de docent voor vraaglijnverschuiving

Slide 32 - Tekstslide

De evenwichtsprijs is de prijs waarbij vraag- en aanbod in evenwicht zijn.

Om de evenwichtsprijs (Pe) te berekenen kun je:
A
De vraaglijn tekenen en hier het middelpunt van nemen
B
De aanbodlijn tekenen en hier het middelpunt van nemen
C
De vergelijkingen van vraag (Qv) en aanbod (Qa) aan elkaar gelijkstellen
D
De vergelijking voor de vraag (Qv) gelijk stellen aan 0

Slide 33 - Quizvraag

Om vervolgens vanuit de evenwichtsprijs (Pe) de evenwichtshoeveelheid (Qe) te bereken:
A
Kun je de Pe alleen maar invullen in de vraagvergelijking
B
Kun je de Pe alleen maar invullen in de aanbodvergelijking
C
Maakt het niet uit of je de Pe in de vraag- of aanbodvergelijking invult , de Q is dan gelijk in beide formules

Slide 34 - Quizvraag

Zelf aan de slag!   
Iedereen:
Lezen: bouwsteen 3.2
Maken: bouwsteen 3.2 en 3.3

Versnellers:

Klaar?:
nakijken bouwsteen 3.2 en 3.3 met buur
rood = Iedereen is stil
  

oranje = Je de docent een vraag stellen


groen = Je mag met elkaar fluisterend 
overleggen
timer
10:00

Slide 35 - Tekstslide

Lesdoelen
Lesdoelen:
... je weet wat annuïteitenlening is
... je kunt de annuïteit berekenen
... 

Slide 36 - Tekstslide

Huiswerk: 
volgende les
doornemen paragraaf h3
maken bouwsteen 3.2 en 3.3
Pak je agenda!!

Slide 37 - Tekstslide

Verschillende markten
Concrete markt: Waar vragers (kopers) en aanbieders (verkopers) elkaar                                               ontmoeten 
               zoals winkel, marktkraam, veiling, supermarkt, internet

Abstracte markt: Het geheel van vraag naar en aanbod van een goed of                                                  dienst (óf arbeid, vermogen, valuta) --> evenwichtsprijs
               geen sprake van plaats waar vragers en aanbieders elkaar ontmoeten

Slide 38 - Tekstslide

Verschuiven vraag- of aanbodlijn
Als er iets verandert waarbij bij dezelfde prijs toch meer of minder vraag of aanbod is, moet de vraag- of aanbodvergelijking worden aangepast:

Bijvoorbeeld:
  • Prijzen van andere soortgelijke producten (vraag wijzigt)
  • Hoger of lager inkomen (vraag wijzigt)
  • Inkoopprijs voor aanbieders wordt hoger (aanbod wijzigt

Slide 39 - Tekstslide