RAVJ 6.13 t/m 6.20

Welkom
3 HAVO ||  2023-2024


Hoofdstuk 6
Begroten voor iedereen


1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Welkom
3 HAVO ||  2023-2024


Hoofdstuk 6
Begroten voor iedereen


Slide 1 - Tekstslide

Programma
  • Vorige les
  • Theorie
  • Lesdoelen
  • Aan de slag

Slide 2 - Tekstslide

Wat is de leveringsbereidheid?
A
De prijs waar consumenten de producten gaan kopen
B
De prijs waar producenten gaan produceren
C
De prijs waar we gelijk spelen
D
Geen idee

Slide 3 - Quizvraag

Hoeveel is de leveringsbereidheid van de producent?
A
160
B
120
C
80
D
40

Slide 4 - Quizvraag

Wat is hier de evenwichtsprijs?
A
€6
B
€50
C
€150
D
€300

Slide 5 - Quizvraag

Evenwichtsprijs en evenwichtshoeveelheid berekenen
Qa = 100P - 1000
Qv = -100P + 5000

1) Reken de evenwichtsprijs uit.
Qa                    = Qv

Slide 6 - Tekstslide

Evenwichtsprijs en evenwichtshoeveelheid berekenen
Qa = 100P - 1000
Qv = -100P + 5000

1) Reken de evenwichtsprijs uit.
Qa                    = Qv
100P - 1000  = -100P + 5000

Slide 7 - Tekstslide

Evenwichtsprijs en evenwichtshoeveelheid berekenen
Qa = 100P - 1000
Qv = -100P + 5000

1) Reken de evenwichtsprijs uit.
Qa                    = Qv
100P - 1000  = -100P + 5000
200P - 1000 = 5000

Slide 8 - Tekstslide

Evenwichtsprijs en evenwichtshoeveelheid berekenen
Qa = 100P - 1000
Qv = -100P + 5000

1) Reken de evenwichtsprijs uit.
Qa                    = Qv
100P - 1000  = -100P + 5000
200P - 1000 = 5000
200P               = 6000

Slide 9 - Tekstslide

Evenwichtsprijs en evenwichtshoeveelheid berekenen
Qa = 100P - 1000
Qv = -100P + 5000

1) Reken de evenwichtsprijs uit.
Qa                    = Qv
100P - 1000  = -100P + 5000
200P - 1000 = 5000
200P               = 6000
P                        = 30

Slide 10 - Tekstslide

Evenwichtshoeveelheid
Qa = 100P - 1000
Qv = -100P + 5000

P = 30

Invullen in Qa en in Qv --> Qa = 100 x 30 - 1000 = 2000.
Qv = -100 x 30 + 5000 = 2000. 

Slide 11 - Tekstslide

Werking prijsmechanisme
Als de markt niet in evenwicht is dan komt de markt dat vanzelf wel. 
Bij een situatie waar er meer vraag dan aanbod is, kan er een hogere prijs gevraagd worden. De vraag zal iets afnemen en het aanbod toenemen. 

Slide 12 - Tekstslide

Bereken de evenwichtsprijs en hoeveelheid
A
p=12 q = 80
B
p= 9,33 q= 266,6
C
p = 4 q= 160
D
p= 28 q = 640

Slide 13 - Quizvraag

Consumeren

Het kopen van goederen en diensten door gezinnen. 
Bevredigen eigen behoefte. 
Investeren

Kopen door bedrijven van goederen en diensten die ingezet worden bij het productieproces. 
Gebruikt producten in haar productieproces. 

Slide 14 - Tekstslide

Primaire goederen

Noodzakelijk om te leven.
Luxe goederen

Niet-noodzakelijk
Maakt het leuker of makkelijker.

Slide 15 - Tekstslide

Concrete markt

Een plaats waar vragers en aanbieders elkaar ontmoeten.

Bijvoorbeeld; marktkraam, veilig of een supermarkt. 
Abstracte markt

Geheel van vraag naar en aanbod van een goed of dienst. 
Geen plaats. 
Bijvoorbeeld arbeid, vermogen, valuta.

Slide 16 - Tekstslide

Consumeren
Investeren
Consumeren
Investeren
Henk laat zijn haren knippen bij de kapper
De McDonalds koopt een nieuwe koeling
Koosje koopt een pooltafel voor de personeelsruimte
Jetje koopt 3 hamburgers om te delen met vrienden

Slide 17 - Sleepvraag

Primaire goederen of luxegoederen?
Primair goed
Luxe goed
Juwelen
Kleding
Airpods
Melk
Nagellak
Tandpasta
Smartwatch

Slide 18 - Sleepvraag

Wat is een voorbeeld van een concrete markt?
A
Oliemarkt
B
Huizenmarkt
C
Arbeidsmarkt
D
Weekmarkt

Slide 19 - Quizvraag

Lesdoelen
Aan het einde van de les
Verschil investeren en consumeren. 
Verschil primaire en luxe goederen.
Verschil abstracte markt en concrete markt. 
Verloop van de aanbodlijn. (opgave 6.18)

Slide 20 - Tekstslide

Bespreken opgaves
6.9

Slide 21 - Tekstslide

Aan het werk
Maken 6.13 t/m 6.20

Slide 22 - Tekstslide