VLIJ samenvatting theorie H6

Producenten

Aanbod
Particuliere bedrijven of de overheid die goederen en diensten produceren. 

Markt: De vraag en aanbod van goederen en diensten.
Consumenten

Vraag
Kopen goederen en diensten om daarmee n hun behoeften te voorzien. 
1 / 28
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 28 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Producenten

Aanbod
Particuliere bedrijven of de overheid die goederen en diensten produceren. 

Markt: De vraag en aanbod van goederen en diensten.
Consumenten

Vraag
Kopen goederen en diensten om daarmee n hun behoeften te voorzien. 

Slide 1 - Tekstslide

Goederen

Tastbare of stoffelijke goederen 
Kun je aanraken. 




Diensten

Niet tastbare of onstoffelijke producten.

Slide 2 - Tekstslide

Model
  • Vereenvoudigde weergave van de werkelijkheid en kan gebruikt worden om voorspellingen te doen, om bepaalde situaties of ontwikkelingen te analyseren en om beslissingen te nemen. 
  • Economen gebruiken vaak modellen. 
  • Voordeel: bepaalde samenhangen kunnen zichtbaar worden gemaakt. 
  • Nadeel: modellen zijn alleen onder bepaalde omstandigheden geldig. 

Slide 3 - Tekstslide

Betalingsbereidheid 
Wat kopers maximaal willen/kunnen betalen voor een product noem je de betalingsbereidheid. 

Meestal wordt dit in een model gegeven, 
Bijvoorbeeld -200P + 1.000. Als je hier dan de prijs €2 invult zie je hoeveel producten er gevraagd worden. 
Namelijk -200*2 + 1.000 = 600. Dus bij een prijs van €2 is er een vraag van 600 producten

Slide 4 - Tekstslide

Betalingsbereidheid

Slide 5 - Tekstslide

Vraaglijn: verband tussen prijs en aantal stuks. 
Wat is de maximale betalingsbereidheid?
V
r
a
a
g
l
i
j
n

Slide 6 - Tekstslide

De producenten
De aanbieders
Leveringsbereidheid van producenten. 
De prijs die producenten minimaal willen hebben voor een product. 

Slide 7 - Tekstslide

Qa = 200P - 500
Als de prijs hoger wordt, willen meer producenten het product aanbieden. 
Qa is de aanbodlijn. 
Minimale leveringsbereidheid --> Qa = 0
0 = 200 P - 500
-200 P = -500 
P = 2,50

Slide 8 - Tekstslide

Aanbodlijn
Geeft aan hoeveel producten er worden aangeboden bij een bepaalde prijs. 
Geeft de leveringsbereidheid van de aanbieders van een product.
  • Welke prijs ze minimaal willen hebben. 

Slide 9 - Tekstslide

evenwicht & verschuiven vraag- en aanbodlijn
blz. 82 en 83
evenwichtsprijs
prijs waarbij vraag en aanbod gelijk zijn

evenwichtshoeveelheid
aantal producten dat wordt aangeboden
bij de evenwichtsprijs


omzet = afzet x prijs

Slide 10 - Tekstslide

Evenwichtsprijs en evenwichtshoeveelheid berekenen
Qa = 100P - 1000
Qv = -100P + 5000

1) Reken de evenwichtsprijs uit.
Qa                    = Qv

Slide 11 - Tekstslide

Evenwichtsprijs en evenwichtshoeveelheid berekenen
Qa = 100P - 1000
Qv = -100P + 5000

1) Reken de evenwichtsprijs uit.
Qa                    = Qv
100P - 1000  = -100P + 5000

Slide 12 - Tekstslide

Evenwichtsprijs en evenwichtshoeveelheid berekenen
Qa = 100P - 1000
Qv = -100P + 5000

1) Reken de evenwichtsprijs uit.
Qa                    = Qv
100P - 1000  = -100P + 5000
200P - 1000 = 5000

Slide 13 - Tekstslide

Evenwichtsprijs en evenwichtshoeveelheid berekenen
Qa = 100P - 1000
Qv = -100P + 5000

1) Reken de evenwichtsprijs uit.
Qa                    = Qv
100P - 1000  = -100P + 5000
200P - 1000 = 5000
200P               = 6000

Slide 14 - Tekstslide

Evenwichtsprijs en evenwichtshoeveelheid berekenen
Qa = 100P - 1000
Qv = -100P + 5000

1) Reken de evenwichtsprijs uit.
Qa                    = Qv
100P - 1000  = -100P + 5000
200P - 1000 = 5000
200P               = 6000
P                        = 30

Slide 15 - Tekstslide

Evenwichtshoeveelheid
Qa = 100P - 1000
Qv = -100P + 5000

P = 30
Invullen in Qa en in Qv --> Qa = 100 x 30 - 1000 = 2000.
Qv = -100 x 30 + 5000 = 2000. 
Omzet is dan de Prijs * afzet = 30 * 2000 = 60.000

Slide 16 - Tekstslide

Werking prijsmechanisme
Als de markt niet in evenwicht is dan komt de markt dat vanzelf wel. 
Bij een situatie waar er meer vraag dan aanbod is, kan er een hogere prijs gevraagd worden. De vraag zal iets afnemen en het aanbod toenemen. 

Slide 17 - Tekstslide

Consumeren

Het kopen van goederen en diensten door gezinnen. 
Bevredigen eigen behoefte. 
Investeren

Kopen door bedrijven van goederen en diensten die ingezet worden bij het productieproces. 
Gebruikt producten in haar productieproces. 

Slide 18 - Tekstslide

Primaire goederen

Noodzakelijk om te leven.
Luxe goederen

Niet-noodzakelijk
Maakt het leuker of makkelijker.

Slide 19 - Tekstslide

Concrete markt

Een plaats waar vragers en aanbieders elkaar ontmoeten.

Bijvoorbeeld; marktkraam, veilig of een supermarkt. 
Abstracte markt

Geheel van vraag naar en aanbod van een goed of dienst. 
Geen plaats. 
Bijvoorbeeld arbeid, vermogen, valuta.

Slide 20 - Tekstslide

De arbeidsmarkt
Vraag en aanbod van de productiefactor arbeid. 

Slide 21 - Tekstslide

De arbeidsmarkt
Wie zijn de vragers op de arbeidsmarkt?
De bedrijven die mensen nodig hebben vragen mensen om te komen werken, dit zijn dus de vragers op de arbeidsmarkt
Wie zijn de aanbieders op de arbeidsmarkt?
De mensen die werk zoeken bieden zichzelf aan om te komen werken, dit zijn dus de aanbieders op de arbeidsmarkt
Waardoor wordt de hoeveelheid vraag en aanbod bepaald?
Door de hoogte van het loon, hoe hoger de lonen zijn hoe lager de vraag, hoe hoger de lonen zijn hoe hoger het aanbod

Slide 22 - Tekstslide

Aanbod van arbeid

Alle mensen die betaald werk hebben of zoeken. 
  • De zelfstandigen
  • De werknemers
  • De werklozen
Vraag naar arbeid

Banen die door zelfstandigen en werknemers worden vervuld + vacatures. 
Werkgelegenheid (hoe hoog is de vraag?)
  • Vacatures (openstaande banen).
  • Werkenden zelfstandigen.
  • Werknemers

Slide 23 - Tekstslide

Arbeidsmarkt

Slide 24 - Tekstslide

Arbeidsproductiviteit

Slide 25 - Tekstslide

Arbeidsproductiviteit

Slide 26 - Tekstslide

Arbeidsproductiviteit
De arbeidsproductiviteit kan toenemen door:
  • Technologische ontwikkelingen
  • Arbeidsverdeling (specialisatie)
  • Scholing
  • Prestatiebeloning
Arbeidsproductiviteit = totale productie in een periode : het aantal werknemers

Slide 27 - Tekstslide

Maken
in een gedeeld bestand: Bouwsteen 6.3
Deze stuur ik je toe per mail

Slide 28 - Tekstslide